Korte toespraak Rutte bij herdenking van Max van der Stoel in Eerste Kamer
Mark Rutte heeft in de Eerste Kamer een korte toespraak gehouden bij de herdenking van
oud-minister van Buitenlandse Zaken en minister van Staat Max van der Stoel. Van der Stoel overleed op 23 april 2011 op 86-jarige leeftijd.
We herdenken vandaag Max van der Stoel. Een man met een imposante staat van dienst in het publieke domein. In Nederland, waar hij bijna iedere denkbare politiek-bestuurlijke functie bekleedde: Tweede Kamerlid, Eerste Kamerlid, staatssecretaris, minister, staatsraad, minister van Staat. Maar we zullen Max van der Stoel toch vooral blijven herinneren als een man die buiten onze landsgrenzen het verschil wist te maken: als lid van het Europees Parlement, als permanent vertegenwoordiger van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Verenigde Naties en als Hoge Commissaris inzake Nationale Minderheden van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa.
Max van der Stoel was een rasdiplomaat. Door en door integer en beheerst. Gereserveerd en geduldig. Discreet en scherpzinnig. Iemand die de zaak altijd boven zichzelf stelde. Zelf zei hij in 1974 zo: 'Ik heb sterk de neiging een kwestie eerst te doordenken, dan trek ik mijn conclusies. Ik vind het juister dat te doen wat voor de zaak zelf relevant is – n’importe de kritiek. Als je met spectaculair optreden minder bereikt, moet je het niet doen.'
Geen poespas en geen opgeheven vingertje. Max van der Stoel kwam eenvoudigweg vragen of hij mocht meedenken aan de oplossing van een probleem. Zonder te oordelen, zonder te veroordelen. Hij wilde boven de partijen staan en hij stond ook altijd boven de partijen. Op die manier dwong hij respect af. Bij alle partijen. Bij alle gezindten. Bij alle culturen.
Max van der Stoel had een groot hart, al droeg hij dat niet op de tong. Hij had zichzelf aangeleerd zijn emoties te beheersen, omdat de zaak, het resultaat daar nu eenmaal
het meest mee gediend is. In zijn eigen woorden: 'Emotie, actie zijn uiteraard op zichzelf geenszins verboden dingen in de politiek, mits men voorrang blijft geven aan verstandelijke afweging van de vraag: hoe bereik je het doel het beste?'
De doelen die hij zichzelf stelde waren niet de minste. De lat lag altijd hoog bij Max van der Stoel. De meest delicate politieke en diplomatieke kwesties waren zijn werkterrein. Kwesties waar mensenrechten in het gedrang waren. Kwesties waar fundamentele waarden werden geschonden. Kwesties waar een lange adem bij nodig was. Zelf noemde hij het preventieve diplomatie: het signaleren als er ergens iets broeit en dan proberen te voorkomen dat er een uitslaande brand ontstaat.
En dat heeft hij veelvuldig gedaan. Met tact. Met een onuitputtelijke werkkracht. En met bescheidenheid.
Hij geloofde niet dat je problemen rond mensenrechten of oorlogsgevaar uit de wereld helpt door alleen te roepen dat het anders moet. Hij geloofde in het ontwikkelen van slimme strategieën, het mobiliseren van krachten, het overbruggen van tegenstellingen.
Zo werd Max van der Stoel een icoon op het gebied van mensenrechten, de beschermheer van de rechtelozen en de onderdrukten. En zo zullen we Max van der Stoel blijven herinneren. In dankbaarheid en met diep respect.
Onze gedachten zijn vandaag bij zijn kinderen, kleinkinderen en verdere familie. Ik wens hen namens het kabinet veel kracht toe bij het dragen van dit grote verlies.