Rijk, provincies en gemeenten maken tussenbalans aanpak krimp op
Rijk, provincies (IPO) en gemeenten (VNG) blijven met de drie ‘topkrimpregio’s’ in Limburg, Zeeland en Groningen gezamenlijk werken aan de aanpak van de gevolgen van bevolkingskrimp. Doel is het overschot aan woningen en voorzieningen aan te passen aan de veranderende omvang en samenstelling van de bevolking zodat de leefbaarheid op peil blijft. Verder wordt de aandacht verbreed naar de tien zogeheten anticipeerregio’s die met krimp te maken gaan krijgen. Om ook op langere termijn de krimp- en anticipeerregio’s leefbaar te houden, moet de regionale economie worden versterkt en is er meer ruimte nodig voor maatschappelijke initiatieven. Dat stellen Rijk, IPO en VNG in de eerste voortgangsrapportage van hun gezamenlijke krimpaanpak. De rapportage is vandaag door minister Donner van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar de Kamer gestuurd.
Bewustwording van de aanstaande krimp is van groot belang zodat regio’s bijtijds maatregelen kunnen nemen die de leefbaarheid op peil houden. In de komende 30 jaar neemt naar verwachting in meer dan een derde van de gemeenten het aantal inwoners af; in een kwart van de gemeenten zelfs met meer dan 2,5 procent. De krimp heeft in combinatie met ontgroening en vergrijzing niet alleen gevolgen voor de woningmarkt, maar ook voor de zorg en het onderwijs. Het Rijk onderzoekt welke bureaucratische belemmeringen samenvoeging van scholen en zorginstellingen in de weg staan en past knellende regels aan. Daarnaast lopen in krimpgebieden 21 experimenten die nieuwe oplossingen moeten opleveren. Zo zijn er onderzoeken naar het effect van het samenvoegen van woningen, de inzet van ICT bij het bereikbaar houden van zorg en het herinrichten van vrijvallende openbare ruimte na sloop.
De aanpak die eind 2009 met het verschijnen van het actieplan ‘Krimpen met Kwaliteit’ van start ging, is volgens de drie partijen goed op stoom. In de topkrimpregio’s komen de plannen nu in de uitvoeringsfase. Voor de aanpak van leegstand en het weer gezond maken van de woningmarkt is voor deze regio’s door het Rijk en lokale partijen 93 miljoen euro beschikbaar gesteld. Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting komt op korte termijn met een rapport over de investeringsmogelijkheden van corporaties in krimpgebieden. Verder blijven Rijk, IPO en VNG werken aan het ‘krimpproof’ maken van regelgeving en geldstromen. Zo wordt in navolging van de aanpassingen in het Gemeentefonds ook bij het Provinciefonds meer rekening gehouden met krimp. Dit leidt tot een herverdeling van respectievelijk 15 miljoen euro voor gemeenten in topkrimpprovincies en 100 miljoen euro per jaar die ook ten gunste komt aan krimpgebieden.
In navolging van het advies van de Sociaal-Economische Raad wordt in de voortgangsrapportage het belang benadrukt van regionale afspraken over het stimuleren van de economie en de arbeidsmarkt. Belangrijk is de inzet op een gezamenlijke aanpak door provincies, samenwerkende gemeenten, onderwijs- en zorginstellingen om te komen tot regionale langetermijnvisie over de toekomstige economische, sociale en ruimtelijke kwaliteiten van een krimp- en anticipeergebied. Rijk, provincies en gemeenten zien nadrukkelijk een rol voor de bewoners van deze gebieden. Verenigingen, gezinnen en individuen krijgen daarbij meer de ruimte om zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de directe leefomgeving.