Opening van het Hogeschooljaar
Opening van het Hogeschooljaar door Secretaris-generaal Chris Buijink van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie - Hogeschool Saxion, Enschede, 30 augustus
Dames en heren, Studenten, docenten, lectoren, Ondernemers, onderzoekers, Relaties van Saxion,
Een nieuw hogeschooljaar, een nieuw geluid. Het klinkt als het gedicht van Herman Gorter over de lente, en laten we eerlijk zijn: daar lijkt het ook wel een beetje op.
Want we vieren vandaag de start van een ontluikend, fris hogeschooljaar. Het voelt als een nieuw begin. Dat weet ik nog van vroeger. De opwinding om aan het eind van je vakantie de schoolboeken voor het eerst door te bladeren. Al die nieuwe kennis, al die geheimen en avonturen. Alles wat nog ontdekt kan worden. Dat gevoel heb ik nog steeds aan het eind van de zomer, maar nu vanwege Prinsjesdag. September is en blijft voor mij wat januari is voor anderen. Een nieuw jaar.
Het doet me veel plezier om vandaag het hogeschooljaar te mogen openen. Het hogeschooljaar van Saxion.
De Amerikaanse filosoof Ralph Waldo Emerson zei ooit: ‘De wereld is vol met poorten. Vol met kansen. Vol met aaneenschakelingen van spanning die erop wachten benut te worden’. Die poorten en kansen zie ik ook, als secretaris-generaal van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Ik zie kansen voor de Nederlandse economie. Ik zie kansen voor ondernemers, voor kennisinstellingen en voor onderzoekers. Ik zie kansen voor studenten.
Maar, om even in voetbaltermen te spreken: het zijn geen schoten voor open doel. Geen inkoppertjes. Het speelveld verandert. We krijgen te maken met nieuwe, steeds sterkere tegenstanders. En dat vereist schaven aan onze techniek, tactiek en teamwork. Voor die uitdaging kunnen we niet weglopen. Want Nederland staat voor grote opgaven. Nu en in de toekomst. We opereren in een internationaal krachtenveld dat snel verandert. Met opkomende economieën zoals China, India, Turkije en Brazilië.
De concurrentieverhoudingen verscherpen: de opkomende economieën ontwikkelen zich razend snel, ze opereren steeds internationaler en hun producten en diensten worden steeds hoogwaardiger. Tegelijkertijd hebben we te maken met grote maatschappelijke vraagstukken: de toegang tot voldoende energie, voedsel en grondstoffen. De stijgende CO2-uitstoot, de zorg voor het behoud van natuur en biodiversiteit. De vergrijzing.
Er liggen voor Nederland enorme kansen in die nieuwe snelgroeiende economieën. Daarnaast is er een enorme vraag naar oplossingen voor de maatschappelijke vraagstukken die ik net noemde. Dít zijn de groeimarkten van morgen. Die kansen moeten we pakken. En het mooie is: ondernemende Nederlanders zijn door de eeuwen heen altijd geweldig geweest in het grijpen van kansen. Juist in tijden van verandering. We zijn een pionierend volk, en dat zie je terug in de cijfers. We zijn 5e exporteur van de wereld, 5e investeerder in het buitenland, 8e ontvanger van buitenlandse directe investeringen.
In 2009 was Nederland de 3e investeerder in de VS, na Canada en Japan. We staan in de top-3 van agrarische exporteurs en op de 6e plek van meest welvarende landen ter wereld. En dan te bedenken dat ons land qua grootte op de 134e plek staat. Hoe een klein land groot kan zijn!
Volgens diverse internationale instituten zoals de Economist Intelligence Unit, het World Economic Forum en de World Trade Organization is ons zakelijk klimaat ‘top of the bill’. Door onze open economie, onze internationale oriëntatie, onze strategische ligging, onze goede infrastructuur, onze hoogopgeleide meertalige bevolking en onze hoge productiviteit. Het zijn allemaal ingrediënten voor succes.
Maar de belángrijkste bijdrage aan dat succes wordt geleverd door ál die mensen die durven te pionieren, onderzoeken en vernieuwen. Ongeacht de plek waar ze werken. Of het nu gaat om het MKB, het grootbedrijf, een hogeschool of een ziekenhuis.
In deze tijd gaat het meer dan ooit om het vermogen met de omgeving mee te veranderen, ideeën te ontwikkelen en risico’s te nemen. Ondernemerschap, lef en doorzettingsvermogen. De wil om te slagen. Dát is de basis van onze sterke positionering! Om die positie in de wereld vast te houden moet Nederland alle kennis en kunde optimaal ontwikkelen én benutten.
In het bedrijfsleven, bij kennisinstellingen en bij overheden. Als we dat slim en innovatief weten te doen kunnen we zowel maatschappelijke problemen oplossen als duurzame economische groei bevorderen.
Het kabinet, het bedrijfsleven en kennisinstellingen hebben daarom samen ambitieuze plannen voor negen topsectoren ontwikkeld. Voor energie, water, high tech, logistiek, creatieve industrie, life sciences, chemie, agro-food en tuinbouw. We staan aan de vooravond van de uitvoering van die plannen: de start van een ontluikend, fris begin.
Dames en heren,
Het hoger onderwijs is in vele opzichten de brandstof van de kenniseconomie: er worden hoogwaardige nieuwe technologieën ontwikkeld én er worden excellente kenniswerkers opgeleid. Zo zetten hogescholen zich in voor het leveren van voldoende, kwalitatief hoogstaand personeel. Voor de arbeidsmarkt in het algemeen en de topsectoren in het bijzonder. En dat is hard nodig, vanwege het verwachte tekort aan arbeidskrachten.
Dat is één van de grootste uitdagingen de komende jaren. Dat hoor ik dagelijks in het land, bij bedrijven van groot tot klein. Het komt ook terug in een onderzoek van Price Waterhouse Coopers, waarin bestuurvoorzitters werd gevraagd wat ze als grootste bedreiging zien voor economische groei.
Hun antwoord? Gebrek aan kennis en kunde.
Een voorbeeld: Topteam Hightech Systemen en Materialen trekt aan de noodbel. Tot 2014 verwacht de sector een tekort aan 40.000 bètatechnici op WO-, HBO- en MBO-niveau. En dat schrikbarende getal geldt dus alleen nog voor de high tech sector… Ik zal straks ingaan op de specifieke situatie in Twente.
Een andere uitdaging voor hogescholen is het kiezen van een duidelijker profiel. Dat betekent doen waar je goed in bent, en niet doen wat anderen beter doen. Het is ook daarom dat in de Strategische Agenda Hoger Onderwijs van staatssecretaris Zijlstra en minister Verhagen de focus wordt gelegd op kwaliteit, profilering en specialisatie van kennisinstellingen, en op de daarvoor zo noodzakelijke samenwerking in de driehoek onderwijs, onderzoek en ondernemerschap. Daarbij moet de vraag uit de arbeidsmarkt centraal staan.
Daarvoor is het nodig dat onderwijs en bedrijfsleven afspraken maken over de manier waarop ze duurzame partners kunnen worden. Partners die ieder vanuit de eigen expertise en faciliteiten een bijdrage leveren aan het onderwijs. De betrokkenheid van het bedrijfsleven moet verder gaan dan het aanbieden van stageplaatsen: bedrijven moeten heel duidelijk maken waar ze behoefte aan hebben. Dán kun je pas samen met onderwijsinstellingen kijken hoe je zorgt voor een onderwijsprogramma dat daarbij aansluit.
Dat kan leiden tot afspraken over de aanpassing van curricula of zelfs de start van nieuwe opleidingen. Maar ook tot uitwisseling van personeel, stages en praktijkopdrachten, en het gebruikmaken van elkaars faciliteiten. Mooi voorbeeld is het project Innoleren van Saxion en Bronkhorst High Tech; innoveren en leren tegelijk. Studenten zetten onder begeleiding een eigen bedrijf op, waarbij ze vervolgens alle fasen van productontwikkeling doorlopen. Van idee tot productspecificatie, van marketing tot ontwerp. Inspirerend!
Een ander mooi initiatief vind ik de Centers of Expertise. Deze centra vormen netwerken van ondernemers, wetenschappers, docenten en studenten. Er wordt door hen samen naar oplossingen voor innovatievraagstukken gezocht. Zo verbindt je hoger beroepsonderwijs, wetenschap en bedrijfsleven op een concrete manier. Je werkt immers aan iets waar vraag naar is en wat gebruikt gaat worden.
In de sectoren Water, Chemie en High Tech zijn al 3 Centers of Expertise gestart, en de voorlopige geluiden zijn heel positief. Daarom maakt het kabinet het mogelijk dat ook in de andere topsectoren een Center of Expertise wordt gevormd. Iedereen weet elkaar zo beter te vinden, en die kruisbestuiving leidt tot nieuwe inspiratie, ideeën en kennis!
Wat we nodig hebben is een studiecultuur die draait om uitdaging; het maximale uit je studie en je eigen vermogens halen. De lat mag hoog liggen, en de student die daar niet overheen kan springen zal zijn ambities moeten bijstellen. Niet iedereen kan het niveau van het hoger onderwijs aan.
Afstuderen binnen de daarvoor gestelde norm moet de normaalste zaak van de wereld worden. En het is in het belang van de studenten én de maatschappij dat we afscheid nemen van de 6’jes cultuur. We hebben ambitieuze afgestudeerden nodig die maatschappelijke vraagstukken kunnen oplossen.
En dat is nodig, juist hier.
In Twente groeit de arbeidsproductiviteit minder hard dan in de rest van Nederland, en is het Bruto Regionaal Product lager dan gemiddeld. Het opleidingsniveau is relatief laag. Tegelijkertijd zorgt de groei van de wereldhandel ook hier voor groei in arbeidsplaatsen. Functies waarvoor minimaal MBO, maar vaak nog een hogere opleiding nodig is. De groeiende vraag wordt nog vergroot doordat steeds meer mensen met pensioen gaan.
De grotere bedrijven in Twente hebben aangegeven tot 2020 te maken te krijgen met 30% uitstroom van werknemers door de vergrijzing. En de jonge innovatieve bedrijven zullen in diezelfde periode een verwachte groei van 100% doormaken! Beiden krijgen dus een groot probleem om de vacatures te vullen. In heel Twente worden de komende jaren 30.000 vacatures verwacht. En zoals iemand zei: ‘die kunnen niet worden gevuld met mensen uit de kaartenbakken van het UWV!’.
De grootste sociaaleconomische uitdaging voor Twente wordt dus de match van vraag- en aanbod op de arbeidsmarkt.
Dames en heren,
Er is ook genoeg goed nieuws.
Twente is een innovatieve regio, heel belangrijk voor de Nederlandse kenniseconomie. Mondiale spelers zoals Grolsch, Norit, TenCate, Stork Fokker en Boeing hebben hier hun basis, of betrekken hun kennis en producten uit Twente. Er zijn hier zo’n 750 high tech- en kennisintensieve bedrijven, waar ruim 26000 mensen werken.
En omdat je hier in Twente nu eenmaal met één been in Duitsland staat, wordt veel samengewerkt met de oosterburen. Het is niet voor niets dat het begrip Euregio hier is uitgevonden! Er wordt over de grenzen gekeken, en er wordt volop geïnnoveerd.
De R&D loonkosten per werknemer liggen in Twente ver boven het landelijk gemiddelde. Het aantal aanvragen voor de WBSO is de afgelopen jaren met ruim 80% toegenomen. In 2009 is er in het kader van de WBSO 167 miljoen euro aan loonkosten voor R&D toegekend. Innovatie is hier hot!
En wat zo mooi is: veel van de nieuwe generatie ondernemers uit Twente behoren tot de snelst groeiende bedrijven in Nederland. Dat zie je bijvoorbeeld aan de Deloitte Technology Fast 50, een jaarlijks terugkerende verkiezing van de 50 snelst groeiende technologiebedrijven in Nederland. Dik 10% komt uit Twente.
Er gaat al veel goed. In Twente én bij Saxion.
Saxion werkt nauw samen met het bedrijfsleven, en vice versa. Bedrijven komen met gastdocenten in de school. Een vierjarige opleiding bestaat voor 8 tot 10 maanden uit stages. Studenten werken aan concrete opdrachten in bedrijven, zodat de praktijk echt gaat leven. En dat wérkt.
Neem nou Enerdeco, één van de ‘helden’ van Saxion. Twee jongens die hier werktuigbouwkunde studeerden zijn in ’99 een eigen bedrijfje begonnen. Ze gaven energieadvies vanuit een kantoortje in Saxion. Inmiddels werken ze met 20 medewerkers aan energiebesparing van gebouwen. Een mooie spin-off van Saxion, en zo zijn er meer voorbeelden.
Wat hier gebeurt op het gebied van samenwerking onderwijs-arbeidsmarkt verdient een pluim. Het is een voorbeeld van hoe het moet. Een compliment dus voor Saxion, het bedrijfsleven, de regionale overheid, de Kamers van Koophandel en alle betrokken studenten, docenten, lectoren en ondernemers. Het swingt hier! Dat is ook terug te zien in Saxions’ resultaten uit 2010.
Een bovengemiddelde studenttevredenheid, de uitverkiezing als beste hogeschool voor deeltijdonderwijs en de beste werkgever in het onderwijs. Toch draait het nu, aan het begin van een nieuw hogeschooljaar niet alleen om het vieren van behaalde successen. Het gaat juist ook om heldere doelen voor de toekomst. Want zoals de financiële bijsluiter zegt: ‘successen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst’. Zo’n doel voor Saxion en Twente zou wat mij betreft groei en impact zijn. Ik zal dat uitleggen.
Er zijn hier veel startende ondernemers die kleine bedrijfjes opzetten. Maar nog te veel van deze ondernemingen komen na hun start niet verder. En dat is jammer, want juist groeiende bedrijven leveren een belangrijke bijdrage aan innovatie en productiviteitsgroei. Daar ligt een kans voor Kennispark Twente, waar 330 bedrijven zijn verzameld en bijna 6000 mensen werken. Ondernemers hebben er toegang tot talent en expertise, baanbrekend onderzoek en diverse vormen van financiering en coaching.
Een unieke samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs -Saxion!- en onderzoek. Het is een mooie uitdaging voor de partners van het Kennispark er voor te zorgen dat deze bedrijven de komende jaren flink gaan groeien. En daar komt Saxion weer in beeld. Want waar halen de bedrijven in en buiten het Kennispark hun ambitieuze werknemers vandaan?
Hoe zorgt Twente voor genoeg ‘gouden handjes en hoofdjes’ die die groei mogelijk gaan maken? Juist. Al die afgestudeerde toppers van Saxion, maar ook van de Universiteit Twente, van vmbo’s en mbo’s, zijn straks hard nodig. Ook daarom moet de samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen zo hecht mogelijk zijn.
Laat zien wat je nodig hebt als bedrijf, laat zien wat je kan als student en beginnend ondernemer. Kies als hogeschool voor focus. Door te doen waar je goed in bent, en dan nóg beter.
Dat doen jullie door te kiezen voor nanotechnologie, mechatronica en smart materials. Een terechte keuze, want de wereld schreeuwt om duurzame technologieën in producten en diensten. In de zorg, veiligheid, bouw, energie. Daar kan Saxion voor gaan zorgen, samen met het bedrijfsleven, andere kennisinstellingen en partners uit de regio. Zodat de maatschappelijke vraagstukken van vandaag, de kansen van morgen worden. Op weg naar een uitstekende brede kennisinstelling die een profiel kiest, excellentie stimuleert en toekomstbestendig is.
Voor een economisch toonaangevend Nederland, waar welvaart en welzijn hand in hand gaan. Ik denk, nee: ik wéét, dat Saxion daar een belangrijke bijdrage aan kan leveren. Laten we met elkaar zorgen voor een nieuw hogeschooljaar, een nieuw geluid! Voor Saxion, voor Twente, voor Nederland.
Dames en heren,
Hiermee verklaar ik het academisch jaar voor het Hoger beroepsonderwijs Saxion 2011-2012 voor geopend.