Persconferentie na ministerraad 27 mei 2011
Minister-president Rutte:
Goed om u te zien voor dit wekelijkse moment. Ik zal een paar dingen uit de ministerraad naar voren willen halen. En daarna graag het gesprek. Om te beginnen hebben we natuurlijk stil gestaan bij de arrestatie van Mladic. We hebben stil gestaan bij de vele slachtoffers van de oorlog in voormalig Joegoslavië en ook de slachtoffers in het bijzonder van de volkerenmoord in Srebrenica. We hopen natuurlijk dat Mladic snel naar Den Haag komt en voor de rechter zal verschijnen. Het is nu echt van belang dat hij na zoveel jaren, het is inmiddels zestien jaar zich voor de rechter verantwoordt voor zijn vreselijke daden. En het is dan ook nu aan het Joegoslavië Tribunaal om hem te berechten. Opeenvolgende ministers van Buitenlandse Zaken, in het bijzonder de laatste jaren natuurlijk Maxime Verhagen en nu recentelijk Uri Rosenthal, hebben zich altijd hardgemaakt voor de uitlevering van Mladic aan het Joegoslavië Tribunaal. En in dat opzicht is ook in het bijzonder te wijzen op de rol van Verhagen toen hij minister van Buitenlandse Zaken was. En hier ook echt een speerpunt van maakte. Die vasthoudendheid lijkt dan ook beloond en we wachten de juridische procedure in Servië af en zullen alle noodzakelijke assistentie verlenen wanneer Mladic naar Nederland komt. Deze week stond verder voor een groot deel van Europa. Gisteren was er het debat over de Staat van de Unie. Ik heb nogmaals de positie van het kabinet ten aanzien van de steun in Griekenland uiteengezet. En dat onderwerp stond ook op de agenda, Griekenland en de situatie van de piig-landen, afgelopen dinsdag tijdens het Beneluxdiner in het Catshuis met de collega’s Leterme en Juncker. In de ministerraad vandaag een belangrijk besluit genomen om ook echt zichtbaar invulling te geven denk ik, want veel tastbaarder kun je het ook niet maken, aan een kleine, krachtige en dienstverlenende overheid. Want we gaan de komende jaren 40% van de kantoorruimte in Den Haag afstoten. De gebouwen gaan leegvallen van Buitenlandse Zaken, Sociale Zaken en van de Plesmanweg. Buitenlandse Zaken en Plesmanweg zullen intrekken in wat er al zit, in de VROM-toren. En Sociale Zaken zal intrekken bij VWS. En dat betekent dus 40% minder kantoorruimte in Den Haag en dat zal allemaal de komende jaren, opbouwend naar 2016, vorm krijgen. En het is ook nodig. Dit is een kabinet met twintig bewindspersonen. We hebben nog nooit zo’n klein kabinet gehad in Nederland na de oorlog. In de jaren ’80 bestond het kabinet nog uit dertig leden. Maar je moet de trap niet alleen bovenaf beginnen met schoonvegen, we gaan ook verder in de overheid door om ook echt te komen tot minder ambtenaren. En dat doen we door niet te zeggen hoeveel fte’s iemand mag hebben, want dan wordt het vervolgens weer omgezet in consultants. En u weet: een consultant pakt je horloge en vertelt je hoe laat het is. Dus dat moeten we niet hebben. Wat we wel moeten hebben, is dat we in de budgetten snijden en door in de budgetten te snijden, slagen we er nu ook echt zichtbaar in om die overheid kleiner te maken. Het mooie is ook dat de departementen dadelijk allemaal in het hart van de Hofstad zitten, dus dat betekent dat een klein, krachtig en dienstverlenend bestuurscentrum de komende jaren in het centrum van Den Haag tot stand komt.
Ander motto van dit kabinet is grenzen stellen en grenzen handhaven. In dat kader hebben we vandaag gesproken over een tweetal wetsvoorstellen op het terrein van de veiligheid. We gaan de verjaringstermijn voor allerlei vergrijpen aanpassen. Voor zware vergrijpen als verkrachting, mensensmokkel en doodslag wordt de verjaring helemaal afgeschaft. Dat geldt ook voor ernstige zedenmisdrijven waarbij kinderen het slachtoffer zijn. Daders zullen hun straf dus niet meer ontlopen. Vervolging van zware delicten, vindt het kabinet, moet altijd mogelijk zijn. De grenzen die we stellen, worden dus ook gehandhaafd. In dat licht vraag ik ook aandacht voor de drugsbrief die vandaag door het kabinet is vastgesteld. Als het aan ons ligt, worden de coffeeshops besloten clubs, waarvan alleen inwoners van Nederland lid kunnen worden. Daarmee stellen we duidelijke grenzen. En wat we ook willen, is ervoor zorgen, als het gaat om de georganiseerde misdaad, want die hangt erg samen met de illegale handel in drugs, dat die hard wordt aangepakt. We streven ernaar dat 40% van het aantal criminele organisaties eind 2014 is opgerold. Een kleine, krachtige staat. Grenzen stellen, grenzen handhaven, maar ook een sterkere economie.
We hebben vandaag, tot slot, uitvoerig gesproken over regeldruk. En dat zal de komende tijd zichtbaar worden in allerlei voorstellen om die regeldruk verder te verminderen. Dat is een groot probleem die regeldruk in Nederland. Dat stelt eisen aan onszelf als kabinet. Iedereen is altijd wel weer geneigd om te zeggen: ja, maar hier heb ik nog wel een regeltje voor nodig. Nou daar gaan we dus zoveel mogelijk mee stoppen. Stelt natuurlijk ook eisen aan de robuuste dialoog met de Tweede Kamer. Het is van groot belang dat we dit gaan doen om er uiteindelijk voor te zorgen dat die economische groei ook in Nederland alle ruimte krijgt. U weet het, de belastingen zo laag mogelijk. De bevolking zo goed mogelijk opgeleid en zo min mogelijk regels dan heb je de beste randvoorwaarden voor een sterke economie.
En tot slot wil ik stilstaan bij het feit dat Prinses Máxima vanavond in het kader van haar veertigste verjaardag een concert aangeboden krijgt van het Koninklijk Concertgebouworkest. Dat is het geval omdat zij daarvan beschermvrouwe is. En een van de aardige kanten van mijn baan is dat ik daar dan, naast de enige duizenden anderen, bij mag zijn.
VULLINGS (Radio1):
Het kabinet pakt de coffeeshops aan. Dat is in het kader denk ik van een veiliger Nederland. En het is ook niet zo gezond voor de mensen. Maar aan de andere kant gokken dat wordt een stuk makkelijk, in elk geval om verslaafd te raken en veel geld kwijt te raken. Want ik mag nu ook briefgeld in die automaten gaan stoppen, kan hogere prijzen winnen, speltempo gaat omhoog. Kortom, het geld vliegt mijn zak uit. En dit allemaal om de speelautomatenbranche een beetje te ontzien. Is dit niet een beetje een vreemd besluit?
RUTTE:
Nee, want dit is ook een kabinet van de eigen verantwoordelijkheid. En u lijkt mij een verstandig man, dus u gaat dat natuurlijk doen op een verstandige manier. En in die zin past ook deze aanpassing daarbij. Het is tegelijkertijd zo dat de bestrijding van verslaving en de bescherming van consumenten ook onderdeel blijven van de voorschriften, onderdeel blijven van inbending van de wijzigingen die we vandaag hebben doorgevoerd. Dus natuurlijk blijven we daar op letten. Maar tegelijkertijd is het wel zo dat we ook vinden dat u niet betutteld moet worden.
VULLINGS:
Nee maar er is ook een rookverbod in Nederland, dus wat dat betreft is er wel een vorm van betutteling. Dus helemaal consequent is het niet.
RUTTE:
Nou ja u weet dat dit kabinet, een van zijn eerste beleidsdaden was dat rookverbod afschaffen voor de kleine cafeetjes.
VULLINGS:
Ik vroeg me af of in grote cafés…
RUTTE:
Ja dat is ook voor de horeca niet verstandig, want juist die kleine cafés hebben uw type bezoekers zo hard nodig.
VULLINGS:
Maar u bent niet bang dat de gokverslaving in Nederland gaat toenemen en dat mensen dan meer in de problemen komen?
RUTTE:
Nee. Kijk als je een goed besluit neemt als kabinet moet je flankerend ook op dat soort zaken letten. Dat zit ook in het besluit dat we vandaag genomen hebben. Maar de betutteling van al die beperkingen die eraan zaten, daar wilden we echt van af.
VULLINGS:
Wat is dat flankerende beleid dan?
RUTTE:
Nou dat is dat wij aandacht zullen vragen de komende tijd, en ook aandacht zullen besteden, ook met de branche, aan de hele vraagstukken van bestrijding van gokverslaving, bestrijding van overmatig gebruik van dit soort instellingen. Maar dat doen we wel op een manier dat uiteindelijk u uw keuzes kunt maken en niet dat de overheid dat voor u doet.
VULLINGS:
Er komen stickers op die automaten: pas op, u kan al uw geld kwijtraken?
RUTTE:
Nou, dat lijkt me niet. Gokverslaving kan uw financiële gezondheid ernstige schade…nee, dat soort stickers hadden we niet voorzien.
VERBEEK (BNR):
De Servische vicepremier heeft vanochtend op BNR gezegd: Nederland heeft nu laten zien dat Nederland hard kan spelen, maar geef ons nu ook een faire kans om de toetredingsstappen tot de EU te zetten. In hoeverre bent u bereid Servië die faire kans te geven?
RUTTE:
Daar zijn we toe bereid.
VERBEEK:
En in hoeverre?
RUTTE:
Daar zijn we toe bereid. Dat betekent dat Servië moet voldoen aan alle eisen waaraan toetredende landen moeten voldoen. U weet dat in het regeerakkoord ook aandacht is besteed aan de Balkan. En de bijzondere positie van de Balkan in het regeerakkoord veronderstel ik als bekend. Maar dat neemt niet weg dat ook Balkanlanden gewoon moeten voldoen aan alle eisen die nodig zijn voor toetreding. Dus dat is het absorptievermogen van de Unie moet getoetst worden. De Kopenhagencriteria. Er was natuurlijk bij Servië een extra showstopper. Dat was natuurlijk ook waar Verhagen de afgelopen jaren heeft ingezet. Dat is de volledige medewerking aan het Joegoslavië Tribunaal. Kijk, op dat punt moet je natuurlijk vaststellen dat Servië een grote stap heeft gezet gisteren. Maar dat betekent nog niet dat daarmee een automatisme is voor toetreding.
VERBEEK:
Maar gaat Nederland een afwijkend standpunt innemen ten aanzien van de toetreding van Servië tot de EU dan andere Europese landen?
RUTTE:
Weet u al wat alle andere Europese landen gaan doen? Ik kan van het totaal niet afwijken als ik niet weet wat de rest doet.
VERBEEK:
Tot nu toe heeft Nederland natuurlijk een strengere lijn gehanteerd. Houdt Nederland die strengere lijn?
RUTTE:
Nee wij hebben altijd gezegd, los van de normale criteria voor toetreding, is er bij Servië een extra zaak aan de orde en dat is de vraag of Servië volledig voldoet aan de eisen van het Joegoslavië Tribunaal. En op dat punt moet je vaststellen dat ze natuurlijk gisteren een hele grote stap hebben gezet met de arrestatie van Mladic. Die was voor ons heel essentieel om überhaupt met een positieve blik te kunnen kijken, of in ieder geval ook Servië willen bekijken met de bril van de normale criteria die nodig zijn voor de uitbreiding van de Unie. En ook de Kopenhagencriteria.
VERBEEK:
Dus Nederland gaat wat dat betreft weer in de pas lopen met de andere Europese landen?
RUTTE:
Ja, maar wij waren ook niet de enige die er aandacht aan besteedde. En wij zullen natuurlijk ook blijven kijken of de man ook echt naar Den Haag komt. Er zitten nog wel een paar jongens daar die we hier willen hebben. Maar dit was natuurlijk een hele belangrijke kwestie. Mladic was natuurlijk wat dat betreft de belangrijkste die moest worden gearresteerd.
VRAAG:
U zei net met een positieve bril kijken naar Servië. Doet u dat?
RUTTE:
Nou ja, met een positieve bril. In ieder geval niet meer door een bril die gekleurd is door de vraag of zij wel voldoende meewerken aan het Joegoslavië Tribunaal. Er van uitgaande dat de man ook naar Den Haag komt. Er van uitgaande dat zij er alles aan zullen doen om ook anderen die we nog op de lijst staan te pakken te krijgen. Maar dat neemt niet weg dat er een nog een hele weg te gaan is. Wij kijken naar Servië zoals we naar Kroatië kijken en naar alle landen kijken, die bij de Unie willen komen. Turkije bijvoorbeeld ook. We hebben normale Kopenhagencriteria. Landen moeten daaraan voldoen en ja iedereen die in de Europese regio ligt kan proberen lid te worden van de Unie maar moet wel voldoen aan de voorwaarden.
VRAAG:
Maar wordt u enthousiast van het idee dat Servië toe kan treden tot de Unie?
RUTTE:
Oh, maar ik behoor niet de groep mensen die vreselijk enthousiast wordt of heel depressief van landen die toetreden. Ik behoor tot de groep mensen die zegt: we hebben de Unie om met z’n allen heel veel geld te verdienen. En als landen aan alle eisen voldoen, ja dan moet je ook mogelijk maken dat zo’n land toetreedt. Maar dan moet het wel aan eisen voldoen. Het probleem in het verleden is vaak geweest dat landen toetraden die nog niet aan alle eisen voldeden en daar is Nederland, denk ik, met dit kabinet een stuk scherper op door te zeggen: voordat je een land laat toetreden, moeten ze wel aan alle eisen voldoen.
VRAAG:
Maar u zei vorige week naar aanleiding van de problemen in Griekenland: ik heb niets met Griekenland. Heeft u wel dus iets met Servië?
RUTTE:
Ik heb net zoveel met Servië als met Griekenland. Griekenland is lid van de Unie en die helpen ons op dit moment niet om veel geld te verdienen. Integendeel, daar moeten we leningen aan geven. Dat bevalt me niet. Maar ze zijn lid van de Unie. Dus dat is een gegeven.
WESTER:
Over Griekenland gesproken. Juncker heeft gisteren gezegd dat Griekenland mogelijk niet aan de voorwaarden van het IMF kan voldoen en dat zou betekenen dat Europa, de eurolanden dan, extra geld zouden moet pompen in Griekenland, en dat waarschijnlijk niet gaat gebeuren. Heeft u daar nog over gesproken in het kabinet?
RUTTE:
Nee, want onze lijn daar is duidelijk. Onze lijn is binnen het bestaande Griekenlandprogramma wat in tranches leningen beschikbaar stelt, komt een volgende tranche alleen beschikbaar als ook het IMF zijn tranche beschikbaar stelt. Dat is voor ons een voorwaarde. Wij waren ook het land wat heeft geijverd voor IMF-conditionaliteiten in het hele proces.
WESTER:
Dus als Griekenland niet kan voldoen aan de voorwaarden van het IMF en IMF stort niet opnieuw geld, dan doen wij ook niet meer mee?
RUTTE:
Zo is het.
WESTER:
En wat zijn daar de risico’s van?
RUTTE:
Daar wordt natuurlijk ook wel over nagedacht: wat dan weer? Om te voorkomen dat alsnog het hele apocalyptische scenario zich ontrolt, maar daarover speculeren in het openbaar kan helaas niet, omdat dan mij verweten gaat worden, wat soms ook collega’s in Europa verweten zou worden, en ook al hier en daar wordt al. Dat je daarmee weer problemen toevoegt. Dus ik kan daar niet openlijk over speculeren. Maar neemt u van mij aan dat we natuurlijk alle eventualiteiten, alle scenario’s wordt nagedacht, omdat je uiteindelijk moet zien te voorkomen dat er een situatie ontstaat waarin Griekenland besmettingsgevaar oplevert voor landen als Portugal, Ierland, Spanje, misschien mogelijk Italië.
WESTER:
Nu liet Wellink vanmiddag weten dat hij alle vertrouwen heeft dat Griekenland wel aan de voorwaarden kan voldoen. Heeft u datzelfde vertrouwen ook?
RUTTE:
Kijk, ik heb geen inzage in de laatste gesprekken die het IMF of de ECB voert in Athene. Dus ik wacht die uitkomsten af en ja voor ons geldt dat wij vertrouwen hebben in het IMF als een zeer kritische waakhond en als het IMF ja zegt, dan zijn wij bereid ook te kijken naar het weer openstellen van een volgende tranche in de lening die in het pakket zat van mei vorig jaar. Maar als het IMF nee zegt, dan zijn we er niet toe bereid.
WESTER:
Vorige week zei u nog over Wellink dat het een man is met groot monetair gezag, dus als hij er vertrouwen in heeft dan zou u dat toch ook moeten hebben?
RUTTE:
Ja, nou goed, kijk eens. Ik neem kennis van wat Wellink erover heeft gezegd en natuurlijk is dat relevant, maar uiteindelijk wat telt, is niet dat je vertrouwen op vertrouwen stapelt. Uiteindelijk wil ik gewoon de harde gegevens hebben en wil ik ook van het IMF zien dat ze zeggen, op basis van ons assessment kunnen we ja of nee zeggen.
VRAAG:
Over fusies ministeries. Ziet u dit als een opmaat naar nieuwe fusies van ministeries, misschien na deze kabinetsperiode uiteraard. VWS en Sociale Zaken, is dat voor u een optie?
RUTTE:
Daar zijn geen plannen voor en wat ik allemaal zelf in mijn hoofd heb zitten, dat is hoogstens relevant als format voor mijn partij, maar vanuit het kabinet hebben wij nu geen plannen klaarliggen. Wij zijn nu teruggegaan naar het geringste aantal departementen in de afgelopen vijftig jaar. Het kleinste kabinet sinds de oorlog. Twaalf ministers, acht staatssecretarissen. En ik moet zeggen: dat is hard werken voor de collega’s. Maar dat is ook goed.
VRAAG:
Een nog kleiner kabinet ziet u niet voor zich?
RUTTE:
Nogmaals, dit kabinet heeft er geen plannen over. Over wat ik allemaal zelf nog in mijn hoofd heb zitten aan dromen, dat komt dan weer bij een eventuele volgende formatie.
JANSEN:
Hillen wil steun geven aan het verlengen van de missie in Libië. Is daar vandaag nog over gesproken?
RUTTE:
Ja dat komt uit…Ik volg dat ook. Ik zeg: Hans, loop je nou niet vooruit op een kabinetsbesluit? Hij heeft dat uitgelegd. Hij zei: dat zit in een stuk wat hij aan de Kamer moest sturen over, wat is het, over de NAVO en daar kon het uit worden afgeleid. Hij heeft er zelf verder geen commentaar op gegeven. Het kabinet wacht nu eerst het besluit af van de NAVO Assemblee. De Noord-Atlantische Raad die vergadert zeer binnenkort. En als daar wordt besloten tot verlenging dan zullen wij er in het kabinet ook naar kijken.
JANSEN:
Zegt u nu eigenlijk niet heel vriendelijk dat u Hillen op zijn vingers heeft getikt?
RUTTE:
Nee. Ik vroeg hem of ik hem op de vingers moest tikken, maar dat hoefde niet, want hij bleek niet voor zijn beurt te hebben gepraat.
JANSEN:
Dat zegt mijn zoontje ook altijd als ik hem vraag van 'moet jij een klap omdat je in de snoeppot heeft gezeten'.
RUTTE:
Nee, maar in dat geval is het vaak waar, maar bij de heer Hillen was dat niet waar. Want wij houden elkaar altijd scherp als er dingen uitlekken in de media over stukken die nog in het kabinet moeten worden besproken. Dan geeft dat ook irritatie bij collega’s, dus dan moet je er het even over hebben. En dat speelde even ook bij deze kwestie, maar Hillen heeft ons volledig conform verleend dat er van zijn kant geen sprake was van ook maar enige mate van voor zijn beurt praten. Dus ik begrijp uw vraag op basis van wat er in de media over is verschenen, maar dat ligt nog helemaal in de besluitvorming besloten.
JANSEN:
Maar even voor alle duidelijkheid: u vindt dus niet dat hij voor zijn beurt heeft gesproken?
RUTTE:
Nee, integendeel. Hij heeft ons…Het is goed dat we het even besproken hebben, maar hij heeft niet voor zijn beurt gesproken.
JANSEN:
En bent u het ook met hem eens?
RUTTE:
Haha, u bent een goed journalist, maar ik begin inmiddels ook wat ervaring te krijgen. Nogmaals, dat gaan wij bespreken in het kabinet zodra er een besluit ligt van de Noord-Atlantische Raad.
JANSEN:
Nee, het is van tweeën één. Of hij heeft voor zijn beurt gesproken en dan klopt dit antwoord. Of hij heeft niet voor zijn beurt gesproken en dan kunt u ook antwoord geven.
RUTTE:
Die is te ingewikkeld voor mij. Moet u even herhalen die logica.
JANSEN:
Of hij heeft voor zijn beurt gesproken, ja ik zeg precies hetzelfde hoor…
RUTTE:
Ja, dan kan ik hem nog eens een keer verwerken…
JANSEN:
Als u zegt dat hij niet voor zijn beurt heeft gesproken, het kabinet spreekt met één mond, dan kunt u hier ook zeggen of u het met hem eens bent. En dat zou logischerwijs 'ja' moeten zijn.
RUTTE:
Nee, er is in de media het beeld ontstaan dat hij dat gezegd zou hebben op basis van informatie die hij blijkbaar aan de Kamer had gestuurd over de NAVO Assemblee die er aankomt. Hij heeft er verder zelf niets over gezegd.
JANSEN:
Maar heeft u een mening over…
RUTTE:
Ik heb daar een mening over, maar die gaan we eerst in het kabinet bespreken, anders zou ik voor mijn beurt spreken.
JANSEN:
Ok. Bent u tevreden met zoals het allemaal gaat met de Nederlandse bijdrage op dit moment?
RUTTE:
De Nederlandse bijdrage, dat wordt zeer gewaardeerd. Maar je moet natuurlijk bij een eventueel besluit over verlenging kijken wat het bondgenootschap doet en moet er ook worden gekeken naar de scenario’s voor de toekomst. Dus wat het is het postconflict-scenario om het maar eens even in goed Nederlands te zeggen. Dat moet allemaal worden besproken in de Noord-Atlantische Raad en op basis van dat besluitvormingsproces moet je dan kijken of je als Nederland gaat verlengen.
JANSEN:
En als we over verlengen praten, hebben we het dan grosso modo over verlengen in dezelfde vorm of moeten we dan ook wat meer of wat minder gaan doen? Moeten we dan ook gaan bombarderen? Komt dat überhaupt ter tafel?
RUTTE:
Nee, daar kan ik echt niet op vooruitlopen. Wil ik echt eerst even goed in het kabinet…daar heb ik dus mijn ideeën over en ook collega’s en daar hebben we ook wel intern met de meest betrokken ministers eerste gesprekken over gehad. Maar de uitkomst daarvan kan ik u pas melden als er echt een kabinetsbesluit ligt in de vorm van een artikel 100-brief. Want dit vraagt wel weer een normale artikel 100-procedure ook. Dus ook de Kamer heeft daar vervolgens iets van te vinden. Dus dat moet ook zorgvuldig. Stap voor stap. Zodra dat er is, bericht ik het.
JULIUS VISCHJAGER:
In samenspraak met de u bekende voorlichter van de SGP zou ik u willen vragen of de Kamerleden Van der Staaij en Dijkgraaf van de SGP om de kranten te laten koppen, hun baard moeten laten staan, omdat ze dus zo vaak worden vergeleken met de Taliban.
RUTTE:
Dank.
JULIUS:
Ik ben benieuwd wat hij daarop antwoordt.
RUTTE:
Wat denk je?
JULIUS:
Denk het wel.
RUTTE:
Heeft Menno dit bedacht? Nee, zij hoeven hun baard niet te laten staan.