Kabinet vernieuwt auteurscontractenrecht
Het kabinet gaat de contractuele positie van auteurs en uitvoerende kustenaars ten opzichte van hun exploitanten verstevigen. Als een exploitant geld verdient met creatieve prestaties, moet de maker daarvan in redelijke mate meeprofiteren. Dit blijkt uit een wetsvoorstel over wijzigingen in het auteurscontractenrecht van staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie waarmee de ministerraad heeft ingestemd. De maatregel is aangekondigd in de speerpuntenbrief Auteursrecht 20@20 die in april naar de Tweede Kamer is verzonden.
Om de exploitatie van het werk, zoals de uitgave van een boek, de vertoning van een filmwerk of de distributie van een muziekwerk mogelijk te maken, wordt door de maker aan de exploitant exploitatiebevoegdheid verleend. Dit kan door het auteursrecht aan de exploitant over te dragen of door hem voor de openbaarmaking of verveelvoudiging van het werk door middel van een licentie toestemming te verlenen. De auteur is bij deze overeenkomst vaak de zwakkere partij.
Daarom regelt het kabinet dat de maker een recht krijgt op een billijke vergoeding voor het verlenen van exploitatiebevoegdheid. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kan op gezamenlijk verzoek van verenigingen van makers en exploitanten de hoogte van de billijke vergoeding vaststellen. Daarnaast moet de maker een hogere vergoeding kunnen claimen als zijn werk een onverwacht succes blijkt te zijn en de oorspronkelijk overeengekomen vergoeding in geen verhouding meer staat tot de opbrengst voor de exploitant. Een zogeheten bestsellerbepaling.
Ook moet de maker het contract geheel of gedeeltelijk kunnen ontbinden als de exploitant het werk niet voldoende exploiteert. Denk aan het geval dat de auteur wil dat zijn boek ook digitaal wordt geëxploiteerd en de uitgever - die wel de digitale rechten heeft - daar niet toe bereid is. Verder kunnen onredelijke bepalingen in contracten worden vernietigd. Zoals bepalingen die de maker verplichten om al zijn toekomstige werken aan de uitgever over te dragen.
Bij filmwerken blijft de huidige wijze van rechtenoverdracht gehandhaafd. Nieuw is dat de belangrijkste makers recht krijgen op een proportionele vergoeding als zij hun rechten overdragen aan de producent van het filmwerk.
Tot slot komt er een geschillencommissie. Bij problemen tussen makers en exploitanten lijken makers er voor terug te schrikken naar de rechter te stappen. Een efficiënte en laagdrempelige geschillencommissie kan hier een oplossing bieden. Naast individuele makers kunnen ook verenigingen van makers geschillen aan de commissie voorleggen.
De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.