Herindeling: een van onderop gedragen proces
Het uitgangspunt bij gemeentelijke herindelingen is dat deze van onderop tot stand komen. Dat bekent dat het initiatief voor een herindeling bij de gemeenten zelf ligt. In bijzondere gevallen kan ook de provincie het initiatief nemen voor gemeentelijke herindeling. Dit moet zich echter beperken tot de situatie waarin alleen herindeling een duurzame oplossing biedt voor urgente bestuurlijke en/of financiële knelpunten van gemeenten. Dat staat in het nieuwe Beleidskader gemeentelijke herindeling, waarmee de ministerraad op voorstel van minister Donner van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft ingestemd. Het nieuwe Beleidskader vervangt het Beleidskader van het vorige kabinet uit april 2009.
In het Beleidskader zijn ook de toetsingscriteria voor gemeentelijke herindeling opnieuw gerangschikt. De drie belangrijkste criteria waaraan herindelingsvoorstellen worden getoetst, zijn:
- draagvlak bij de gemeenteraden, de inwoners en de regio;
- inhoudelijke noodzaak (zoals de mate waarin maatschappelijke opgaven kunnen worden gerealiseerd);
- urgentie.
Aan de hand van deze criteria wil het kabinet kunnen beoordelen of een herindeling wenselijk is of niet. Dit betekent dat meer accent wordt gelegd op de inhoudelijke noodzaak en de urgentie van gemeentelijke herindelingen.
Tenslotte wordt van gemeentebesturen verwacht dat zij representatief onderzoek (laten) verrichten naar maatschappelijk draagvlak onder burgers en maatschappelijke organisaties voor een herindelingsvoorstel.