10 jaar Fietsberaad

“Het Fietsberaad is in 10 jaar uitgegroeid tot een professioneel en betrouwbaar kenniscentrum,” aldus minister Schultz van Haegen op de feestelijke bijeenkomst van 10 jaar Fietsberaad op 26 september 2011. Het Fietsberaad is in 2001 opgericht op initiatief van het voormalige ministerie van Verkeer en Waterstaat. In het beraad zitten circa 20 (vak)mensen; vertegenwoordigers van overheden, onderzoeksinstituten en maatschappelijke organisaties zoals de Fietsersbond.  

De minister prees in haar toespraak het goede en vele werk van de mensen van het Fietsberaad. Veel werk is verricht voor het verbeteren van de [kwetsbare] positie van de fietser in het verkeer. Ook bij het maken van afspraken over een financiële bijdrage van 21 miljoen euro voor 16 regionale fietsroutes voor woon-werkverkeer heeft het Fietsberaad een constructieve bijdrage geleverd. En ten slotte heeft het Fietsberaad de afgelopen jaren een actieve input geleverd voor een plan van aanpak voor de stationsstallingen. Voor de zomer heeft de minister aangekondigd de komende jaren stevig te blijven investeren in meer stallingplaatsen bij stations. De minister: “Gemeenten moeten het doen en ik help ze daarbij. We gaan samen in deze kabinetsperiode circa 40.000 extra stallingplaatsen per jaar realiseren.”

Dank voor deze mooie jubileumuitgave.
En uiteraard mijn felicitaties met het 10 jarig bestaan aan de mensen die het Fietsberaad hebben gemaakt tot wat het nu is: een professioneel en betrouwbaar kenniscentrum.
Het is indrukwekkend hoeveel het Fietsberaad met relatief weinig mensen en middelen voor elkaar krijgt.
Alle overheden maken dankbaar gebruik van dit kenniscentrum.
De grote persoonlijke inzet en betrokkenheid van de leden zijn daar denk ik in belangrijke mate verantwoordelijk voor.
Mijn complimenten.

Wat heeft het Fietsberaad nu bereikt in de afgelopen jaren? En belangrijker nog: welke uitdagingen liggen er voor de toekomst?

Ik geef u drie voorbeelden:

[1] Ten eerste een thema dat mij zeer aan het hart gaat: het beschermen van kwetsbare verkeersdeelnemers, vooral fietsende ouderen.
Het Fietsberaad is met ideeën gekomen voor maatregelen waarmee overheden de trend van meer ernstige ongevallen met fietsers kunnen keren.
We werken de komende tijd ook intensief samen aan een viertal proeven om concrete maatregelen om de fietsinfrastructuur veiliger te maken lokaal uit te proberen.

Ik wil dat de ouderen in Nederland veilig kunnen blijven fietsen. Decentrale overheden en ministerie kunnen de komende jaren daarin samen optrekken met kennisinbreng van het Fietsberaad.

[2] Ik noem u ook de bestuurlijke afspraken over een financiële bijdrage van 21 miljoen euro voor 16 regionale fietsroutes voor woon-werkverkeer. Bij het agenderen van deze routes heeft mijn ministerie nauw samengewerkt met de Fietsersbond. Maar ook het Fietsberaad heeft een belangrijke rol gespeeld.  Met name bij de selectie van de routes en het  nadenken over een goede evaluatie van de projecten. Veel routes zijn nu in ontwikkeling.  Het is nu aan de regionale overheden het stokje over te pakken.
Deze fietssnelwegen zullen de files niet oplossen al verwachten wel wat overstappers. En u weet net als ik: 1 procent minder auto’s is 10 procent minder vertraging als u van A naar B reist!
Ik leg in mijn beleid focus op het beter benutten van de bestaande infrastructuur.
Daar is namelijk nog heel veel efficiencywinst te boeken.
En met alleen meer wegen of meer spoor redden we het ook niet om de groei van de mobiliteit op te vangen.
Ik kies dus voor op het meer rendement halen uit elke kilometer infrastructuur.
Als we onze steden beter bereikbaar en leefbaar willen houden, moeten we alles optimaal gebruiken; het spoor, de weg, de waterweg.
En zeker óók het fietspad.
Ook  de fiets kan wat mij betreft sterk profiteren van mijn programma Beter benutten.
Daarom stimuleren we werkgevers het fietsgebruik van hun werknemers te bevorderen door goede voorzieningen en door bijvoorbeeld een stevige kilometervergoeding en het stimuleren van de nieuwste rage; de e-bike.
Daar help je meer werknemers mee in het zadel in plaats van achter het stuur.
Gelukkig pakken de regio’s dit ook op. Bijvoorbeeld wat betreft de e-bike die ik zo-even noemde. In de regio Utrecht wil het bedrijfsleven bekijken of ze deze fietsen gezamenlijk kunnen inkopen. Dat leidt tot inkoopvoordelen. In Rotterdam wordt al geruime tijde de elektrische fiets gestimuleerd. Met korting kunnen havenwerknemers een e-bike kopen om zo de file te vermijden op de A15. En het werkt. Eén derde van de havenwerknemers gaat nu op de tweewieler naar zijn of haar werk. Door dit soort prikkels en bijvoorbeeld werknemers te belonen als ze de spits mijden zijn er nu 10% minder files op de A15.  Goed voor de bereikbaarheid en de leefbaarheid van steden.

[3] Dan ten derde. Het Fietsberaad is vanuit haar kennisrol voor het ministerie ook een goede sparringpartner voor het nadenken over beleid. Denk aan de  actieve input geleverd voor de totstandkoming voor een plan van aanpak voor de stationsstallingen. Ik heb voor de zomer aangekondigd ondanks de bezuinigingen de komende jaren stevig te blijven investeren in meer stallingplaatsen bij stations, dat wil zeggen 96 miljoen euro.
Gemeenten moeten het doen en ik help ze daarbij. We gaan samen in deze kabinetsperiode circa 40.000 extra stallingplaatsen per jaar realiseren.

[slot]
Ik ga afronden.
Goed lokaal en regionaal fietsbeleid is van groot belang voor de bereikbaarheid en leefbaarheid in Nederland.
Vasthouden en uitbreiden van het gebruik van de fiets is absoluut nodig voor het bereikbaar houden van onze steden.

Nogmaals mijn felicitaties aan de leden van het Fietsberaad. Ik hoop en verwacht dat u mij de komende kabinetsperiode blijft ‘verlichten’ met interessante publicaties en mij vooral scherp houdt om de belangen van de fietser bovenaan de agenda te houden.

Ik wil dan nu graag een toost uitbrengen op 10 jaar Fietsberaad.

Dank u wel.