Aanpak vergrijzing bij de overheid
In het openbaar bestuur dreigt de komende jaren een mismatch tussen vraag en aanbod van personeel. Overschotten die ontstaan door noodzakelijke bezuinigingen en door verschuiving van taken door decentralisatie, sluiten niet qua tijd en plaats aan op de tekorten als gevolg van de verwachte uitstroom vanwege de vergrijzing. Om de publieke dienstverlening te waarborgen, is het echter van belang dat de overheid ook in de toekomst over voldoende gekwalificeerd personeel kan beschikken. De opgave voor de toekomst is om hierbij de juiste mensen op de juiste plek te krijgen.
Voor het openbaar bestuur zijn maatregelen voorzien als het investeren in van-werk-naar-werk arrangementen, het vergroten van de flexibiliteit van de organisaties en de mobiliteit van werknemers, en het verhogen van de arbeidsproductiviteit door slimmer werken, sociale innovatie en het bieden van ruimte aan de professionaliteit van werknemers. Voor de arbeidsmarkt in het algemeen ziet het kabinet de oplossing in maatregelen als langer doorwerken, het verhogen van de arbeidsparticipatie, het bieden van aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden en aandacht voor duurzame inzetbaarheid. Dat staat in de kabinetsreactie op het rapport ‘De grote uittocht’, waarmee de ministerraad op voorstel van minister Donner van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft ingestemd.
Het rapport is vorig jaar verschenen als gezamenlijke publicatie van sociale partners van overheids- en onderwijssectoren en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Voor het openbaar bestuur worden de genoemde maatregelen uitgewerkt in het programma ‘Beter Werken in het Openbaar Bestuur’. Dit programma bevat drie lijnen:
- van-werk-naar-werk-arrangementen en het bevorderen van arbeidsmobiliteit;
- aantrekkelijk en modern werkgeverschap en het flexibiliseren van arbeidsinzet in het openbaar bestuur;
- verhogen van de arbeidsproductiviteit en het creëren van ruimte voor de professional.
Het programma ‘Beter Werken in het Openbaar Bestuur’ wordt samen met diverse partijen in het openbaar bestuur, zoals werkgevers- en werknemersorganisaties, opgezet en uitgewerkt.