Geen verblijfsvergunning voor Mauro Manuel
Minister Leers (Immigratie en Asiel) heeft de Angolees Mauro Manuel vandaag laten weten dat hij hem geen verblijfsvergunning verleent. Inwilliging van het verzoek van Manuel om voor hem een uitzondering te maken is volgens Leers niet te rechtvaardigen ten opzichte van andere (voormalige) alleenstaande minderjarige vreemdelingen die in vergelijkbare omstandigheden verkeren en niet in aanmerking komen voor verblijf in Nederland.
Het beleid voor minderjarige vreemdelingen is er al jaren op gericht dat de kinderen/jongeren zo mogelijk worden herenigd met hun familie in het land van herkomst. Als dat niet mogelijk is wordt geprobeerd hen andere adequate opvang te bieden in het land van herkomst. Pas als er geen adequate opvang mogelijk is kan een tijdelijke verblijfsvergunning worden verleend.
In het geval van Manuel is geen tijdelijke vergunning gegeven omdat er wel opvangmogelijkheden in het land van herkomst zijn. De moeder van Manuel verblijft in Angola en hij heeft ook contact met haar. Bovendien is er een opvanghuis in Angola waar alleenstaande minderjarigen adequaat opgevangen kunnen worden. Daarom is vanaf het eerste moment van zijn aanvragen terugkeer naar Angola uitgangspunt geweest.
Mauro Manuel kwam in 2003 (hij was toen 10 jaar) naar Nederland als alleenstaande minderjarige asielzoeker. Sindsdien woont hij bij zijn pleegouders in Limburg. Anders dan sommige andere alleenstaande asielzoekers heeft Manuel nooit een verblijfsvergunning gekregen, ook geen tijdelijke. Verzoeken van de pleegouders om Manuel te adopteren zijn door de rechter afgewezen.
Manuel moet dus terugkeren naar zijn land van herkomst Angola. De Dienst Terugkeer en Vertrek van het ministerie van BZK en de onafhankelijke Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) kunnen hem bij vrijwillige terugkeer ondersteunen. Desnoods is gedwongen uitzetting mogelijk, maar het liefst ziet de minister dat Manuel op eigen gelegenheid terug gaat naar Angola.