Persconferentie minister Rosenthal na afloop van de ministerraad 13 mei 2011

In de persconferentie na de wekelijkse ministerraad staat minister Rosenthal, bij afwezigheid van MP Rutte, vMP Verhagen en oudste minister Opstelten, stil bij zaken die aan de orde zijn gekomen.

ROSENTHAL:
Vandaag een korte ministerraad. Verschillende ministers afwezig, waaronder de minister-president en de viceminister-president. Als die er niet zijn is de gewoonte dat de vergadering wordt voorgezeten door de oudste in leeftijd. Dat is dan vervolgens Ivo Opstelten. Hij was ook afwezig en ziedaar, ik heb de raad geleid. Daarmee zeg ik dan maar even dat in dit geval de minister van Buitenlandse Zaken het binnenland even bewaakt.

Gisteren was het precies een jaar geleden dat een toestel van Afriqiyah Airways neerstortte bij Tripoli. Met aan boord 104 mensen. Bij dat ongeval zijn zeventig Nederlanders om het leven gekomen, zeventig Nederlanders. Zoals u weet, alleen de 9-jarige Ruben overleefde de crash. Gisteren was dus die herdenkingsbijeenkomst in Den Haag. Die ik heb namens het kabinet bijgewoond. Dat was een zeer indrukwekkende bijeenkomst. Ontroerend. Een gelegenheid waarbij de pijn en de emoties door mensen met elkaar konden worden gedeeld. Ik was daar echt diep door geraakt. Tijdens de bijeenkomst kwam ook aan de orde dat veel vragen over de toedracht van de ramp nog niet zijn beantwoord. Dat is ook niet verwonderlijk, want we zitten met een toestand daar in Libië die het erg moeilijk maakt om het onderzoek snel af te ronden. Ik begrijp het ongeduld van de nabestaanden, want onzekerheid is het meest kwellende wat je kan gebeuren. Wij hebben besloten om te kijken of er wegen zijn om het onderzoek langs andere kanalen te doen. Dat heb ik gisteren ook al kenbaar gemaakt zelf. Als ik het dan over wij heb, is dat niet alleen Buitenlandse Zaken maar ook het ministerie dat de luchtvaart doet, namelijk het ministerie van Infrastructuur & Milieu, en daar dan collega Atsma. Laat ik u zeggen dat over Libië natuurlijk meer te melden is dan dat. U weet, en dat wil ik er toch nog even uitpikken, dat er een missie van de Benelux in Benghazi is om dat factfinding te doen. De internationale gemeenschap kijkt ook met grote belangstelling en ook grote aandacht en ook in zekere urgentie naar hoe het aan die kant gaat. U weet overigens dat Nederland, anders dan Frankrijk en Italië, de Overgangsraad in Libië niet erkent. Wij erkennen geen regeringen, maar we erkennen staten.

We hebben in de raad vanmorgen ook gesproken over de actuele situatie in Syrië. Die is uitermate zorgwekkend. Op grote schaal worden daar mensenrechten geschonden. Nederland heeft zich vanaf het begin sterk gemaakt voor een krachtige politieke boodschap naar het Syrische regime: geen geweld, respect voor mensenrechten, vrije toegang ook van de media tot het land. Deze week is in internationaal verband besloten om de duimschroeven ook verder aan te draaien. Daarbij geldt vanuit Nederland dat wij vinden dat hulpprogramma’s naar Syrië gestopt moeten worden, dat de associatieakkoordgesprekken moeten worden gestaakt. Die zijn ook inmiddels gestaakt. We hebben ook besloten tot een wapenembargo en maatregelen tegen topfunctionarissen van het regime, met inbegrip van zaken als reisverboden en bevriezing van tegoeden. Dat is volgens ons nog niet voldoende. Er zullen meer sancties nodig zijn nodig. Alleen met sancties is het altijd zo, dat kan je niet in je eentje doen. Daar heb je ook de andere landen voor nodig. Dus in dit geval de EU en de VN.

Ik kan u verder melden vanuit de raad dat we kort hebben vooruitgeblikt op Verantwoordingsdag komende woensdag. Voor het eerst hebben we het Financieel Jaarverslag van het Rijk en de andere verantwoordingsstukken al openbaar gemaakt. Uit die stukken komt naar voren dat de economische crisis een zware wissel heeft getrokken op onze overheidsfinanciën. Er is inmiddels zo te zien sprake van een zeer voorzichtig herstel, maar de noodzaak om het huishoudboekje op orde te brengen blijft onverminderd groot. De 18 miljard waarvoor we hebben getekend, staan onverminderd en onverkort overeind. We zijn ons als kabinet terdege ervan bewust hoe zwaar dit allemaal valt. We zullen daar allemaal ons steentje toe moeten bijdragen, ook vanuit de leden van het kabinet. Dat hebben collega Knapen en ik de afgelopen tijd natuurlijk ook al gedaan met verlaging van het OS-budget, het ontwikkelingssamenwerkingbudget en de modernisering van het postennet.

Laat ik bij wijze van inleiding nog een paar punten noemen die we in de ministerraad hebben doorgenomen. We hebben enkele besluiten genomen over nogal uiteenlopende onderwerpen, zoals de geriatrische revalidatiezorg, van AWBZ naar de Zorgverzekeringswet. De duurzame bio-economie en er is een benoeming van een nieuwe vertegenwoordiger van Nederland bij het IMF - zeer belangrijk, want dat is dan het bestuur van het IMF – Menno Snel. Kortheidshalve verwijs ik naar de persberichten.