Neerslag maakt nog lang geen eind aan droogte
Bericht na derde bijeenkomst Management Team Watertekorten, 9 juni 2011
Ondanks de heftige regenbuien van de afgelopen dagen blijven maatregelen tegen de droogte nodig. Deze buien met een plaatselijk karakter zijn een bekend verschijnsel in de zomer tijdens een droge periode en hebben er voor gezorgd dat de afvoer van de Rijn en Maas iets is gestegen maar nog steeds te laag voor de tijd van het jaar. Doordat de neerslag voornamelijk is gevallen in het noorden en oosten van Nederland is daar het neerslagtekort iets afgenomen. Voor het zuiden en westen is dit gelijk gebleven.
Rijkswaterstaat verwacht dat de afvoer van de Rijn bij Lobith de komende week stijgt tot circa 1250 m3/s. Dat is ruim 950 m3/s minder dan het langjarig gemiddelde. De afvoer van de Maas bij Luik is circa 120 m3/s. Dat is ongeveer 70 m3/s minder dan het langjarig gemiddelde voor deze tijd van het jaar. Op basis van de weersverwachting en de lage afvoer is herstel naar een normale situatie op korte termijn niet te verwachten.
De maatregelen die de waterbeheerders in de afgelopen weken genomen hebben tegen de droogte blijven daarom van kracht. Dat betekent dat het streefpeil in het IJsselmeer en Markermeer blijft verhoogd en dat de watervoorraden in de regionale wateren zoveel mogelijk blijven gehandhaafd. Door de stijgende rivierafvoer is het mogelijk op het Haringvliet beperkt verzilt water naar de Noordzee te spuien. Hierdoor neemt de verzilting van de inlaatpunten voor (drink-)water af. Als de waterstanden op de rivieren het toelaten zal ook worden geprobeerd om door spoelen met zoetwater de verzilting van de Hollandse IJssel verder terug te dringen. Om extra zoutindringing te voorkomen, wordt de scheepvaart nog steeds beperkt geschut en worden de zoutriolen in de Haringvlietsluizen alleen bij eb geopend.
Door de stijging van het water in de rivieren kunnen maatregelen voor de scheepvaart, zoals inhaalverboden voor schepen op de IJssel, iets worden verlicht. Rijkswaterstaat zorgt ervoor dat de scheepvaart goed geïnformeerd wordt door middel van berichten aan de scheepvaart. Tevens wordt dagelijks de diepte van de vaargeul gemeten, zodat er een veilige vaarweg beschikbaar is.
Ondanks de geringe aanvoer van water door de Rijn en de Maas is er voldoende drinkwater voorhanden.
De situatie op zowel de peilgereguleerde (zoals de polders) als de hooggelegen gronden (in Oost-Nederland) wordt nauwlettend gevolgd. De extra dijkinspecties van (veen)kaden door de waterschappen zijn verder uitgebreid. Waar nodig worden beperkte reparaties uitgevoerd en worden dijken nat gehouden. Ook het aantal beregeningsverboden neemt toe. Inmiddels zijn in negen waterschappen beregeningsverboden afgekondigd.
De watertemperaturen zijn de afgelopen week gestegen en daarmee loopt de waterkwaliteit iets terug. Er zijn meer meldingen van blauwalgen, vissterfte en zwemverboden. De waterbeheerders zijn daarom alert op mogelijke waterkwaliteitsproblemen.
De Landelijke Coördinatiecommissie voor de Waterverdeling (LCW) en het Managementteam Watertekorten (MTW) komt wekelijks bij elkaar om de ontwikkelingen te volgen en zo nodig aanvullende maatregelen te nemen.