Waterbeheerders spelen in op aanhoudende droogte
Rijkswaterstaat en de waterschappen nemen maatregelen in verband met de droogte. Door het aanhoudende droge weer is de afvoer op de Rijn en Maas sterk afgenomen.
Bij het aanhoudende droge weer zullen de rivierafvoeren en de grondwaterstanden langzaam verder afnemen. Rijkswaterstaat en de waterschappen houden de situatie daarom scherp in de gaten.
Afgelopen weken is er in Nederland en ook in de stroomgebieden van Rijn en Maas weinig neerslag van betekenis gevallen. De afvoer van de Maas bij Luik daalt en bedraagt momenteel 80 kubieke meter per seconde (m3/s). Dit is circa 100 m3/s lager dan normaal voor de tijd van het jaar.
De wateraanvoer van de Rijn is zeer laag voor de tijd van het jaar en bedraagt momenteel 975 m3/s. Naar verwachting zal de afvoer bij Lobith in de komende dagen licht dalen. Het langjarige gemiddelde voor begin mei bedraagt circa 2.300 m3/s. De Rijnafvoer is inmiddels lager dan in 1976 in dezelfde tijd van het jaar. Alleen in 1921 was er bij Lobith een nog lagere Rijnafvoer in deze periode van het jaar.
De maximaal toelaatbare waterpeilen op meren en kanalen zijn gehandhaafd. Het IJsselmeer en Markermeer zijn momenteel goed gevuld. De buffervoorraad water is groter dan normaal en hoefde in de afgelopen periode nog niet te worden aangesproken. Op dit moment kan nog aan alle watervraag vanuit de Rijn en het IJsselmeer worden voldaan. Nu het groeiseizoen op gang komt zal de watervraag vanuit de landbouw snel toenemen. Rijkswaterstaat blijft daarom alert op het verloop van de rivieraanvoer en de watervraag.
Waterschap Vallei en Eem heeft een beregeningsverbod afgekondigd. Mogelijk worden er de komende dagen ook door andere waterschappen beregeningsverboden ingesteld. Dit gebeurt met name in gebieden waar de grondwaterstanden laag zijn en waar geen water naar toe geleid kan worden. In droge perioden zijn waterschappen alert op uitdroging van veendijken en zijn daarom gestart met extra inspectie van deze dijken.
De lage waterstand van de rivieren heeft gevolgen voor de binnenvaart. De vaargeul op de Boven-IJssel tussen Arnhem en Zutphen is smaller dan normaal. Rijkswaterstaat heeft daarom op vijf bochten in de IJssel een verbod ingesteld voor het ontmoeten (elkaar tegenkomen) en voorbijlopen (inhalen) van schepen. Het verbod geldt voor alle schepen met uitzondering van de kleine schepen. Normaal gesproken is het verbod alleen van toepassing op schepen die groter zijn dan 80 bij 9,50 meter.
Schepen kunnen minder zwaar worden beladen, waardoor er meer schepen in de vaart zijn. Op onder meer de Twentekanalen leidt dit tot langere wachttijden bij de sluizen Eefde en Delden. In overleg met bedrijven aan het kanaal, die afhankelijk zijn van deze transportweg, zijn de bedieningstijden van beide sluizen verruimd en kunnen de wachttijden beperkt blijven.