Openingstoespraak project Hollandse Meesters
Op donderdag 18 mei opende staatssecretaris Halbe Zijlstra het project Hollandse Meesters in de Kunsthal te Rotterdam.
• Als iemand het heeft over ‘Hollandse Meesters’, dan denk je toch al snel aan ‘de grote vier’ uit de Gouden Eeuw: Johannes Vermeer, Frans Hals, Jan Steen en Rembrandt van Rijn. Toen zij leefden, had je nog geen film of video. En daarom weten we ook niet zo precies hoe het er in hun ateliers aan toeging. Er werden in ieder geval lange dagen gemaakt, want ze hebben ons heel veel meesterwerken nagelaten.
• Toch blijft het onze nieuwsgierigheid prikkelen, hoe deze meesters vroeger werkten. We zouden ze graag bezig zien en over hun werk horen praten. Zo’n blik achter de schermen geeft je ook een bepaalde kijk op het schilderij. Als je weet hoe iets tot stand is gekomen, dan speelt die kennis mee in je beoordeling.
• Vanuit die gedachte is dit project ‘Hollandse Meesters’ geboren. Want anders dan in de Gouden Eeuw kunnen we nu wél filmen in de werkruimtes van hedendaagse kunstenaars om iedereen te laten zien hoe hun werk tot stand komt. Je bent als kijker getuige van een heel persoonlijk proces, je mag over de schouders meekijken. En je krijgt antwoord op de vraag: “What makes them tick?”
• Documentairemaakster Ineke Hilhorst, een van de initiatiefneemsters van dit project, zei het heel treffend: “Het draait als het ware om de hartslag van het atelier, de plek die zoveel zegt over de kunstenaar. Hoe staat die in het leven, hoe denkt hij?” Met deze atelierportretten komen we erachter. En dat zijn geen zakelijke minidocumentaires, want we hebben hier te maken met filmische kunstenaars die beeldende kunstenaars portretteren: een garantie voor boeiende cross-overs.
• Naast Ineke Hilhorst stonden ook fotograaf Michiel van Nieuwkerk en producent René Mendel aan de wieg van dit project, dat wordt ondersteund door het Mediafonds en het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst. Ik ben blij dat beide fondsen, die op hun beurt worden ondersteund door OCW, elkaar hebben gevonden. Zo’n onverwachte samenwerking leidt tot prachtige resultaten. Ik ga ervan uit dat ook andere fondsen hierdoor worden geïnspireerd.
• Vandaag krijgen we de eerste 15 films te zien. En dit is nog maar het begin van een omvangrijke serie, waarin een hele generatie belangrijke kunstenaars de hoofdrol speelt: de Hollandse Meesters van de 21e eeuw. Voorlopig is hiervoor een lijst van 100 namen gehanteerd. Die canon staat niet in marmer gebeiteld, maar het is wel een representatieve selectie. Daardoor wordt de serie ook een historisch document over hedendaagse beeldende kunst.
• Het Mediafonds en het Fonds BKVB staan achter de ambitie om uiteindelijk honderd films te maken, maar na iedere 20 films worden de resultaten geëvalueerd. Natuurlijk in de eerste plaats op kwaliteit, maar de fondsen hebben al aangegeven dat ook de kijkcijfers zwaar zullen meewegen. Ik juich het vanzelfsprekend toe dat u ook het criterium van publieksbereik hanteert, want dat is een belangrijk punt in het cultuurbeleid van dit kabinet.
• Ook in dat opzicht heeft u er veel werk van gemaakt; u heeft ervoor gekozen om het publiek op verschillende manieren te benaderen. De films zijn nu niet alleen in de Kunsthal te zien, maar straks ook bij de regionale omroepen. Bovendien zijn ze beschikbaar voor musea en u gaat ze permanent online zetten. En dan zijn ze ook nog eens te bekijken in tien mobiele bioscoopjes, speciaal hiervoor ontworpen door kunstenaar Rob Vrijen. Die tweepersoons bioscoopjes staan nu nog in de Kunsthal, maar vanaf 26 juni gaan ze op toernee door het hele land. Alles bij elkaar moet dat wel tot hoge kijkcijfers leiden!
• Zo meteen heb ik de eer om de eerste film te starten. Een portret van de oudste deelnemende kunstenaar, Herman de Vries, gefilmd door Barbara Makkinga. Een prachtige première van een uniek project, dat ik heel veel succes en een mooie toekomst toewens. En voor nu wens ik u allemaal heel veel kijkplezier met Hollandse Meesters!