Daling jeugdige daders van criminaliteit
Na een jarenlange stijging wijzen alle bronnen erop dat het aantal daders van delinquent gedrag onder de minderjarigen (12- tot en met 17-jarigen) voor het eerst lager is dan in het voorgaande jaar. Dit blijkt uit onderzoek dat het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) samen met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft uitgevoerd. Niet alleen het aantal aangehouden verdachten van een misdrijf en strafrechtelijke daders van misdrijven waarbij het OM strafvervolging zinvol achtte, is in 2008 gedaald. Ook het aantal jongeren dat zegt zich in het afgelopen jaar schuldig te hebben gemaakt aan een delict is in 2010 lager dan in 2005. Verder is ook onder jongvolwassenen (18 tot en met 24 jaar) het aandeel aangehouden verdachten en daders tegen wie een rechtszaak is afgedaan na een jarenlange stijging in 2008 voor het eerst afgenomen. Er zijn geen aanwijzingen dat zich veranderingen hebben voorgedaan in regelovertredend gedrag onder twaalfminners (10- en 11-jarigen).
Afname in minderjarige daders ongeacht type databron
Het percentage minderjarigen dat aangeeft zich in het afgelopen jaar schuldig te hebben gemaakt aan lichte en vaak voorkomende delicten is in 2010 duidelijk lager dan in 2005. Ook het aantal aangehouden verdachten en strafrechtelijke daders van een misdrijf is in 2008 voor het eerst afgenomen, maar is nog niet terug op het niveau van 2003. Deze ontwikkelingen worden in de onderstaande figuren gevisualiseerd. De afname in het aantal aangehouden verdachten en strafrechtelijke daders wordt zowel bij de minderjarigen als bij jongvolwassenen gesignaleerd en geldt ongeacht sekse of herkomstgroep, met uitzondering van Marokkaanse jongvolwassenen. Onder deze laatste groep neemt het aandeel verdachten nog steeds toe.
Mogelijke achtergronden van de trends in het aantal jeugdige verdachten van criminaliteit voor de periode 1997 tot en met 2007 zijn wel onderzocht. De resultaten van dit onderzoek worden gegeven in het recente WODC rapport ‘Meer jeugdige verdachten, maar waarom?’.
Afname vermogenscriminaliteit
De gesignaleerde daling is het meest duidelijk voor vermogenscriminaliteit. Het aantal daders van vermogenscriminaliteit onder minderjarigen laat in alle bronnen een afname zien en blijkt ook uit slachtofferenquêtes. Daarom is het verdedigbaar te stellen dat hier sprake is van een werkelijke afname. Ook onder de 18- tot en met 24-jarigen is sprake van een afname in het aantal verdachten en daders van vermogenscriminaliteit. Verder laat het aandeel daders van geweldscriminaliteit onder de minderjarigen een afname zien, maar dat aandeel blijft onder de jongvolwassenen gelijk.
Minder daders van ernstige feiten
De enkele jaren voorheen ingezette daling in het aantal zware sancties, zoals vrijheidsstraffen, continueert onder minderjarigen en jongvolwassenen. Dit wijst erop dat er minder daders van ernstige delicten met justitie in aanraking komen. Het aantal door de rechter opgelegde taakstraffen neemt nog steeds toe onder beide leeftijdsgroepen.
Een dalende trend?
Om te kunnen stellen of sprake is van een dalende trend, is meer inzicht nodig in de achtergronden van de trends in de jeugdcriminaliteit. Op basis van deze studie kunnen de achtergronden van de meest recente daling echter (nog) niet worden geduid. Het kan zijn dat het werkelijk aandeel daders van een strafbaar feit onder jongeren is afgenomen, maar ook de vernieuwde registratiesystemen van de politie en het OM kunnen mede oorzaak zijn van de afname in de statistieken.
Documenten en publicaties
A. van der Laan & M. Blom (2011). Jeugdcriminaliteit in de periode 1996-2010. Ontwikkelingen in zelfgerapporteerde daders, door de politie aangehouden verdachten en strafrechtelijke daders op basis van de Monitor Jeugdcriminaliteit. Den Haag, WODC/CBS cahier 2011-2.
A. van der Laan & M. Blom (2011). Meer jeugdige verdachten, maar waarom? Een studie naar de relatie tussen maatschappelijke ontwikkelingen en de veranderingen in het aantal jeugdige verdachten van een misdrijf in de periode 1997-2007. Den Haag, WODC/Boom Juridische uitgevers, O&B nr. 292.