"Wie kan moet aan het werk" interview met Paul de Krom in het Parool en AD
Per 2013 moet elke Nederlander die kan werken, aan het werk. Met de nieuwe Wet Werken Naar Vermogen komen de bijstand, wajong (voor jonggehandicapten) en wsw (sociale werkplaats) in één regeling, die door de gemeentes wordt uitgevoerd. Die zien wel de wet, maar niet de bezuiniging van 1,8 miljard euro zitten. Staatssecretaris Paul de Krom (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) zegt echter 'geen kaarten meer in de mouw' te hebben.
Steeds meer gemeentes komen in verzet. Ze vinden de 400 miljoen euro die ze mee krijgen voor herstructurering te weinig. Inmiddels hebben ze de onderhandelaar, de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) al weer naar u teruggestuurd. Moet u ze niet meer tegemoetkomen?
“De zorgen zijn niet nieuw, maar we hebben zeer intensief overlegd met de VNG. Daarom zijn de plannen ook flink bijgesteld en de zorgen gehonoreerd. Die 400 miljoen zaten er eerst niet in, bijvoorbeeld. En de wet zou eerst al per een januari 2012 worden ingevoerd, maar is een jaar uitgesteld omdat de VNG dat te snel vond. De loondispensatie, waarbij de overheid bijpast voor iemand die niet het minimumloon kan verdienen, is uitgebreid naar meer groepen. We hebben echt goed naar ze geluisterd.”
In het akkoord staat ook dat de de huidige groep WSW-ers, z'n honderdduizend man, al hun rechten behouden. Dat betekent dat zij het grootste deel van het budget opslokken. De sociale werkgevers hadden dat graag anders gezien. Waarom die keuze, waardoor de gemeentes nog minder bewegingsvrijheid hebben?
“Wij vinden het juist een hele sociaal verantwoorde keuze: we willen gewoon niet dat mensen hun baan gaan verliezen. Verder ga ik niet aan de arbeidsvoorwaarden zitten. Dat is aan de werkgevers en werknemers. Maar het is wel zo er behoorlijk gunstige voorwaarden zijn bij de sociale werkplaats, met vaak 125, soms zelfs 140 procent van het minimumloon. Niets staat de gemeentes echter in de weg om deze mensen naar gewoon werk te geleiden. Tegelijk worden de indicaties om er in te komen veel strenger.”
Uw medebewindsman Henk Kamp en u verwachten veel heil van de steeds krappere arbeidsmarkt waardoor uiteindelijk steeds meer man aan de slag zullen gaan. Maar dat gaat niet vanzelf.
“Die krapte is inderdaad de belangrijkste factor. Er werken op termijn bijna een miljoen mensen minder. Terwijl er nu 1,4 miljoen man thuiszitten met een uitkering, waarvan bijna een half miljoen aan het werk kan en voor een groot deel ook wil. Bedrijven willen ook wel graag met deze groep aan de slag en kijken steeds verder. Enerzijds omdat ze graag maatschappelijk willen ondernemen, maar ook omdat ze wel zullen moeten. Wij helpen ze met een gereedschapskist: daar zit die loondispensatie in, maar ook premiekortingen, fiscale regelingen en een no-risk polis bij ziekte. Wat we nu vooral doen is de onbekendheid met deze maatregelen wegnemen en het voor de werkgevers eenvoudiger maken. Daar is nog wel een slag te slaan.”
U gaat er ook vanuit dat veel mensen met een beperking graag aan de slag willen en dat bedrijven ze ook graag in dienst nemen. Waar is dat optimisme op gebaseerd?
“Ik neem graag Lingo-presentatrice Lucille Werner als voorbeeld. Zij heeft een beperking, dat zich uit in haar manier van lopen, maar dat is voor haar totaal geen arbeidsbeperking. Ze heeft op een bijeenkomst van het ministerie verteld dat Joop van de Ende haar een kans gegeven heeft en zei daarbij tegen werkgevers in de zaal: weest u ook een Joop van den Ende. Beoordeel mensen op wat ze wel kunnen.”
De gemeentes en werkgevers vrezen dat de bijstand zal oplopen, omdat er minder geld overblijft voor re-integratie.
“Elke verandering gaat gepaard met weerstand en onzekerheid, maar de gemeentes hebben eerder met de wet werk en bijstand laten zien, dat ze prima in staat zijn om nieuwe regels uit te voeren. In het verleden is ook steeds gebleken dat grote veranderingen in de stelsels, of het nou de overgang van de WAO naar de WIA is, of de invoering van de nieuwe bijstandswet in 2004, het gewenste resultaat bereikten. De instroom werd kleiner, de uitstroom groter. Op die weg gaan we voort. Maar ik wil de zorgen die gemeentes hebben zeker niet bagatelliseren. ”
Kijkt u uit naar 8 juni, als de leden van de VNG, de gemeentes, over het bestuursakkoord stemmen?
“Ik wacht het rustig af. Het is logisch dat er nu een stevig debat wordt gevoerd, maar ik ben nu even niet aan zet. Maar laat me nog een ding zeggen. Ik heb mezelf wel eens afgevraagd of we hier ook aan waren begonnen zonder de noodzaak van bezuinigen, en dan zeg ik volmondig: ja, natuurlijk. We moeten aan het werk, we moeten niet meer accepteren dat mensen thuis zitten. Alle stigma's het raam uit.”