Noordzee staat stijf van de schol
Er komt volgens de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES) flink meer schol voor in de Noordzee. Verwacht wordt dat ook de haringstand flink zal toenemen. Beide vissoorten hebben geprofiteerd van de afname van de visserijdruk. De toestand van de kabeljauw in de Noordzee is nog steeds zorgelijk.
Dit blijkt uit de jaarlijkse adviezen van de wetenschappers van ICES (International Council for the Exploration of the Sea of ICES). ICES adviseert dat er 15% meer visvangst mogelijk is op schol en op haring. De Europese raad van visserijministers stelt in december de nieuwe vangstquota vast voor 2012, het advies van ICES speelt daarbij een belangrijke rol.
Onderzoekers van IMARES, onderdeel van Wageningen UR, hebben de voorlopige vangstadviezen van ICES vandaag gepresenteerd aan het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I), de visserijsector en maatschappelijke organisaties. Deze adviezen hebben onder andere betrekking op de bodemvisserij op tong, schol en kabeljauw in de Noordzee en op de visserij op haring. Hieronder volgen de beoordelingen door ICES van de voor Nederland belangrijkste visbestanden.
Noordzee schol
De stand van de volwassen schol in de Noordzee is de afgelopen paar jaar flink toegenomen en wordt geschat op ongeveer 523.000 ton in 2011. Dit is de hoogste stand die is waargenomen in de laatste 50 jaar. Deze toename is vooral het gevolg van een afname van de visserijdruk door sanering van een deel van de kottervloot. Deze scholstand is ver boven het voorzorgniveau van 230.000 ton. Het huidige vangstquotum is 73.400 ton. Het beheerplan laat een maximale stijging toe van 15% van het quotum, dat neerkomt op 84.500 ton in 2012.
Noordzeeharing
Ook de haringstand ziet er goed uit. De afgelopen jaren schommelde de haringstand rond de 1.3 miljoen ton waarbij de visserijdruk daalde. De overleving van haringlarven, waar er voldoende van geboren worden, is echter gering. Desalniettemin zijn de nieuwste jaarklassen van gemiddelde omvang en is er de verwachting dat de haringstand toe zal nemen naar twee miljoen ton in 2012. De toegestane vangsthoeveelheid in 2011 is 200.000 ton. Het advies op basis van het beheerplan van de EU en Noorwegen laat een maximale stijging toe van 15% van het quotum, wat neer komt op een vangsthoeveelheid voor de visserij op consumptie haring van 230.000 ton in 2012.
Noordzee tong
De visserijdruk op het tongbestand in de Noordzee is afgenomen sinds de jaren 90, onder andere door het inkrimpen van de vissersvloot, en is de laatste drie jaren stabiel. Het beheerplan voor deze soort voorziet in een verdere verlaging van de visserijsterfte. De volwassen tongstand in 2011 wordt geschat op 36.550 ton. Dat is net boven het voorzorgniveau van 35.000 ton. Het huidige vangstquotum (2011) is 14.100 ton. Het quotumadvies voor 2012 op basis van het beheerplan is 15.700 ton. Deze toename in quotum is het gevolg van een sterke jaarklasse die volwassen zal worden in 2012.
Noordzee kabeljauw
De kabeljauw bevindt zich al een aantal jaren in de problemen. Pogingen om de kabeljauwstand te herstellen hebben onvoldoende effect gehad. Hoewel het bestand toegenomen lijkt te zijn sinds het historische dieptepunt in 2006 is het nog steeds zo laag dat de aanwas van jonge vis in gevaar is. Het vangstquotum voor 2011 is 32.200 ton voor de Noordzee, Skagerrak, Kattegat en het Oostelijk Kanaal. Het quotumadvies voor 2012 op basis van het beheerplan is 31.800 ton. Om het bestand weer zo snel mogelijk binnen veilige biologische grenzen te krijgen moet de vangst volledig stopgezet worden.
Vaststellen vangstquota
De visserijbiologen geven de adviezen in juni zodat de Europese Commissie en de lidstaten zo vroeg mogelijk kunnen starten met het voorbereiden van de besluitvorming over de vangstmogelijkheden voor 2012 in de Raad van Visserijministers. De Commissie bespreekt de adviezen met de visserijsector en maatschappelijke organisaties in de Regionale Advies Raad van de Noordzee (Noordzee RAC). In november maakt de Europese Commissie voor een aantal bestanden vangstafspraken met Noorwegen. Aan het eind van het jaar stelt de Raad van Visserijministers de toegestane vangsthoeveelheden voor 2012 vast. Indien de uitkomsten van de wetenschappelijke surveys, die in het najaar plaatsvinden, wijzen op grote veranderingen in de visbestanden, dan kunnen de visserijbiologen het advies in oktober herzien.
Dit is een gezamenlijk nieuwsbericht van IMARES (Institute for Marine Resources and Ecosystem Studies) en het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I).