Jaarcongres van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs
Toespraak Staatssecretaris Weekers van Financiën op het Jaarcongres van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs op woensdag 15 Juni 2011.
Dames en heren,
Het is mij een groot genoegen zo’n groot gezelschap van belastingadviseurs van hoog niveau toe te spreken. Ik heb begrepen dat een aantal van u dit jaarcongres bijwoont als onderdeel van de NOB-opleiding. Ik hoop van harte daar een prikkelende en opbouwende bijdrage aan te kunnen leveren.
Daarom wil ik vandaag enkele vragen met u doornemen. ,,Een goede vraag is een vraag waarop de bevraagde geen, of in ieder geval geen eenvoudig antwoord heeft’’, zei Robbert Dijkgraaf, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, op 30 mei jl in zijn jaarrede. Hij presenteerde vervolgens de 48 grote vragen van de wetenschap als agenda. Daar zitten alomvattende vraagstukken tussen als: Hoe is het heelal ontstaan, en hoe ging het verder? En ook hele praktische, zoals: Hoe kunnen we gezonder eten? Er staan ook zuiver wiskundige vragen in de wetenschapsagenda, bijvoorbeeld: wat kunnen we zeggen over de toekomst van een chaotisch systeem? Dat bracht mij ons belastingstelsel in gedachten. .
Ik laat me vandaag door de lange lijst van de KNAW inspireren. Ik heb geen 48 vragen, ik heb er slechts drie. Drie praktische vragen over het grote en ingewikkelde systeem van onze belastingen.
Mijn eerste vraag luidt: kunnen wij ons complexe belastingsysteem beheersen?
De logische vervolgvraag is: Kunnen we dat systeem beter laten functioneren?
En mijn afsluitende vraag die ik hier wil neerleggen is: hoe kan ik hoogopgeleide adviseurs en fiscalisten als u daarbij betrekken?
Kunnen wij ons complexe belastingsysteem beheersen?
Want een complex systeem is het.
Ik moet nog wel eens terugdenken aan de verhalen van Winnie de Pooh die ik vroeger aan mijn kinderen voorlas. De beroemde beer is op pad met zijn vrienden en raakt ondanks zijn zelf ontworpen kaart hopeloos de weg kwijt. Konijn moppert dat de logica van Pooh’s systeem ver te zoeken is. Waarop Pooh beteuterd zegt dat die logica er ooit wel was toen hij eraan begon. ,,Het is gewoon dat er iets mee is gebeurd onderweg.’’
En zo is er ook onderweg ‘iets’ gebeurd met onze belastingen. Ons belastingsysteem heeft in de basis een heel eenvoudig doel: financiering van de collectieve uitgaven. Maar onderweg hebben we allerlei bij-doelen opgenomen.
We willen goed gedrag belonen en ongewenst gedrag frustreren.
We remmen een onverstandige levensstijl af en moedigen gezond leven aan.
We stimuleren groen en zuinig en dwarsbomen vies en vuil.
Allemaal sympathieke ideeën, maar je moet je afvragen of je niet enorm doorschiet als je dat allemaal met de belastingwetgeving wil regelen.
We hebben met alle goede bedoelingen een bijna onbeheersbaar waterhoofd gecreëerd. We hebben een van de ingewikkeldste belastingsystemen ter wereld, met maar liefst 22 verschillende rijksbelastingen en een schier oneindig aantal aftrekposten.
Dat leidt tot onduidelijkheid, onzekerheid en onbegrip in binnen- en buitenland.
Ons systeem is gevoelig voor ontwijking en fraude. Het pakt soms heel anders uit dan het ooit was bedoeld en het vergt een groot apparaat om het nog een beetje in de vingers te houden. Er werken ruim 30.000 mensen bij de belastingdienst en het kost bijna 3 miljard euro om het apparaat draaiend te houden.
Toegegeven, het zorgt ook voor heel veel werkgelegenheid onder belastingadviseurs.
Dat wel.
Maar ook u kunt uw advieswerk beter en scherper doen als het systeem weinig aan duidelijkheid te wensen overlaat en uw klanten de baas zijn over hun eigen zeker- en onzekerheden.
Dat brengt mij op mijn vervolgvraag:
Kunnen we het systeem béter laten functioneren?
Als ik daar niet in geloofde, zou ik geen staatssecretaris van Financiën willen of kunnen zijn.
Dit kabinet werkt aan een eenvoudig, meer solide en fraudebestendig belastingstelsel.
Een belastingstelsel waarbij de administratieve lasten voor bedrijven met tien procent dalen en de uitvoeringskosten met bijna 400 miljoen omlaag kunnen.
Een stelsel waarbij de opbrengst voorspelbaar is en toch flexibel meebeweegt met de conjunctuur.
En een stelsel dat eerlijk is, waarbij ieder zijn deel betaalt en fraude keihard wordt aangepakt.
Ik zie een toekomstig stelsel met brede grondslagen en lagere tarieven. Minder fiscale instrumenten en belastingsoorten, lagere tarieven in de inkomstenbelasting en een uniformere loonsomheffing.
Daarvoor hebben we geen compleet nieuw belastingstelsel nodig. De fundering van het huis deugt, maar in de loop der jaren hebben we zoveel kleuren en versieringen gebruikt, dat de oorspronkelijke stijl bijna niet meer te herkennen is. Weg dus met al die overbodige extra’s, het is tijd voor strak en helder.
Door een herziening van de loonbelasting, de btw en de winstbelasting worden we aantrekkelijker voor ondernemers, ook uit het buitenland. Ik ben voor verlaging van de vennootschapsbelasting. Dat zou ik graag betalen door een aanval te doen op oneigenlijke constructies, zoals de welbekende ‘sprinkhanen’.
Ik denk dat bijna elke Nederlander zich de afgelopen jaren heeft doodgeërgerd aan de gang van zaken rondom overnames van Nederlandse bedrijven waarbij ze werden overladen met schulden waarmee hun eigen overname is betaald. Mooie, sterke bedrijven maken opeens geen winst meer. In de regel is dit vooral de papieren werkelijkheid. Want de winsten blijven binnen het concern maar worden verschoven naar financieringslichamen elders in de wereld. Ik wil graag zulke praktijken onmogelijk te maken. Met de opbrengst kan het vennootschapsbelastingtarief naar beneden en profiteert iedereen.
Verdere verlaging van de vennootschapsbelasting zou ook kunnen door de aftrekbaarheid van de deelnemingsrente af te schaffen. Dat is een lastige afweging, want ik sta natuurlijk ook voor een gunstig vestigingsklimaat voor het internationale bedrijfsleven. Om die reden heeft het kabinet het Topteam hoofdkantoren van minister Verhagen gevraagd om een advies. Dat wordt een dezer dagen gepubliceerd.
Dat dilemma brengt mij op mijn derde en laatste vraag: hoe kan ik hoogopgeleide adviseurs en fiscalisten als u bij de opwaardering van ons belastingstelsel betrekken?
Iedereen juicht het toe als de tarieven omlaag gaan en fraude wordt aangepakt.
Maar als we regelingen afschaffen is het onvermijdelijk dat sommige mensen daar nadeel van ondervinden. En het is per definitie díe groep die van zich laat horen. Zo werkt het nou eenmaal. Degenen die er op vooruit gaan houden zich stil. Doe ik iets aan het tarief waar kermissen onder vallen, dan krijg ik onmiddellijk een felle brief van de Kermisbond. Niemand zet het tegengeluid op papier. Er is geen bond voor het collectief belang.
Door de financiële krapte waar we mee kampen, heb ik zelfs geen kleine zak geld om oneffenheden mee te dempen. In ons versnipperde politieke landschap ligt elke achteruitgang zeer gevoelig, ook al staan er grote voordelen tegenover. Dat maakt het moeilijk om grote stappen te zetten.
Dat ondervond ik aan den lijve toen ik half april mijn Fiscale Agenda presenteerde, met als een van de mogelijke richtingen afschaffing van het lage btw-tarief.
Dat het een zaak van lange adem zou zijn had ik voorzien. Ik heb nooit de illusie gehad dat een dergelijk idee het zonder slag of stoot zou halen. Maar ik wil het wel bespreekbaar kunnen maken. Het lage btw-tarief gold ooit voor eerste levensbehoeften. Inmiddels is er van alles onder geschoven: bladen, boeken, kappers, schoenmakers, circussen, bioscopen. Allemaal met een reden, allemaal met een specifiek verhaal maar ook allemaal de oorzaak dat het er niet overzichtelijker op wordt. En ook niet economisch efficiënter.
U hoort bij de weinigen in dit land die nooit wakker liggen van ons complexe belastinggebouw. Stoeien met de ingewikkeldste regeltjes is uw dagelijks werk, u draait uw hand niet om voor de 1796 pagina’s van de Pocket Belastingwetten. Toch houd ik hier een pleidooi om ook eens uit te zoomen, de details een moment te laten voor wat ze zijn en met een groothoeklens naar het fiscale landschap te kijken.
U ziet zichzelf toch niet alleen als uitvoerder? U wilt toch ook dat er naar u wordt geluisterd?
Het past bij uw beroepstrots en uw professionaliteit om een visie te formuleren op de toekomst van ons belastingstelsel.
Dames en heren,
Ik heb u drie vragen voorgelegd waarmee ik u graag wil uitdagen. Verbetering van ons belastinglandschap is werk in uitvoering. Snijden en snoeien is vaak zwaarder werk dan uitbreiden en vermenigvuldigen. Dat vergt overtuiging, lef en visie. Ik denk dat ik dat hier in dit gezelschap kan aanboren. Ik wil u als NOB-leden graag uitnodigen om van u te laten horen.
Ik vraag u niet om mij blind te volgen.
Ik vraag u niet eens om mijn ideeën te verdedigen.
Ik vraag u wel om mee te denken over een eenvoudiger, meer solide en fraudebestendiger belastingstelsel.
Ik hoop op uw deskundige bijdrage aan de discussie.
Dank u wel.