Opening Plant One
Speech van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, Maxime Verhagen, Opening Plant One.
Dames en heren,
Hartelijk gefeliciteerd met deze nieuwe proeffabriek, Plant One! Hier komen kennis en ondernemerschap bij elkaar. Die hebben we nodig voor vernieuwende producten. Om oplossingen te vinden voor grote maatschappelijke vraagstukken, zoals het schaarser worden van energie en grondstoffen, en de klimaatverandering. En om kansen te pakken in een wereldeconomie waarvan het zwaartepunt naar het oosten verschuift.
Tien dagen geleden was ik in China. En daar heb ik weer gezien hoe snel dat gaat. China ontwikkelt zich in een sneltreinvaart tot kenniseconomie. Een economie die met ons concurreert. Maar ook een economie waaraan we steeds meer producten en diensten kunnen verkopen. Mits we ervoor zorgen dat ook onze kenniseconomie zich verder ontwikkelt. Want vooral aan kennisintensieve producten zal behoefte zijn. En die kunnen wij leveren!
Dames en heren,
In de Nederlandse chemie werd vorig jaar 48 miljard euro omgezet. Bijna 20 procent van alles wat we exporteren komt uit de chemie. 65 duizend mensen verdienen er in Nederland hun brood mee. De Europese Unie is de nummer-2-chemieproducent in de wereld. En daarbinnen staan wij aan de top. We doen het dus gewoon heel goed!
Die koppositie moeten we vasthouden. En daar werkt u hard aan. Want u investeert maar liefst 2,5 procent van uw jaaromzet, ofwel 1,3 miljard euro, in onderzoek en ontwikkeling. Waarmee u onze kenniseconomie nog concurrerender maakt. En ons internationaal vestigingsklimaat verder verbetert.
Dames en heren,
Nederland heeft natuurlijk fantastische chemische en petrochemische bedrijven als Akzo, DSM en Shell. En ook onze MKB-bedrijven in de chemie doen het heel goed. Het bedrijf Synbra Technology, uit Etten Leur, maakt piepschuim uit suiker. Avantium, uit Amsterdam, bouwt mee aan een proeffabriek voor groene frisdrankflessen. En de firma Latexfalt uit Koudekerk aan den Rijn maakt duurzaam asfalt uit koolzaadolie. Zomaar een paar aansprekende bedrijven en producten, die laten zien dat Nederland ook op het terrein van biobased producten hard op weg is naar de wereldtop. Mits we het juiste onderzoek blijven doen. En mits u geen last heeft van hinderlijke regels. Daar kom ik zo op terug.
We zijn ook een sterk energieland. We produceren gas voor binnen- en buitenland. We distribueren gas – ook uit het buitenland - via onze gasrotonde. We raffineren aardolie. En met alle energieactiviteiten bij elkaar verdienen we zo’n 40 miljard per jaar. Goed voor 7 procent van ons Bruto Nationaal Product. En voor 100 duizend arbeidsplaatsen. Daarom hebben we én energie én chemie aangewezen als topsectoren in ons economisch beleid. Want we kunnen onze productiviteit alleen verhogen door nóg beter te doen waar we goed in zijn.
Dit kabinet wil dat stimuleren. Door ruim baan te geven aan ontwikkeling van de juiste kennis. Door ervoor te zorgen dat u die kennis slim kunt gebruiken in vernieuwende producten. En natuurlijk door u de ruimte te geven om te doen waar u goed in bent, namelijk ondernemen. Zodat uw bedrijf sneller kan groeien.
Ons nieuwe beleid is dus gericht op ondernemerschap, groei en innovatie. En daarvoor hebben we een aantal instrumenten in het leven geroepen:
- Zoals het Innovatiefonds, waaruit innovatieve ondernemers met goede ideeën durfkapitaal kunnen krijgen. Geld dat u krijgt als lening en dat u dus moet terugbetalen. Zo kunnen ook uw collega-ondernemers weer worden geholpen.
- In het regeerakkoord hebben we daarnaast afgesproken om minder met subsidies te werken en meer met lastenverlichting. Daar is 500 miljoen euro voor uitgetrokken.
- Ook verlichten we de administratieve lasten. Door hinderlijke regels te schrappen. En door bedrijven die er goed uitkomen bij controles een inspectievakantie te gunnen. Kwestie van vertrouwen.
Daarnaast hebben we 9 sectoren aangewezen waarin Nederland uitblinkt. Sectoren die kennisintensief zijn. Die veel produceren voor buitenlandse markten. En die extra inzet van de overheid nodig hebben omdat ze nu eenmaal sterk worden beïnvloed door overheidsbeleid. Naast chemie en energie zijn dat agrofood, tuinbouw, water, high tech, life sciences, logistiek, creatieve industrie. Topsectoren dus!
Voor deze sectoren geldt dat juist niet de Háágse dossiers richtinggevend zijn voor het beleid, maar de sectoren zélf. Dat niet Den Háág het beleid voorschrijft, maar dat wij pas beleid maken nadat wij eerst heel goed naar ú hebben geluisterd. Dat dus niet óns aanbod bepalend is, maar úw vraag. Vraaggestuurd beleid dus.
Voor elk van de negen topsectoren hebben we een topteam ingesteld, samengesteld uit een boegbeeld uit de sector, een onderzoeker, een innovatieve MKB’er en een topambtenaar.
Deze teams zijn nu hard bezig om actieagenda’s op te stellen. Zodat we per sector scherp krijgen waar de kansen liggen, welke regels hinderlijk zijn of juist ontbreken, welke kennis nodig is, welk fundamenteel onderzoek moet worden gedaan. En ook welke dwarsverbanden er zijn met andere sectoren. Want sommige hightech producten, zoals medische apparaten of ICT, kun je niet aan één sector toeschrijven. Die ontstaan juist uit cross-overs tussen de topsectoren. Zoals in het onderwijs en de biobased economy.
Dames en heren,
Ik ben heel benieuwd waar de teams mee gaan komen. Ze zijn hard aan het nadenken over hoe ze hun sector innovatiever kunnen maken. Waarschijnlijk zal op veel agenda’s publiek-private samenwerking in Nederland en in Europa een belangrijke plek krijgen. En er zal vast aandacht zijn voor belemmerende regelgeving. Door bijvoorbeeld de handhaving van milieuvergunningen te stroomlijnen. Het zou me ook niet verbazen als er wordt nagedacht over hoe meer regie kan worden gevoerd op de hele onderzoeksketen, van fundamenteel tot toegepast onderzoek. In de chemie is daar al veel ervaring mee. Half juni weten we meer. Want dan komen de topteams met hun agenda’s.
Terug naar Plant One. Deze fabriek is een prachtig voorbeeld van hoe we ons vestigingsklimaat kunnen verbeteren. Plant One gaat innovaties tot leven brengen. Een van de eerste pilots zet in op membraantechnologie waarmee complexe scheidingsprocessen efficiënter kunnen verlopen. Dat zijn innovaties die ons helpen om schoner, efficiënter en goedkoper te produceren. Hier worden proefopstellingen gebruikt die je niet zomaar overal kunt plaatsen. Want het moet nu eenmaal ook veilig. Veilig voor de bedrijven en hun medewerkers. Én veilig voor de omwonenden.
Daar zijn scherpe regels voor en die moet je toepassen, die kun je niet zomaar schrappen. Maar deze gemeenschappelijke proeffabriek laat wel zien hoe je regels en toezicht zo kunt inrichten dat ondernemers er individueel zo weinig mogelijk last van hebben. Namelijk met een koepelvergunning, een manier van omgaan met regels, die ik ook graag toegepast zie bij de inrichting van de Tweede Maasvlakte. Want ook dát is vermindering van regeldruk. Bovendien houdt u met deze gedeelde fabriek tijd, geld en energie over om te doen waar u goed in bent: ondernemen en innoveren!
Dames en heren,
Het Rotterdams industrieel complex staat bekend om zijn innovatiekracht, zijn creativiteit, zijn vermogen om samen te werken. Dat zien we hier terugkomen. Ik wil iedereen die aan Plant One heeft bijgedragen dan ook van harte feliciteren. De gemeente Rotterdam, de provincie Zuid-Holland, het Havenbedrijf Rotterdam, werkgeversvereniging Deltalinqs, Carbon Stars, Rotterdam Climate Initiative, TNO en toezichthouder DCMR, en mijn eigen ministerie. We hebben dit samen tot een succes gemaakt. Hier zie je hoe succesvol samenwerken binnen en tussen topsectoren kan zijn. Zo moet het! Samen. Met alle partijen. Ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid.
Hier in Plant One kunt u alle innovatiekracht en creativiteit gebundeld inzetten. Zodat we ons energieverbruik kunnen terugdringen. Efficiënter gebruik kunnen maken van onze grondstoffen. En onze duurzaamheid kunnen vergroten. Ik zie uit naar nieuwe uitvindingen en producten!
Heel veel succes!