Nederlandse experts helpen Jakarta in strijd tegen zee
Nederlandse experts gaan de komende twee jaar een plan uitwerken voor de aanleg van een 36 kilometer lange ringdijk die de Indonesische kuststad Jakarta moet beschermen tegen overstromingen. Staatssecretaris Ben Knapen steekt 4 miljoen euro ontwikkelingsgeld in het plan.
Jakarta wordt regelmatig geteisterd door overstromingen. In 2007 kwamen grote delen van de stad metersdiep onder water te staan. Minstens achttien mensen verdronken en ongeveer 300.000 mensen raakten dakloos. De economische schade was enorm; zo moest het vliegveld worden gesloten. De overheid heeft een aantal problemen voor de korte termijn opgelost. Er zijn pompstations hersteld en de weg naar de luchthaven is verhoogd. Maar voor de lange termijn is meer nodig.
"Deze investering in een Masterplan voor de bescherming van Jakarta tegen de zee is een goed voorbeeld van het nieuwe ontwikkelingsbeleid waarbij Nederlandse kennis en kunde een verschil kan maken", zegt Knapen, die zelf getuige was van de overstromingen in 2007. "Het is goed voor de meest kwetsbaren in de stad, die het meeste lijden door de overstromingen. Het kan bijdragen aan de economische ontwikkeling van de regio en het biedt kansen voor baggeraars en aannemers uit de Nederlandse watersector."
De dijk, die net zo lang moet worden als de Afsluitdijk, komt twee kilometer buiten de huidige kustlijn te liggen. Het gebied daarbinnen kan worden ingepolderd en biedt ruimte voor stedelijke ontwikkeling. De verkoop van de grond moet bijdragen aan de bekostiging van de uitvoering van het plan. Op de dijk kan een tolweg worden aangelegd naar de haven Tanjung Priok.
Knapen: "Dit komt niet uit de lucht vallen. We staan bekend om onze kennis. Het Masterplan is een vervolg op een strategische studie naar de oorzaak van de overstromingen en welke oplossingen er zijn. Die is op verzoek van de Indonesische autoriteiten met hulp van Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven tot stand gekomen."
Het Masterplan moet leiden tot concrete ontwerpen en planning voor de uitvoering die naar verwachting 15 jaar in beslag zal nemen. Ook de ministeries van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en de gemeente Rotterdam zijn betrokken. Knapen: "In elke fase kunnen Nederlandse bedrijven een belangrijke rol spelen. Dit gaat verder dan ontwikkelingssamenwerking alleen."