Opening Het Nieuwe Rijden Elektrisch Vervoer Centrum

Toespraak | 31-08-2011

Meneer Möller, mevrouw Van Huffelen, dames en heren,

Hoe maken we ons verkeer duurzamer?

Een vijfde van de CO2-uitstoot in ons land komt voor rekening van verkeer en vervoer. Dat is zo’n 34 miljard kilo. Een abstracte massa. Onderzoekers van TU Delft hebben eens uitgerekend dat het neerkomt op 100.000 tot de nok toe gevulde Boeing-747’s.

De hoeveelheid fijn stof die het wegverkeer uitstoot is de afgelopen tien jaar met een kwart gedaald. Maar vooral in de grote steden is het nog steeds een groot probleem. Fijn stof is slecht voor hart en longen. Dus hoe minder we daar van hebben, hoe beter.

Als minister van Infrastructuur en Milieu sta ik voor duurzame mobiliteit.
Duurzame mobiliteit zou eigenlijk een pleonasme moeten zijn.

Dit centrum geeft mensen de kans om te ervaren hoe je schoner en zuiniger van A naar B kunt komen.
Prima.
Voordat ik er wat meer over zeg, wil ik eerst kort schetsen wat volgens mij de pijlers van duurzame mobiliteit zijn.
Want er zit veel meer aan vast.

Ten eerste moet de capaciteit van de infrastructuur op orde zijn.
Als iets slecht is voor het milieu, dan zijn het files. Telkens afremmen en dan weer een peut gas geven; dat vreet energie.
Schoon rijden is constant rijden. Ook daarom investeren we in bredere wegen. Met succes, want de filedruk daalt in Nederland.

Ten tweede moeten de verschillende vormen van vervoer elkaar versterken en naadloos op elkaar aansluiten. Weg, water en spoor vormen in principe één netwerk. Niet het vervoermiddel staat centraal, maar de vraag hoe mensen en goederen zo efficiënt mogelijk van A naar B komen.

We kunnen onze infrastructuur veel beter benutten dan we nu doen. Er rijden nog te veel lege vrachtwagens rond in Nederland. Slecht voor de economie en voor het milieu.

Steeds meer bedrijven laten zien dat het ook anders kan.
Neem Heineken. Al het export-bier dat het bedrijf produceert, gaat vanaf de brouwerij in Zoeterwoude per binnenvaartschip naar de havens van Rotterdam en Antwerpen. Dat scheelt per jaar 100.000 vrachtwagenritten en vermindert de CO2-uitstoot van het biertransport met een derde.

Een belangrijk deel van de kracht van Rotterdam en de Rotterdamse haven zit hem in het feit dat hier echt ‘multimodaal’ wordt gedacht. Dat concept vinden ze in het buitenland bijzonder interessant en ik denk dat het een van de sterkste troeven is die deze stad in handen heeft.

Eén procent minder auto’s op de weg betekent tien procent minder files. Het is essentieel dat we bewuster en slimmer gebruik gaan maken van onze infrastructuur. Daarom ontwikkel ik samen met het bedrijfsleven het programma Beter Benutten.

Met de digitale hulpmiddelen van vandaag is het bijvoorbeeld helemaal niet nodig om met zijn allen om acht uur in de auto of de trein te stappen. Wie een dagje thuis werkt of de spits mijdt, boekt niet alleen fikse tijdwinst, maar ook milieuwinst. Ook actuele reisinformatie via onder meer de smartphone helpt in de strijd tegen de files.  

Met onze vaste gedragingen kunnen we onszelf en onze omgeving behoorlijk in de wielen rijden. Bewust reis- en rijgedrag is een derde pijler van duurzame mobiliteit.

We komen hier inmiddels op uw terrein. Het terrein van het Nieuwe Rijden Elektrisch Vervoer Centrum.

Met een paar simpele tips and tricks kun je je brandstofverbruik met minstens tien procent verminderen. Banden op spanning houden. De imperiaal van je dak halen na de vakantie. De cruise control gebruiken. Afstand houden. Het kan echt tientjes per maand schelen en het scheelt in ieder geval overbodige uitstoot.

Acht op de tien automobilisten weten wat Het Nieuwe Rijden is, maar de toepassing in de praktijk is nog wat aarzelend. Daar ligt voor u een schone taak…

En dan de vierde pijler: rijden in voertuigen die zo schoon mogelijk zijn.
Nieuwe auto’s worden gelukkig steeds zuiniger. Europese normen jagen de innovatie aan. Je hebt tegenwoordig auto’s die 1 op 25 rijden. Fabrikanten experimenteren met ultralichte auto’s gemaakt van koolstofvezels en polymeer. En ook aan de doorbraak van de elektrische auto wordt hard gewerkt.

Veel mensen zien de elektrische auto als ‘nieuw’. Maar in feite is het een techniek die zich al lang heeft bewezen. Rond 1900 reden vrijwel alle taxi’s in New York op stroom. Pas toen de startmotor werd uitgevonden en er goedkope olie beschikbaar kwam, begon de benzinemotor aan zijn zegetocht.

Elektrische auto’s zijn 30% efficiënter dan auto’s op benzine en ze produceren geen uitlaatgassen in de stad. Nederland manifesteert zich als proeftuin. U weet dat we toe willen naar 200.000 elektrische auto’s in 2020, met de laadinfrastructuur die daarbij hoort.

Nederland is geknipt om te laten zien wat elektrisch vervoer vermag. De gemiddelde woon-werk afstand van Nederlandse automobilisten is 22 kilometer. De gemiddelde autorit in Nederland is 17 kilometer. We hebben compacte steden en bedrijfslocaties, dicht bij elkaar. Hier in Rotterdam is dat bij uitstek te zien. Als het ergens in de wereld kansrijk is, dan is het wel hier.

Natuurlijk: de infrastructuur moet op orde zijn. Het aantal laadpunten houdt nog niet over in Rotterdam. Er moeten bovendien voldoende voertuigen beschikbaar zijn. Dat gaat nog niet zo rap als we zouden willen.
Daarom is het belangrijk deze tijd van opbouw goed te benutten en zoveel mogelijk mensen kennis te laten maken met duurzame mobiliteit. Of dat nu een elektrische auto is of een duurzame rijstijl. Of allebei natuurlijk!

Want je ervaart pas echt wat het is als je het met eigen ogen ziet en met eigen handen voelt. Dat kan hier allemaal.

Die hands on benadering spreekt me enorm aan. En daarom draag ik graag bij aan dit Nieuwe Rijden Elektrisch Vervoer Centrum (360.000 euro tot 2013, via het Instituut voor Duurzame Mobiliteit).

Ik hoop dat het hier storm gaat lopen. En ik wens de crew van dit centrum enorm veel succes.