Nieuwe aanpak duurzame energie werpt vruchten af
De nieuwe aanpak van de stimulering van duurzame energie (de SDE+) werpt zijn vruchten af. Dat blijkt uit berekeningen van het energieonderzoeksbureau ECN en het Planbureau voor de Leefomgeving.
Aandeel duurzame energie
Door de inspanningen in de huidige kabinetsperiode stijgt het aandeel energie uit onuitputtelijke bronnen als zon en wind van vier procent in 2009 tot tussen de 9 en 12% in 2020. 'Met deze aanpak wekken we per euro belastinggeld veel meer groene energie op,' aldus minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie EL&I). 'Hierdoor groeit het aandeel duurzame energie, zodat we minder afhankelijk worden van olie, kolen en gas.'
Leveranciersverplichting
Het kabinet wil dat in 2020 14% van de energie uit hernieuwbare bronnen komt. Daarom streeft het kabinet onder meer naar een leveranciersverplichting. Dat wil zeggen dat energieleveranciers wettelijk verplicht worden een bepaald percentage hernieuwbare energie te leveren aan hun klanten.
Concurrerende energievormen
De SDE+-regeling verleent subsidie om het verschil tussen de kostprijs van hernieuwbare energie en de geldende energieprijzen te overbruggen. Het beschikbare budget is € 1,5 miljard. Met de SDE+ ontstaat concurrentie tussen verschillende manieren van opwekken van hernieuwbare energie. Hierdoor kan met minder geld meer duurzame energie worden gerealiseerd.
Overweldigende belangstelling
Minister Verhagen is blij met de overweldigende belangstelling voor de nieuwe stimuleringsregeling. 'Het is duidelijk dat ook voor ondernemers investeren in hernieuwbare energie loont.'