Nederland en Peru sluiten WOTS-verdrag
Vandaag hebben minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal en zijn Peruaanse collega José Antonio García Belaunde hun handtekening gezet onder een WOTS-verdrag*.
Hierdoor kunnen inwoners van het Koninkrijk der Nederlanden die in Peru tot een onherroepelijke gevangenisstraf zijn veroordeeld, verzoeken om hun strafrestant uit te zitten in een van de landen van het Koninkijk. Peruanen die in een van de landen van het Nederlandse Koninkrijk zijn gedetineerd, kunnen ook een beroep op het verdrag doen. Gedetineerden in buitenlandse gevangenissen kunnen door hun overbrenging naar Nederland beter voorbereid worden op hun terugkeer in de Nederlandse samenleving. Het verdrag treedt in werking zodra de parlementen van beide landen het hebben goedgekeurd.
In Peru zitten 117 Nederlanders vast. Door het verdrag krijgen gedetineerden geen recht op overbrenging. Zij kunnen een verzoek indienen nadat ze onherroepelijk zijn veroordeeld. Beide landen moeten instemmen met het verzoek van de gedetineerde. De overbrenging betekent voor Nederlandse gedetineerden in Peru geen strafverlaging. Alleen wanneer een Peruaanse straf hoger is dan het Nederlandse strafmaximum, wordt de straf bijgesteld tot het Nederlandse maximum. Peru zal daarmee eerst moeten instemmen, maar kan de overbrenging ook weigeren.
De twee ministers spraken verder o.a. over mensenrechten, samenwerking bij de bestrijding van drugshandel, bevorderen van wederzijdse investeringen en uitwisseling van kennis op het gebied van watermanagement en justitie- en defensiesamenwerking.
* WOTS staat voor Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen