Bekendmaking afspraken A15/Bereikbaarheid Arnhem-Nijmegen
De A15 kan worden doorgetrokken naar de A12, waardoor een nieuwe verbinding naar Duitsland ontstaat. Dat maakte minister Schultz van Haegen op 22 juni bekend. Rijk, provincie en stadsregio zijn het eens geworden over de financiering van de nieuwe verbinding die de regio ontlast van files en sluipverkeer. Daar is ruim een miljard euro mee gemoeid. Over het doortrekken van de A15 wordt al ruim een halve eeuw gesteggeld.
Dames en heren,
Welkom.
Ik ben blij dat wij u vandaag kunnen melden dat we een doorbraak hebben bereikt voor misschien wel het ingewikkeldste knelpunt in Oost-Nederland.
Al vele jaren lang werken regio en rijk aan de uitwerking van plannen om de verkeersproblemen in het gebied Arnhem-Nijmegen op te lossen.
Een sleutelrol in de discussie speelt de A15.
Zoals u weet kent de A15 op dit moment een ‘dead end’.
De verkeersader loopt van de Maasvlakte bij Rotterdam dwars door Nederland naar het Oosten.
Maar precies tussen Arnhem en Nijmegen is het: ‘boem; ho’.
Bij Bemmel houdt de weg gewoon op.
Over doortrekking wordt al ruim een halve eeuw gepraat.
Het eerste voorstel daartoe was al opgenomen in het Rijkswegenplan van 1958.
De verkeerssituatie in de regio Arnhem-Nijmegen is verre van optimaal.
En dat heeft een negatieve impact op de bereikbaarheid, de leefbaarheid en de veiligheid.
Bereikbaarheid
Het netwerk in de regio is overbelast. Ondanks alle maatregelen die we nu al nemen (zoals de aanpak van de A50 Ewijk-Valburg met de brug over de Waal).
En de druk neemt de komende jaren alleen maar toe. Dagelijks staan er files op de A50 en de A12. En ook op de A325 en de N325; de zogenoemde ‘Pleijroute’, binnendoor.
Dat kost forensen in deze stadsregio heel veel tijd.
En het is ook een rem op de economische ontwikkeling.
Ten Oosten van Arnhem zitten veel logistieke bedrijven.
Onder meer in Duiven en Zevenaar.
Dit is een belangrijk schakelpunt met Duitsland.
Juist hier hebben we een goede infrastructuur nodig.
Het belang daarvan overstijgt de regio.
De A15 en de A12 zijn internationale corridors die ons verbinden met onze belangrijkste handelspartner.
Een kwart van onze totale export gaat naar Duitsland.
Daarom hebben we niet alleen een Betuweroute nodig.
En niet alleen uitstekende vaarwegen.
Maar óók een goede bereikbaarheid over de weg.
Dat is een leidende gedachte in mijn Structuurvisie Infrastructuur en Milieu. De stedelijke regio’s waar onze topsectoren zijn gevestigd en de hoofdverbindingen naar Duitsland en België krijgen daarin prioriteit.
Leefbaarheid en veiligheid
De huidige situatie is niet alleen onhoudbaar uit oogpunt van bereikbaarheid.
Ook de leefbaarheid is in het geding.
In de regio worden de komende tien jaar tienduizenden nieuwe woningen gebouwd. Denk aan de Waalsprong en aan Westeraam. Daarover zijn goede afspraken gemaakt tussen rijk en regio.
De beroepsbevolking groeit dus. Rond het knooppunt Ressen en tussen Arnhem en Zevenaar zijn nieuwe werklocaties voorzien. Een gezonde gebiedsontwikkeling kan vanzelfsprekend niet zonder investeringen in infrastructuur.
Temeer daar nu al veel verkeer zich door de bebouwde kom van Zevenaar, Duiven, Westervoort, Huissen en Arnhem wurmt.
Dat is een aanslag op het woonplezier van de mensen die daar wonen.
Het leidt ook tot onveilige situaties.
Sluipverkeer veroorzaakt meer ongevallen dan verkeer dat goed doorrijdt op de snelweg.
Overeenstemming
Om al deze redenen ben ik blij dat de provincie Gelderland, de stadsregio en ik elkaar hebben gevonden.
We hebben financiële dekking gevonden voor een gezamenlijke inzet om de problemen het hoofd te bieden.
Ons uitgangspunt voor een bestuurlijke voorkeursrichting is een doortrekking van de A15 van knooppunt Ressen tot aan de A12 tussen Duiven en Zevenaar. Het gaat om een nieuwe weg van ruim 15 kilometer.
De nieuwe weg loopt grotendeels vlak lang de Betuweroute en kruist het Pannerdensch Kanaal met een brug.
Tussen Duiven en Zevenaar komt de weg halfverdiept te liggen.
Er is uitzicht op een goede inpassing, onder meer bij Groessen en Boerenhoek.
En we zorgen uiteraard dat voldaan wordt aan de wettelijke eisen op het gebied van milieu, geluid en natuur.
Met deze maatregelen is een bedrag gemoeid van iets meer dan 1 miljard euro.
We hebben nu zicht op dekking daarvan.
Rijk: 385 miljoen euro.
Provincie en stadsregio: 372,5 miljoen euro.
Tolopbrengsten: 282,5 miljoen euro.
--------------------
Totaal: 1040 miljoen euro.
Rijk en regio investeren dus ongeveer evenveel in dit project.
Het resterende deel zal via tol moeten worden opgebracht (publiek-private samenwerking).
We dagen bedrijven uit om met een scherp voorstel te komen voor aanleg en onderhoud van de weg. Met tol worden de kosten terugverdiend.
Dat luistert nauw.
Het toltarief zal zo zijn dat veel weggebruikers voor de doorgetrokken A15 gaan kiezen, zodat de omliggende wegen daadwerkelijk worden ontlast.
Dat zien we als een gemeenschappelijk belang en dat zullen we dus nauwlettend volgen.
Een tunnel onder het Pannerdensch Kanaal is een van de alternatieven die onder de loep wordt genomen.
Maar die variant vergt een bedrag dat honderden miljoenen euro duurder uitkomt.
Het is niet waarschijnlijk dat die variant haalbaar is.
Hoe nu verder?
We hebben nu de sleutel tot een oplossing in handen.
Het proces zullen we zorgvuldig en zo voortvarend mogelijk doorlopen.
Mensen moeten de gelegenheid krijgen mee te denken en in te spreken. Dat kan na de zomer, als de Trajectnota ter visie wordt gelegd.
De wettelijke adviseurs krijgen de gelegenheid om hun advies te geven.
Begin volgend jaar kan ik dan een standpunt innemen.
Als alles gaat zoals we hopen, kan de bouw op zijn vroegst in 2015 beginnen.
En is de nieuwe verbinding in 2018 klaar.
We hebben dan een hardnekkig knelpunt opgelost in een dynamische regio die voor ons land van onschatbare waarde is.
En tegelijk de verbinding met onze belangrijkste handelspartner op een hoger plan gebracht.
Ik wil gedeputeerde Conny Bieze van Gelderland en portefeuillehouder Bert Jeene van de stadsregio bedanken voor hun inzet.
Er is nu concreet uitzicht op een goede oplossing waarmee we Arnhem-Nijmegen en Nederland in beweging houden.