Minister Schultz van Haegen komt met Omgevingswet
Het omgevingsrecht gaat fundamenteel op de schop. Het is nu verspreid over meer dan 60 wetten, 100 amvb’s en honderden ministeriële regelingen. Het omgevingsrecht wordt vereenvoudigd, gemoderniseerd, versoberd en uiteindelijk gebundeld in één nieuwe Omgevingswet. Dat schrijft minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.
Doelmatig en duidelijk
Doel van de nieuwe wet is om eenvoudiger en beter aan een duurzame leefomgeving te kunnen werken; mogelijk maken dat ruimtelijke projecten – van (spoor-)wegen , natuurprojecten tot de bouw van een fabriek – doelgericht verlopen. Verschillende planvormen (structuurvisie, milieubeleidsplan, natuurbeleidsplan, waterplan, verkeers- en vervoersplan) worden geïntegreerd tot één plan. “Ik wil een vereenvoudigd en gebundeld omgevingsrecht, dat niet alleen de knelpunten van vandaag oplost, maar ook een goede wettelijke basis biedt voor de maatschappelijke opgaven van morgen. Met de Omgevingswet wil ik de wettelijke kaders voor burgers, ondernemers en overheden verduidelijken en de ontwikkeling en het beheer van de leefomgeving beter beheersbaar maken. En tegelijkertijd wil ik de bestuurlijke afwegingsruimte in de Omgevingswet vergroten”, aldus de minister.
Tijd- en geldwinst
Met de inwerkingtreding van de eerste fase van de wet – naar verwachting in 2013 – worden bestaande wetten zo veel mogelijk ingetrokken. In de wet wordt het gedachtegoed van de commissie Elverding – het belang van investeren in de kwaliteit van de voorbereidingsfase van infrastructurele projecten- nadrukkelijk verwerkt. Schultz: “Ik denk dat flink investeren in de voorkant van het proces zal leiden tot een grote verbetering in de kwaliteit van de projecten. En, ook niet onbelangrijk, het scheelt heel veel tijd en geld”. Besparing op onderzoekslasten is bij die projecten mogelijk met efficiënt onderzoek in de verschillende fasen van het besluitvormingsproces. Naar verwachting is een besparing van 600 miljoen euro jaarlijks op plankosten mogelijk.
Door aan te sluiten bij Europese doelen worden nationale koppen op regelgeving voorkomen, en komt er meer ruimte voor duurzame ontwikkeling en innovatie.