Toespraak staatssecretaris De Krom bij de Internationale Arbeidsconferentie in Genève
Op 15 juni 2011 sprak staatssecretaris De Krom onderstaande toespraak uit
Dames en heren,
Het is goed dat we ook dit jaar weer bij elkaar zijn. Het blijft nodig zolang de fundamentele arbeidsnormen nog niet overal verzekerd zijn. Er is nog steeds sprake van kinder- en dwangarbeid. Daarnaast is de vrijheid van vakorganisatie en collectieve onderhandelingen nog niet overal verzekerd. We moeten dus blijven samenwerken om zulke zaken te bestrijden. Vorig jaar had Nederland de eer een conferentie tegen kinderarbeid samen met de ILO te organiseren. Het resultaat was een Roadmap om in 2016 een eind te maken aan de ergste vormen van kinderarbeid. Helder, effectief en krachtig; internationale samenwerking op zijn best.
Dit jaar staat de sociale zekerheid op de agenda van deze conferentie. Nederland kent een activerend sociaal stelsel waarbij het sociale vangnet alleen beschikbaar moet zijn voor mensen die het echt nodig hebben. In ons land kijken we naar wat mensen wél kunnen. Iedereen heeft talenten, iedereen kan bijdragen. Deze overtuiging, omgezet in concrete wetten, heeft er al voor gezorgd dat de instroomkans in, bijvoorbeeld, de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen met 71 procent is afgenomen. Dat is mogelijk door juist te kijken naar de mogelijkheden. We willen deze manier van denken en doen voortzetten: een benadering die zowel krachtig als noodzakelijk is.
De unieke sociaaleconomische kansen en uitdagingen kunnen effectiever aangepakt worden. In Nederland zullen we op den duur een miljoen vacatures hebben. Althans, als we nu niets doen. Het enige dat we kunnen doen is meer mensen aan het werk te helpen. Werk is zowel de economische als sociale motor van de Nederlandse samenleving. En door toe te zien op goed onderhoud, blijft die motor draaien.
Iedere regering moet met haar unieke werkelijkheid overweg kunnen. Dit vergt internationale doelvoorschriften waaraan een regering kan voldoen met het oog op de eigen situatie. Inhoudelijk gedetailleerde normen staan maatwerk vaak in de weg. Een andere benadering van internationale normen is dus nodig. Een benadering waar wij ons allemaal in kunnen vinden. Onze principes blijven natuurlijk onaangetast, maar flexibiliteit om concreet gehoor te geven aan die principes is wenselijk. Zo’n benadering vergroot de kansen op ratificatie en succes.
Ik wil er dus voor pleiten dat de internationale arbeidsnormen worden aangepast aan de sociaaleconomische werkelijkheid. Een werkelijkheid die we niet kunnen veranderen, hoe graag we dat ook willen. Het beleid vergt bewegingsruimte wil je kunnen sturen op resultaten. Huidige ILO-normen zijn in andere tijden en onder andere omstandigheden opgesteld. De werkelijkheid van toen, is niet meer die van nu. We hebben normen nodig die voor ieder land haalbaar zijn. We hebben normen nodig die ons dichter in de buurt brengen van het level playing field. Ik ben ervan overtuigd dat dit mogelijk is zonder de beschermingsnormen tekort te doen.
Dames en heren, het is en blijft noodzakelijk om, hier op de Internationale Arbeidsconferentie, de dialoog aan te gaan tussen regeringen, werkgevers en werknemers. Een dialoog die uit moet monden in gegarandeerde bescherming van werknemers, duurzaam ondernemen en genoeg ruimte voor regeringen om beleid in te voeren. ILO-normen moeten toegesneden worden op deze situaties. Nederland is klaar om deze uitdaging aan te gaan.
Dank u wel.