Meer grip op fusies in het onderwijs
De afgelopen decennia zijn veel onderwijsinstellingen en schoolbesturen door fusies steeds groter geworden. Dit was niet altijd goed voor de variatie in het onderwijsaanbod. Vanaf 1 oktober heeft minister Van Bijsterveldt van OCW een middel in handen om voorgenomen fusies van onderwijsinstellingen te beïnvloeden. Dan treedt de Wet fusietoets in het onderwijs in werking. Alle institutionele en bestuurlijke fusies die na inwerkingtreding van de wet op 1 oktober 2011 geëffectueerd worden, dienen ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de minister.
Wet fusietoets in het onderwijs
De fusietoets geldt voor alle fusies in het basisonderwijs, (voortgezet) speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, beroepsonderwijs en volwasseneneducatie, en hoger onderwijs. Het gaat nadrukkelijk niet om een fusiestop of fusieverbod, maar om een voorafgaande ministeriële toestemming bij voorgenomen institutionele en bestuurlijke fusies.
Toets
De wet houdt in dat scholen en besturen die willen fuseren voortaan moeten laten zien dat dit ook echt nodig is. Directe belanghebbenden zoals studenten, docenten en ouders moeten gekend zijn en uiteindelijk geeft de minister een definitief oordeel over de fusie. De minister kan haar goedkeuring aan een fusie onthouden als de variatie van het onderwijsaanbod wordt belemmerd. De exacte criteria zijn per sector in de ministeriële regeling uitgewerkt. Als er ondanks afname van de variatie in het onderwijs toch een goede reden is om tot fusie over te gaan, kan de minister een fusie alsnog goedkeuren. De wet en regeling zijn zo ingericht dat maatwerk mogelijk blijft.
Meer informatie over de Wet fusietoets en de gevolgen voor de diverse onderwijssectoren is te vinden op de website van DUO-CFI.