Opstelten: massavordering bij faillissement sneller afhandelen
Curatoren kunnen straks faillissementen met grote aantallen schuldeisers sneller afwikkelen. Dat kan door in een faillissement gebruik te maken van de procedure in de Wet collectieve afhandeling massaschade (WCAM). Die maakt het mogelijk een overeenkomst over de afwikkeling van een massaschade verbindend te laten verklaren voor de gehele groep schuldeisers. Dit blijkt uit een wetsvoorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie dat voor advies naar de Raad van State gaat.
Met de maatregel van Opstelten worden de vorderingen van elke schuldeiser niet langer individueel vastgesteld. Nu onderzoekt de curator elke claim afzonderlijk. Dat is bij de afwikkeling van een faillissement met vele duizenden vorderingen bewerkelijk, kostbaar en tijdrovend waardoor de liquidatie van de boedel traag verloopt en schuldeisers lang op hun geld moeten wachten.
Zo’n situatie doet zich voor in het faillissement van de DSB Bank N.V. Tienduizenden DSB-klanten hebben mogelijk een vordering omdat zorgplichten zouden zijn geschonden. De verificatie van deze, vaak relatief geringe, claims is administratief zeer belastend. Bovendien staan de kosten die deze schuldeisers moeten maken meestal niet in verhouding tot de waarde van hun claim.
In de WCAM-procedure worden schuldeisers aan de hand van hun claims in verschillende schadegroepen ingedeeld. Dit maakt de afhandeling eenvoudiger en verificatie is – na verbindendverklaring van de overeenkomst - niet meer nodig. Zowel de Nederlandse Orde van Advocaten als de Stichting Afwikkeling Massaschade hebben met het oog op het faillissement van DSB voor aanpassing van de wet gepleit.