Nederland en Duitsland bekrachtigen samenwerking Kunduz
Met de ondertekening van een Memorandum of Understanding (MOU) hebben Nederland en Duitsland gisteren in Berlijn de gemaakte afspraken over de samenwerking in Kunduz en Mazar-e-Sharif officieel bekrachtigd. “Hiermee zijn de laatste randvoorwaarden ingevuld en kunnen we van start”, aldus Directeur Operaties generaal-majoor Tom Middendorp.
Duitsland is in het noorden van Afghanistan lead nation van de International Security Assistance Force (ISAF) van de NAVO. Dit betekent dat de geïntegreerde politietrainingsmissie in Kunduz onder Duits operationeel commando wordt uitgevoerd. “Waar we in Uruzgan als lead nation de gebiedsverantwoordelijkheid droegen en integraal verantwoordelijk waren voor alle aspecten, richt de Nederlandse missie in Kunduz zich op één specifieke deeltaak: het opleiden en trainen van Afghaanse civiele politieagenten”, aldus Van Middendorp. “We vallen dus onder Duitse verantwoordelijkheid en stappen als het ware op een rijdende trein.” Het maken van goede en sluitende afspraken is daarom volgens hem van essentieel belang.
Drieledig
De gemaakte afspraken zijn drieledig. Op de eerste plaats voorziet de overeenkomst in het gebruik van Duitse faciliteiten. Middendorp: “Denk hierbij aan huisvesting, voeding en brandstofvoorziening, maar ook aan de bescherming van de diverse locaties.” Het tweede spoor betreft de logistieke ondersteuning, zoals medische verzorging en medische afvoer, als het transport van personeel en materieel. Tot slot bevat de overeenkomst operationele afspraken om zeker te stellen dat Nederland in geval van nood kan rekenen op steun van de Duitse Quick Reaction Force (QRF) en Duitse vuursteun. “Doordat Nederland zoveel mogelijk gebruik maakt van de Duitse faciliteiten en diensten, kan de focus liggen op onze kerntaak en een maximaal rendement worden behaald.”
Intensief
De ondertekening markeert volgens de Directeur Operaties niet alleen het startpunt van de missie, maar tevens de afsluiting van het voorbereidingstraject. “Die startte met de politieke besluitvorming. Een intensief proces dat in de Kamerbehandeling heeft geleid tot een aanscherping van de eisen, waarbij de focus kwam te liggen op het civiele deel van de politie en op kwaliteitsverbetering in de vorm van langere trainingen van de politie.” De besluitvorming werd op de voet gevolgd door het traject van voorbereiding. Van het verplaatsen van materieel vanuit Nederland en Uruzgan naar Kunduz en het bouwen van voorzieningen door de kwartiermakers, tot het verplaatsen van de eenheden naar het missiegebied.
Uitwerking
Niet op de laatste plaats noemt Middendorp de inhoudelijke uitwerking van de missie. “Met 4 ministeries is een gezamenlijk plan gemaakt over de invulling van de missie en wat we willen bereiken. Hierbij is uitgegaan van een geïntegreerde ketenbenadering, waarbij we ons niet beperken tot alleen basisopleidingen voor de agenten, maar ze vervolgens met de Police Operational Mentoring and Liason Teams (POMLT’s) ook in de praktijk begeleiden en 10 weken aanvullend opleiden. Het laatste deel van de keten betreft de versterking van het rechtssysteem. Dus door ervoor te zorgen dat de boefjes die door agenten worden opgepakt, ook daadwerkelijk vervolgd kunnen worden.”
Met de inzet van ruim 200 civiele en militaire trainers voorziet Nederland in een behoefte en levert het een belangrijke bijdrage aan het transitieproces in Kunduz, om de verantwoordelijkheid over de veiligheid weer over te dragen aan de Afghaanse overheid.