Bestuurdersdag ‘Wegbeheerders ontmoeten Wegbeheerders’
Minister Schultz wil met gemeenten, provincies en waterschappen afspraken maken over verbetering van de samenwerking bij het beheer van de Nederlandse wegen. Volgens de minister werken de verschillende wegbeheerders nog te veel langs elkaar heen, waardoor menskracht en materieel worden verspild en de dienstverlening aan de weggebruiker niet optimaal is. Dit zei ze tijdens een bijeenkomst van wegbeheerders op 20 juni. Als goed voorbeeld haalde de minister de gladheidsbestrijding in Overijssel aan. Rijkswaterstaat, provincie en gemeenten hebben daar samen strooizout ingekocht en opgeslagen en zijn de gladheid gecoördineerd te lijf gegaan.
Dames en heren,
Welkom op deze bestuurdersdag van Wegbeheerders Ontmoeten Wegbeheerders.
Afgekort: WOW.
Als je je realiseert waar we over praten, dan is de kreet WOW absoluut op zijn plaats.
We hebben het over 137.000 kilometer aan wegen.
Dat is 3,5 keer de aarde rond.
Het Nederlandse wagenpark telt 7,8 miljoen personenauto’s.
En nog eens 1,1 miljoen bedrijfswagens.
Samen bijna 9 miljoen voertuigen.
Een enorm aantal op een relatief klein oppervlak.
We hebben een van de intensiefst gebruikte wegennetten van de wereld.
En een van de veiligste.
Daar mag je wel WOW tegen zeggen.
Wegbeheerder in Nederland is een belangrijke job.
Onze missie is: zorgen dat al die miljoenen mensen niet alleen vlot van A naar B kunnen. Maar óók dat ze heelhuids op de plaats van bestemming aankomen.
Daar komt nogal wat bij kijken.
Het is daarom goed dat we elkaar weten te vinden.
En sinds vier jaar samenwerken in dit platform.
Voor een weggebruiker maakt het niet uit of een weg nu door de gemeente, het waterschap, de provincie of het rijk wordt beheerd.
Hij ervaart het wegennet als één geheel.
Van ‘Dorpsstraat Ons Dorp’.
Tot aan het Prins Clausplein en de A4 bij Burgerveen.
Daarom ben ik blij dat u hier bent.
Goed dat ook de gemeenten sterk vertegenwoordigd zijn.
85% van de totale weglengte in Nederland wordt door gemeenten beheerd.
Uw expertise is goud waard.
Uitwisseling van kennis helpt ons allemaal om ons werk beter te doen.
Om het onderhoud slimmer te organiseren.
Om incidenten snel en veilig af te wikkelen.
Om de kracht van de markt nog beter te benutten met innovatieve contracten.
Om de bewegwijzering en informatievoorziening glashelder en actueel te maken.
Volgens mij staan twee opgaven centraal.
In de eerste plaats: een betere dienstverlening aan de weggebruiker.
En ten tweede: een efficiëntere inzet van de beschikbare middelen.
De weggebruiker wordt vandaag vertegenwoordigd door Guido van Woerkom. Hij zal ons straks vast en zeker een aantal wensen meegeven.
Goed kunnen dóórrijden behoort daar ongetwijfeld toe.
Ik had vorige maand het genoegen om met Guido in Zwolle te zijn, waar we de balans opmaakten van de Spoedaanpak Wegen.
Guido, daar sprak je warme woorden over onze inspanning om 30 fileknelpunten met spoed op te lossen.
Gemiddeld een jaar tijdwinst en 65 procent minder filedruk bij de eerste tien opgeleverde projecten.
We brengen Nederland dus weer in een hogere versnelling.
Maar het kan altijd beter.
Dus ik ben blij dat je hier vandaag opnieuw de stem van de weggebruiker laat klinken.
Dan onze tweede opgave.
Een efficiëntere inzet van middelen.
Want die zijn beperkt.
Daar hebben we allemaal mee te maken.
We moeten er uithalen wat er inzit.
Uit elke meter asfalt.
Uit elke euro.
Winst is vooral dáár te halen waar onze werkzaamheden in elkaar grijpen.
Op de knooppunten van onze activiteiten.
We zijn samen tot veel in staat.
Als we de handen ineen slaan, weten we zelfs bij ingrijpende werkzaamheden de hinder voor de automobilist binnen de perken te houden.
Dat bleek bij de verbreding van de A28 Zwolle-Meppel, bij de Randweg Eindhoven en bij vele andere projecten.
Een goed voorbeeld van krachtenbundeling is ook de samenwerking rond incident-management op het onderliggend wegennet in Zuid-Holland.
Incidentfiles waren in 2009 verantwoordelijk voor 13 procent van de filelast in Nederland. Het is essentieel dat we na een ongeval of ander incident de weg weer zo snel mogelijk vrij en veilig maken.
De provincie Zuid-Holland heeft het initiatief genomen om met alle betrokken partijen te kijken hoe dat zo efficiënt mogelijk kan.
Rijkswaterstaat, hulpdiensten, gemeenten, verkeerscentrale, ANWB; de expertise van alle betrokken partijen werd aangeboord. Met merkbaar resultaat. Daarmee is Zuid-Holland wegbereider geworden voor veel andere regio’s, waar men dankbaar gebruik maakt van de opgedane ervaringen.
Hoeveel positiefs er ook over onze samenwerking te zeggen is… we zijn er nog niet.
Afgelopen winter bleek dat weer bij de gladheidsbestrijding.
In sommige regio’s hadden de wegbeheerders die goed op elkaar afgestemd. In Overijssel bijvoorbeeld, waar provincie, gemeenten en Rijkswaterstaat samen strooizout inkopen en opslaan en gecoördineerd uitrukken als dat nodig is. Dat scheelt mensenkracht en materieel en komt de veiligheid van de weggebruikers ten goede.
In andere regio’s worden die gouden kansen nog niet benut.
In sommige regio’s hebben wegbeheerders het verkeersmanagement samen zo georganiseerd dat ze problemen vóór zijn.
In andere is het ‘vrijheid blijheid’ en vinden ze elkaar pas als het eigenlijk al te laat is.
Daarmee doen we de weggebruiker tekort.
En we doen ook onszelf tekort.
Juist in een tijd dat we elke euro drie keer moeten omdraaien, moeten we ultra-efficiënt zijn.
Ik wil de samenwerking tussen wegbeheerders graag structureel op een hoger plan te brengen en daarover met u ook concrete afspraken maken.
Dan gaat het om het verbeteren van de dienstverlening aan de weggebruiker en over een efficiënte inzet van onze beschikbare middelen. Om het delen van kennis. En om het beter benutten van onze infrastructuur. Daar hebben we elkaar echt bij nodig!
Die afspraken zou ik ook graag schriftelijk vastleggen. Vandaag zullen ongetwijfeld de nodige ideeën naar boven komen die handen en voeten geven aan een intensievere samenwerking.
Dames en heren, samen werken we aan een goede doorstroming en aan veiligheid op de weg.
Dat doen we natuurlijk met de weggebruiker en met organisaties die de weggebruiker vertegenwoordigen.
De grootste van die organisaties hebben we vandaag in ons midden, in de persoon van Guido van Woerkom.
We zijn benieuwd naar zijn visie. Want zoals ik al zei: de weggebruiker staat centraal.
Dank u wel.