Geldigheidsduur nieuwe Wsw-indicaties per 15 mei 2011 verkort
Vanaf 1 januari 2013 is de Wet Sociale werkvoorziening (Wsw) nog slechts toegankelijk voor mensen die alleen beschut kunnen werken. Mensen die bij een gewone werkgever aan de slag kunnen, moeten dat ook doen. Dit staat in de hoofdlijnennotitie Werken naar vermogen (Wnv) die de staatssecretaris op 21 april naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Het is ongewenst dat nieuwe indicaties op basis van de bestaande Wsw nog lang doorlopen ná de datum van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet werken naar vermogen. De staatssecretaris heeft het UWV daarom verzocht, vooruitlopend op de invoering van deze wet, de geldigheidsduur van de nieuwe Wsw-indicaties aan te passen.
De geldigheidsduur wordt als volgt aangepast:
- De geldigheidsduur van indicatiestellingen voor degenen van wie UWV de indicatieaanvraag ontvangt in de periode 15 mei 2011 tot en met 31 december 2011 wordt twee jaar.
- De geldigheidsduur van indicatiestellingen voor degenen van wie UWV de aanvraag ontvangt in de periode van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 wordt één jaar.
In de hoofdlijnennotitie Werken naar vermogen staat dat de huidige systematiek van rechten en plichten in de Wsw niet verandert voor de groep mensen die op dit moment een Wsw-indicatie heeft. Mensen die op of na 15 mei 2011 op de wachtlijst komen en na 1 januari 2013 nog niet aan het werk zijn, worden opnieuw geïndiceerd. Deze herindicatie gaat dan volgens het nieuwe criterium voor “beschut werk”.
Werken naar Vermogen
21 april jl. heeft het kabinet de notitie werken naar vermogen aan de kamer gestuurd. In deze notitie kondigde het kabinet aan dat op 1 januari 2013 de nieuwe Wet werken naar vermogen (WWNV) wordt ingevoerd, een uniforme regeling die meer mensen met een beperking aan werk moet helpen.
De WWNV komt in de plaats van de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de Wet Investeren in Jongeren (WIJ). Daarnaast zullen mensen uit de Wajong die kunnen werken en mensen die straks aankloppen bij de sociale werkvoorziening, maar in staat zijn bij een gewone werkgever aan de slag te gaan, onder de WWNV vallen. De Wajong blijft bestaan als vangnet voor jonggehandicapten die helemaal nooit kunnen werken. De sociale werkvoorziening blijft intact als voorziening voor ‘beschut werk’, maar het aantal plekken zal op termijn teruglopen omdat meer mensen bij een gewone werkgever aan de slag kunnen.