Gerichte steun voor Nederlandse ondernemers in het buitenland
Nederlandse ondernemers krijgen meer steun bij het benutten van kansen en oplossen van problemen op buitenlandse markten. De overheid zal daar alle mogelijke internationale contacten voor inzetten. Dat schrijft het kabinet 24 juni 2011 aan de Tweede Kamer in de brief over het internationale economische beleid.
Focus op landen met snelgroeiende markten
“Nederlandse bedrijven verdienen hun geld voor een groot deel in het buitenland,” aldus minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. “Handel en investeringen zorgen voor groei en werkgelegenheid. Daarom zet het kabinet zich actief in voor de belangen van Nederlandse bedrijven in het buitenland.”
De focus ligt op landen met snel groeiende markten zoals China, Vietnam, India of Brazilië. Goede contacten met de overheid kunnen juist in deze landen een belangrijke rol spelen.
Actieplan gezamenlijk optreden in het buitenland
De topsectoren van de Nederlandse economie kunnen zich alleen door samenwerking tussen ondernemers, onderzoekers en de overheid blijven onderscheiden op de wereldmarkt. Bestaande subsidieregelingen worden daarom deels vervangen door een gezamenlijk actieplan over het optreden in het buitenland. Daarvan zullen ook handelsmissies onderdeel uitmaken. De topsectoren zijn: energie, creatieve industrie, life sciences, tuinbouw en uitgangsmaterialen, hightech, water, agrofood en chemie.
Steun voor MKB-starters
Het kabinet geeft kansrijke starters uit het MKB bij de sprong naar het buitenland een steun in de rug. Zij zetten hun eerste stap in internationaal ondernemen vooral in de landen om ons heen. Op deze markten krijgen MKB-starters steun voor het ontwikkelen van een strategie, toegang tot digitale informatie over het land, en advies van ambassades, consulaten en de Netherlands Business Support Offices (NBSO’s).
Het kabinet kijkt bij het internationaal economisch beleid ook naar (voormalige) ontwikkelingslanden. Nederlandse bedrijven kunnen een bijdrage leveren aan ontwikkelingsvraagstukken op het gebied van water en voedselvoorzieningszekerheid kunnen rekenen op steun. Als de ontwikkelingsrelatie wordt beëindig, en overgaat naar economische betrekkingen, worden Nederlandse bedrijven daarbij actief ingezet. Hiervoor stelt het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie jaarlijks een bedrag beschikbaar dat oploopt tot 15 miljoen euro in 2014.
De landeninformatie voor ondernemers en bedrijven wordt verder gedigitaliseerd en blijft gratis. Voor de uitgebreide informatievoorziening voor transparante markten zal de overheid een eigen bijdrage aan het bedrijfsleven vragen.
Topteam hoofdkantoren
De overheid gaat samen met ondernemers en onderzoekers meer werk maken van het aantrekken van buitenlandse investeringen en hoofdkantoren van internationale bedrijven. Het topteam hoofdkantoren heeft daarvoor in juni 2011 ideeën op tafel gelegd die het kabinet gaat verwerken in een plan van aanpak.