Erfgoedvereniging Heemschut viert 100-jarig bestaan
Zaterdag 14 mei sprak staatssecretaris Halbe Zijlstra de jubilerende erfgoedvereniging Heemschut toe, tijdens een Bijzondere Algemene Vergadering van Leden in de Ridderzaal. Ook HM de Koningin - beschermvrouwe van Heemschut - woonde deze feestelijke bijeenkomst bij.
Koninklijke Hoogheid, dames en heren,
• Van harte welkom in deze schitterende ambiance van de Ridderzaal. En een heel bijzonder welkom voor hare majesteit Koningin Beatrix, beschermvrouwe van Erfgoedvereniging Heemschut. Daarmee zet u de traditie voort, die in 1914 begon met uw grootmoeder Koningin Wilhelmina en later werd overgenomen door uw moeder, Koningin Juliana. Drie generaties Koninklijke betrokkenheid: vorstelijker kun je het belang van Heemschut niet onderstrepen.
• De Ridderzaal is de aangewezen omgeving om het honderdjarig jubileum te vieren van een vereniging die zich inzet voor de bescherming van ons erfgoed. Want hier kijken de eeuwen op je neer, hier is de rijke geschiedenis van ons land tastbaar. Dit monument is bovendien een symbool van onze parlementaire democratie.
• Toch had het maar een haartje gescheeld - beter gezegd één stem in de Tweede Kamer - of de Ridderzaal was halverwege de 19e eeuw afgebroken. Maar ook toen al was een krappe kamermeerderheid genoeg om verstandige beslissingen te kunnen nemen, waar latere generaties nog altijd dankbaar voor zijn.
• Het was niet voor het eerst dat de Ridderzaal met sloop werd bedreigd, ook in de 17e eeuw waren er plannen voor afbraak. Prins Maurits had hier toen graag een paleis in Italiaanse stijl willen neerzetten, maar het geld ontbrak om die ambitieuze plannen te realiseren. Sindsdien is wel vaker gebleken, dat laagconjunctuur een ‘blessing in disguise’ is voor onze monumenten. Als er weinig geld is, wordt er weinig gesloopt: in tijden van economische voorspoed is die dreiging vele malen groter.
• In de tweede helft van de 19e eeuw begon het besef te groeien, dat het ook een taak van de overheid is om monumenten te beschermen. En met monumenten werden toen vooral gebouwen bedoeld die een grote rol hadden gespeeld in onze geschiedenis. Zo werd het Muiderslot belangrijk gevonden vanwege de Muiderkring die hier in de 17e eeuw bij elkaar kwam, en niet zozeer omdat het een mooi voorbeeld was van middeleeuwse kastelenbouw.
• Mede door de toen nog beperkte definitie van monumenten, kon monumentenzorg op relatief kleine schaal van start gaan. Maar als gevolg van ingrijpende economische, demografische en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen begonnen aan het eind van de 19e eeuw steden en landschappen steeds sneller te veranderen. Veel burgers zagen de afbraak van oude gebouwen met lede ogen aan. En dat leidde 100 jaar geleden tot de oprichtingsvergadering van de Bond Heemschut, die heel toepasselijk plaatsvond in een monumentaal gebouw: de Munttoren in Amsterdam.
• Sinds 1911 is de belangrijkste doelstelling van Heemschut onveranderd gebleven: het behouden van waardevolle monumenten en cultuurlandschappen in Nederland door inzet van vrijwilligers. Met bijna 7.000 leden bent u de grootste particuliere organisatie op dit gebied, vertegenwoordigd tot in de haarvaten van onze maatschappij. U zet zich actief in om ons erfgoed te beschermen; daarnaast vergroot u het draagvlak voor monumentenbescherming met uw website, uw tijdschrift en het organiseren van publieksevenementen.
• ‘Behoud en onderhoud van monumenten blijven taken van de overheid’: dat staat met deze woorden in het Regeerakkoord. Maar daarbij kan de overheid wel een helpend handje gebruiken. De bijna 7000 paar handen van Heemschut zijn dan ook zeer welkom. Met zoveel vrijwilligers kun je bergen verzetten. Mede door uw bijdrage als gewaardeerde en onvervangbare partij in het erfgoedveld, kan het monumentenbeleid van dit kabinet worden gerealiseerd.
• Het kan bijna geen toeval zijn dat Heemschut zijn eeuwfeest viert in 2011: het Europees jaar van het vrijwilligerswerk. In Nederland zijn zo’n vijf miljoen vrijwilligers actief. Zij zetten zich in voor anderen, voor het collectieve belang, en ze zijn daarmee van onschatbare waarde voor onze samenleving. In dit jaar van de vrijwilliger worden deze mensen in het zonnetje gezet om te onderstrepen hoe belangrijk ze zijn. Voor alle leden van Heemschut is het dus dubbel feest!
• Zojuist noemde ik al even het Regeerakkoord. Daar staat ook in dat herbestemming de aandacht verdient, evenals behoud van het religieus erfgoed. Door onder andere ontkerkelijking en krimp zullen de komende tijd duizenden kerken, maar ook industriegebouwen en andere monumenten leeg komen te staan. Een groot deel daarvan zou ik graag willen behouden, als karakteristiek van ons verleden en als identiteitsdrager van vandaag. Dan is herbestemming een uitstekende optie. Door gebouwen een nieuw tweede leven te geven, voorkom je leegstand en verval.
• Leegstaande gebouwen moeten daarom zo snel mogelijk weer een gebruiksfunctie krijgen, waarin de cultuurhistorische waarden voortleven. Herbestemming bevordert een duurzaam en mooier ingericht Nederland; daar zet dit kabinet zich graag voor in.
• Overigens is herbestemming al zo oud als de weg naar Rome. In de Romeinse tijd werden stadsresidenties van gegoede Romeinse families later vaak veranderd in kleinschalige winkelcomplexen: niet omdat ze zo mooi waren, maar uit economische motieven. Of neem vele eeuwen later de Mariënburgkapel in Nijmegen. Rond 1430 gebouwd als onderdeel van een vrouwenklooster, heeft die kapel dienst gedaan als – hou u vast – kazerne, militair hospitaal, theater, concertzaal, oefenruimte voor kunstenaars, schermschool, opslagplaats voor haver en hooi, turfschuur, gevangenis, atelier, katoen- en garenspinnerij, museum, noodkerk, gemeentedrukkerij, gemeentearchief – en tot slot Huis van de Nijmeegse Geschiedenis. Een nieuwe functie gaf telkens weer waarde aan het gebouw: anders had de kapel er waarschijnlijk niet meer gestaan. En zo zijn er nog duizenden andere voorbeelden van herbestemming ‘avant la lettre’. Dit kabinet zet die traditie graag voort.
• Dames en heren, ik ga afronden. Ik feliciteer erfgoedvereniging Heemschut van harte. Normaal gesproken wens je dan ‘nog vele jaren’, maar in dit geval kan ik zonder overdrijving zeggen: ‘nog vele eeuwen!”
• Als herinnering aan deze dag wil ik uw vereniging graag deze oorkonde aanbieden, die ik nu ga ondertekenen. Mag ik uw voorzitter, mevrouw Anneke van Dok van Weel alvast op het podium uitnodigen?