Dag Herdenken Geweldslachtoffers, onthulling Muur tegen Geweld
Toespraak door staatssecretaris Teeven ter gelegenheid van de Dag Herdenken Geweldslachtoffers en de onthulling van de Muur tegen Geweld''. De Wijk (Drenthe), zaterdag 24 september 2011
Majesteit, dames en heren,
Indrukwekkend – dat is het eerste woord dat bij me opkomt, als ik denk aan alles wat ik hier vandaag al heb mogen horen, zien en meemaken. Wat tien jaar geleden, in Leeuwarden, bescheiden begon onder de naam Dag Tegen Geweld, is inmiddels uitgegroeid tot een niet meer weg te denken, betekenisvolle en zeer gewaardeerde ceremonie, die tal van nabestaanden van geweldsslachtoffers jaarlijks steun en troost biedt. En dit jaar, hier in gemeente de Wolden, komt er opnieuw een waardevol element bij: dit prachtige monument “Het Onbevattelijke”. Dit monument ‘belichaamt’ verdriet, herinneringen - zeer dierbare herinneringen - hoop, verwachtingen. En daarmee ben je er nog niet.
Ook hier past slechts één woord: indrukwekkend. Het monument, met zijn dikke muren, doet denken aan de verdedigingswerken die in de middeleeuwen elke stad van betekenis omringden en die de burgers beschermden tegen de vijand van buiten. Het roept ook associaties op met die andere machtige bouwwerken die de Nederlandse burger nu al eeuwen beschermen, onze dijken. Zoals stevige dijken en kademuren bij storm en ontij de geweldige kracht van het water weerstaan, zo moet dit monument een niet in te nemen dam opwerpen tegen het geweld in de samenleving. Geweld waar velen van u bittere herinneringen aan hebben; herinneringen die u vervullen met woede en intens verdriet om uw dierbaren. Herinneringen tenslotte die u ook opzadelen met tal van vragen: hoe is het mogelijk dat mijn dierbare slachtoffer is geworden van het zinloze geweld? Waarom? Vragen die – in mijn ogen - een treffende weerspiegeling vinden in de krullen en “open einden” van dit indrukwekkende monument.
Aan deze “Muur tegen Geweld” – en het fundament waarop ze rust - is bijna een jaar gewerkt. Duizenden en duizenden stenen zijn er – stuk voor stuk en met de hand - in verwerkt. Ook daarin zie ik een zekere symboliek – en wel met het slachtofferbeleid.
Met de Wet Versterking Positie Slachtoffers die 1 januari is ingegaan hebben we een stevig fundament gelegd, om de positie van slachtoffers en nabestaanden daadwerkelijk te versterken. Op dat fundament bouwen we thans verder – steen voor steen – aan een solide bouwwerk, dat hun belangen garandeert en beschermt. Dat gaat stap voor stap, al gaat het voor sommigen niet snel genoeg.
De contouren van dit bouwwerk werden tijdens de bouw steeds beter zichtbaar. Die ronde stevige muur daar – stond eerst in de steigers - dat zijn de wetsvoorstellen die op dit moment in de maak zijn, of binnenkort in werking treden:
- Zo willen we komen tot uitbreiding van het wettelijk spreekrecht, dat al enkele jaren voor slachtoffers en nabestaanden zijn grote waarde heeft bewezen. Een slachtoffer dat – fysiek of geestelijk – niet in staat is om in de rechtszaal het woord te voeren, kan zich straks laten vertegenwoordigen door een ander. Is het slachtoffer overleden, dan krijgen meerdere nabestaanden de mogelijkheid om op de zitting te spreken.
- Op 1 januari 2012 treedt de uitbreiding van de Wet Schadefonds Geweldsmisdrijven in werking. Nu is het nog zo dat nabestaanden van slachtoffers van ernstige geweldsmisdrijven alleen in aanmerking komen voor vergoeding van de materiële kosten, bijvoorbeeld voor de begrafenis of gederfde inkomsten voor levensonderhoud. Met ingang van het nieuwe jaar kunnen nabestaanden ook een vergoeding krijgen voor de geleden immateriële schade, zoals smartengeld en de kosten voor een therapie. Deze uitbreiding geldt voor nabestaanden die schade hebben die het gevolg is van een geweldsmisdrijf die gepleegd is na de inwerkingtreding van de wet.
- En dankzij een wijziging van de Wet op de rechtsbijstand krijgen straks ook de directe nabestaanden van slachtoffers van levensdelicten recht op gratis rechtsbijstand.
Ook aan een andere versterking, de schadevergoeding, “metselen” we nog druk verder. Welnu, begin deze maand, op 1 september, is de voorschotregeling voor slachtoffers van geweld- en zedenmisdrijven daadwerkelijk van kracht gegaan: heeft de dader na acht maanden nog steeds de schadevergoedingsmaatregel niet (geheel) betaald, dan keert de overheid het nog resterende bedrag uit aan het slachtoffer. En natuurlijk verhaalt de overheid uiteindelijk alle kosten weer op de dader.
Deze voorschotregeling geldt alleen voor slachtoffers en nabestaanden van wie “hun” dader onherroepelijk is veroordeeld na 1 januari van dit jaar. Ik weet dat voor velen van u hier aanwezig, deze voorschotregeling te laat komt. U wacht, soms al vele jaren, op het geld van de dader, op geld waar u recht op heeft. Soms komt dat met kleine beetjes, elke maand een tientje, soms komt het helemaal niet. Ik ken een aantal voorbeelden van zeer schrijnende situaties. Om die reden heb ik besloten een aparte regeling te treffen voor nog openstaande schadevergoedingsmaatregelen van vóór 1 januari 2011, zodat u niet langer hoeft te wachten op het geld dat de dader u verschuldigd is. U zult daarvoor nog heel even geduld moeten hebben - het kost nu eenmaal tijd om de regeling voor te bereiden - maar ik wilde u dit nieuws, op deze belangrijke dag, niet onthouden.
Verder is er een wetsvoorstel in de maak dat alle daders, ongeacht het gepleegde delict, verplicht een vast bedrag te betalen aan de overheid, als bijdrage aan het slachtofferbeleid. Zo draagt elke dader óók financieel bij aan de verdere verbetering van de dienstverlening aan het slachtoffer. Ook u hebt daar, als direct betrokkene, belang bij.
En dan die derde versteviging, waaraan we nog elke dag nijver bouwen, met stenen, troffel en mortel: de bejegening.
- Dat betekent allereerst een correcte, begripvolle benadering van het slachtoffer door de politie, de officier van justitie en de rechter. Zo is er op dit moment een “modelregeling” in de maak bij de rechtbanken, met voorschriften voor een goede ontvangst van het slachtoffer – of nabestaanden - door de bode en begeleiding rond de zitting. Want het moet natuurlijk niet zo zijn dat je als slachtoffer of nabestaande bij binnenkomst op de rechtbank meteen geconfronteerd wordt met de familie van de dader. Zoiets kan voor het slachtoffer een extra belasting betekenen.
- Na de succesvolle introductie van casemanagers voor nabestaanden, loopt er bij Slachtofferhulp Nederland momenteel ook een proef met speciale casemanagers voor slachtoffers van ernstige gewelds- en zedendelicten, die nauw samenwerken met de familierechercheurs.
- En tot slot – en dat is misschien nog wel de lastigste opgave - zijn we druk bezig een cultuurverandering tot stand te brengen bij alle partners in de strafrechtketen. Dus politie, OM, rechtbank, reclassering, raad voor de kinderbescherming en de justitiële inrichtingen. Ik wil bereiken dat het voor hun medewerkers vanzelfsprekend is dat zij zich in hun activiteiten afvragen “Wat betekent dat voor het slachtoffer?”. Zo ben ik op dit moment bijvoorbeeld in overleg met tbs klinieken om bij de verlofaanvragen van tbs gestelden de slachtofferonderzoeken meer gestandaardiseerd uit te laten voeren. En zo zijn er meer momenten, ook bij andere organisaties, waar telkens ook het belang van het slachtoffer moet worden meegewogen. Dat is een ambitieus en lastig traject, dat méér vergt dan het omzetten van een knop tussen de oren. Maar áls het lukt, is er opnieuw veel gewonnen en komen slachtoffer en nabestaanden hopelijk niet meer voor onaangename verrassingen te staan.
Majesteit, dames en heren, ik ga afronden. We gaan zo meteen over tot de officiële onthulling van dit indrukwekkende monument. Ik hoop van harte dat u zich, als slachtoffer of nabestaande, bij elk bezoek aan deze Muur tegen Geweld gesterkt én beschermd weet. Niet alleen door dit solide bouwwerk zelf, maar ook door de symboliek er achter: een stevig en solide slachtofferbeleid, dat slachtoffers én nabestaanden alle steun en bijstand biedt, die ze in hun moeilijke situatie hard nodig hebben.
Ik heb zeer veel bewondering en waardering voor de inzet van de lotgenotenorganisaties. Zij voorzien in een luisterend oor, steun en daadwerkelijke hulp voor hen die getroffen zijn door grof geweld. Lotgenotenorganisaties houden de overheid en andere hulpverleners scherp.
En dan is nu het moment aangebroken, waarop we de Muur tegen Geweld, “Het Onbevattelijke”, officieel gaan onthullen. Dat zullen we doen door met een kleine delegatie als eersten langs het monument te lopen.
Hare Majesteit, de heer Dirk Guichelaar, voorzitter van de Stichting Muur tegen Geweld en de nabestaanden van de slachtoffers, mag ik u verzoeken naar voren te komen, om gezamenlijk de openingshandeling te verrichten.