Iedereen die terug wil naar land van herkomst, kan terug

Illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers kunnen altijd terug naar hun land van herkomst als zij uit Nederland moeten vertrekken. Er zijn geen landen die hun eigen onderdanen niet toelaten als die daar zelf om vragen. Het land van herkomst moet er dan natuurlijk wel van overtuigd zijn dat het om eigen onderdanen gaat. Alleen dán zal een land ook reisdocumenten afgeven als de vreemdeling zelf geen paspoort meer heeft. Als een vreemdeling geen reisdocument van zijn eigen land krijgt, ligt dat vrijwel altijd aan hemzelf.

Dat laat minister Leers (Immigratie en Asiel) weten in reactie op een publicatie van de vluchtelingenorganisatie Inlia. Iedereen die meewerkt aan zijn terugkeer naar zijn land van herkomst, kan gewoon terug. Leers is het niet eens met Inlia dat vreemdelingen opvang in Nederland moeten krijgen zolang zij er door gebrek aan eigen medewerking niet in slagen terug te keren naar hun land van herkomst. Ex-asielzoekers kunnen aan hun vertrek werken vanuit een speciaal centrum in Ter Apel. Zij hoeven dus niet op straat of in detentie terecht te komen.

Leers: “Nederland biedt bescherming aan mensen die dat echt nodig hebben. Omdat zij te vrezen hebben voor oorlogsgeweld of marteling in hun eigen land. Maar als mensen hier geen asiel krijgen na een zorgvuldige beoordeling en een toets door onafhankelijke rechters, zullen zij toch echt terug moeten. Dat kán ook.”

Als een land van herkomst geen reisdocument voor terugkeer afgeeft, komt dat vrijwel altijd doordat de vreemdeling zelf geen of te weinig moeite doet om terug te keren, of zijn vertrek zelfs tegenwerkt. Bijvoorbeeld door tegenover de autoriteiten van het eigen land niets te zeggen over zijn identiteit of nationaliteit, of door onvoldoende of onjuiste gegevens daarover te geven. Bij zo’n gebrek aan meewerken aan vertrek – of zelfs tegenwerking – heeft een vreemdeling geen recht op opvang in Nederland. Ook bestaat dan de mogelijkheid van vreemdelingendetentie.

Ook een land als Iran geeft gewoon een reisdocument (laissez passer) voor terugkeer af, als een Iraniër daarom vraagt. Dat wordt ook van hem verwacht, omdat Iran geen reisdocument afgeeft voor gedwongen uitzetting.

Andere landen geven ook reisdocumenten voor hun onderdanen af als Nederland daarom vraagt met het oog op gedwongen uitzetting.

“Buiten schuld” is uitzondering

Slechts in uitzonderingsgevallen kan een vreemdeling toestemming krijgen in Nederland te blijven met een zogenoemde “buitenschuldverklaring”. Een vreemdeling krijgt zo’n vergunning pas als hij er werkelijk alles aan heeft gedaan om zelf terug te keren naar zijn eigen land, onder andere door bewijzen te verzamelen over zijn identiteit en nationaliteit. De Dienst Terugkeer en Vertrek (een onderdeel van het ministerie van BZK) helpt daarbij. Als alle serieuze pogingen niets opleveren, kan een buitenschuldverklaring volgen.

Terugkeer liefst vrijwillig, desnoods gedwongen

Illegalen en uitgeprocedeerde asielzoekers hebben de plicht om Nederland zelfstandig en vrijwillig te verlaten. Zij kunnen daarbij hulp en financiële steun krijgen van de onafhankelijke Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en de Dienst Terugkeer en Vertrek.

Als vreemdelingen niet meewerken aan zelfstandig vertrek, kan gedwongen uitzetting volgen. In dat geval vraagt Nederland de nodige reispapieren aan en wordt de vreemdeling gedwongen op het vliegtuig gezet. Als het nodig is wordt hij begeleid door een arts, verpleegkundige en/of de Koninklijke Marechaussee.

Gedwongen uitzettingen vinden individueel plaats op gewone lijnvluchten of met speciale vluchten waarbij Nederland een vliegtuig chartert. Zulke vluchten worden met enige regelmaat ook samen met andere Europese landen georganiseerd.

Kort voor een gedwongen uitzetting krijgt een vreemdeling altijd te horen dat hij nog naar een Nederlandse of Europese rechter kan gaan om te proberen zijn uitzetting tegen te houden.

Zie ook: www.dtenv.nl