Betere samenwerking Nederlandse en Duitse ziekenhuizen
De Europese landen moeten binnen twee jaar de rechtspositie van patiënten versterken. Dat vloeit voort uit een Europese richtlijn, die op 19 januari 2011 door het Europees parlement is aangenomen.
De richtlijn is een steuntje in de rug voor de samenwerking die al tussen Nederland en Duitsland gaande is. Zo bestaat er al een grensoverschrijdende samenwerking op het gebied van kindercardiologie tussen het Maastrichts Universitair Medisch Centrum en het Universitätsklinikum van Aken en tussen het Universitair Medisch Centrum Groningen en het Klinikum Oldenburg. Jonge Duitse hartpatiëntjes worden nu al vaker in Groningen geholpen dan in het veel verder weg gelegen academische hartcentrum van de Duitse stad Kiel.
Tijdens een symposium op 22 juni in Nijmegen is besproken hoe de Nederlands- Duitse samenwerking tussen ziekenhuizen verder gestalte kan krijgen. Slechts een derde van alle ziekenhuizen in het Nederlands-Duitse grensgebied kent een dergelijke grensoverschrijdende samenwerking.
Duidelijk werd dat niet alleen de ziekenhuizen, maar ook de zorgverzekeraars volgens de nieuwe Europese richtlijn aan zet zijn. De zorgverzekeraars moeten het mede mogelijk maken dat de patiënt altijd de beste behandeling en zorg krijgt: in of nabij zijn eigen woonplaats, korte reistijd en geen administratieve beslommeringen. Tijdens het symposium kwamen de volgende belemmeringen naar voren:
- de verschillen in de zorgstelsels van Nederland en Duitsland
- de verschillen in zorgverzekeringen
- de taalbarrière
- de onderlinge concurrentie
Dagvoorzitter prof. Jan Willem Leer verklaarde dat ‘de betrokken actoren in de gezondheidszorg zich niet alleen bewust moeten zijn van de taal- en cultuurverschillen, maar ook de bereidheid en de wil moeten hebben om deze verschillen te overbruggen.’ Het seminar is op initiatief van de ministeries van BZK en VWS en de Duitse tegenhangers georganiseerd.