Opening Informatiepunt DetentieVerloop
Toespraak van staatssecretaris Teeven bij de opening van het Informatiepunt DetentieVerloop op 26 april 2011.
Als je als laatste spreker het woord voert, dames en heren, ben je tevens de laatste in de lijn van informeren. Zo ook het slachtoffer. Veel informatie wordt al gedeeld met instanties voor het slachtoffer aan de beurt is. Voor mij is dat geen probleem, zeker als je mag aansluiten bij sprekers zoals we die zojuist hebben gehoord - mevrouw Zandee en de heren Moraal en Van der Sande. Zij hebben al veel behartenswaardige dingen gezegd over het onderwerp dat ons hier vanochtend bijeen brengt: het Informatiepunt DetentieVerloop. Echter ben ik nu zeer verheugd dat de rol van het slachtoffer voorop wordt gezet. Ik ben trots op deze voortreffelijke verbetering van de informatievoorziening aan slachtoffers en nabestaanden, die mij zo na aan het hart liggen. En ik ben blij dat het regioparket Arnhem-Zutphen, het College van procureurs-generaal en de Dienst Justitiële Inrichtingen hiermee duidelijk blijk geven van hun toenemende betrokkenheid met het slachtoffer!
Dames en heren, het Informatiepunt DetentieVerloop is een nieuw, tastbaar bewijs van het feit dat we het slachtoffer serieus nemen. Dat doet mij deugd. U weet: verbetering van de positie van slachtoffers is voor dit kabinet een absolute topprioriteit. En daarbij streven we naar een verbetering op twee fronten:
- versterking van de juridische positie van het slachtoffer; de nieuwe Wet Versterking Positie Slachtoffers betekent een betere verankering van de rechten van het slachtoffer. Daarmee is het slachtoffer voor het eerst echt procesdeelnemer geworden.
- de tweede vorm van verandering is er een die moet plaatsvinden in – wat ik maar zal noemen – de mindset van de partners in de keten: bij elke beslissing, bij elke actie consequent ook de belangen van het slachtoffer laten meewegen.
Voordat we overgaan tot de officiële opening van het Informatiepunt DetentieVerloop – ik heb begrepen dat de organisatie daarvoor iets leuks heeft bedacht - wil ik op deze beide vormen van verbetering kort ingaan.
Allereerst de versterking van de juridische positie van het slachtoffer.
Zoals u weet, blijkt het wettelijk spreekrecht voor slachtoffers en nabestaanden, zoals dat sinds 2005 bestaat, goed uit te pakken. Slachtoffers of nabestaanden die van dit recht gebruik maken, zien zich erkend en voelen zich serieus genomen. Ook draagt het bij tot de emotionele verwerking van het delict. Positieve ontwikkelingen, die mij hebben doen besluiten het spreekrecht uit te breiden. Binnenkort gaat een wetsvoorstel in consultatie, dat slachtoffers de mogelijkheid biedt zich door iemand anders te laten vertegenwoordigen, als zij zelf niet in staat zijn om te spreken. Bijvoorbeeld als ze daarvoor nog veel te jong zijn. Ook wil ik het mogelijk maken dat meerdere nabestaanden ter zitting spreken.
Slachtoffers van ernstige gewelds- en zedendelicten kunnen gratis een beroep doen op rechtsbijstand. Ook nabestaanden krijgen straks dit recht, als het wetsvoorstel Schadefonds Geweldsmisdrijven, dat onlangs door de Tweede Kamer is aangenomen, ook de Eerste Kamer is gepasseerd. Nabestaanden krijgen dan ook recht op smartengeld. En in schrijnende gevallen kan het Schadefonds ook uitkeren aan nabestaanden die niet precies onder de definitie vallen.
En er is méér: zo laat ik momenteel bekijken in hoeverre het mogelijk is om aparte schadezittingen te organiseren. Zo blijft er ook in snelrechtzaken voldoende tijd voor het slachtoffer om zijn vordering goed te onderbouwen en deze mee te nemen in de strafzaak.
Belangrijker nog dan geld vinden veel slachtoffers dat ze goed worden geïnformeerd over ‘hun’ strafzaak. Jarenlang hebben politie en justitie het slachtoffer vrijwel uitsluitend gezien als leverancier van – belangrijke – informatie. Het is pas van recente datum dat het slachtoffer ook informatie krijgt. Daar heeft het slachtoffer recht op. En wel vanaf het moment waarop hij aangifte doet, tot en met de veroordeling van de verdachte – en zelfs nog daarna: het moment van de invrijheidsstelling. Voor dat laatste zijn zijn we vandaag hier bijeen. Het Informatiepunt Detentieverloop is als het ware de kroon op - dit deel van – het werk.
Willen we het slachtoffer goed en tijdig kunnen informeren, dan moet uiteraard ook de onderlinge informatie-uitwisseling tussen de partners in de executieketen goed op orde zijn. Een Topberaad bereidt een voorstel voor om het functioneren van de executieketen te verbeteren. Zij stellen voor de juiste informatieverstrekking aan het slachtoffer als een van de belangrijke doelen van de executieketen te benoemen. Dat is een hele stap vooruit: het juist informeren van het slachtoffer wordt een belangrijke maatstaf voor wel of niet goed presteren van de executieketen. De top van de betrokken organisaties hebben slachtofferzorg in het hart van het presteren van de sanctietoepassing geplaatst.
Het slachtoffer zelf informeren is uiteraard heel goed en belangrijk, maar daarmee zijn we er nog niet. In de pilot Bestuurlijke InformatieVoorziening Gemeenten inzake Ex-Gedetineerden hebben we de afgelopen – pakweg - anderhalf jaar in 17 gemeenten geëxperimenteerd met het informeren van burgemeesters over verlof en invrijheidsstelling van (zware) gewelds- en zedendelinquenten. Oók dat is in het belang van het slachtoffer. Want die informatie stelt de burgemeester in staat om – als de risicoanalyse daartoe aanleiding geeft – passende maatregelen te nemen. Bijvoorbeeld zorgen dat die ex-justitiabele niet (opnieuw) komt te wonen in de directe omgeving van zijn slachtoffer. Of -- op basis van de Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast -- preventief ingrijpen en een meldplicht, wijkverbod of samenscholingsverbod opleggen. Dit alles om te te voorkomen dat het slachtoffer onvoorbereid oog in oog met de dader komt te staan, of overlast van hem ondervindt. Overigens kan ook vooraf praten met de omgeving van het slachtoffer - familie, buren etcetera - vaak al veel onrust wegnemen, zowel voor het slachtoffer, als voor de buurt. De proef met bestuurlijke informatievoorziening laat veelbelovende resultaten zien; daarom heb ik besloten deze pilot uit te breiden tot circa 80 gemeenten.
Dames en heren, ik had aangekondigd nog iets te vertellen over de cultuurverandering, de verandering van de mindset bij alle partners in de keten, die nodig is om te komen tot een echt goede uitvoering slachtofferbeleid.
Het gaat mij hierom: de afgelopen jaren hebben we al veel bereikt op het gebied van slachtofferzorg en de positie van slachtoffers is op vele fronten daadwerkelijk verbeterd.
Steeds meer medewerkers in de strafrechtketen dragen eraan bij dat slachtoffers de noodzakelijke erkenning krijgen en hun rechten in het strafproces kunnen uitoefenen. Deze medewerkers, en zeker ook de collega’s van het IDV, vormen een belangrijke voorhoede. Uw inzet en betrokkenheid zijn van grote waarde om ons uiteindelijke doel te bereiken: dat elke medewerker bij een van de ketenpartners, in elke fase van het strafproces en de nasleep daarvan, bij elke te nemen beslissing en elke uit te voeren actie óók altijd de belangen van het slachtoffer laat meewegen. Dat vergt geen nieuw beleid en ook geen kostbare bewustwordingscampagne. Het enige wat u daarbij nodig hebt, is een geheugensteuntje: denk ook aan het slachtoffer! Of, als u liever de vraagvorm hanteert: wat betekent dit voor het slachtoffer? Door alert te zijn en altijd gelijktijdig ook de belangen van het slachtoffer in het oog te houden, kunnen we voorkomen dat slachtoffers voor onaangename verrassingen komen te staan – en bijvoorbeeld uit de krant moeten vernemen dat ‘hun’ dader is ontsnapt of vervroegd is vrijgekomen.
Dat wilde ik u tot slot nog meegeven. Velen van u zijn direct betrokkenen bij slachtofferzorg. Ik zou u willen aansporen: draag dit verder uit binnen uw organisaties! En dan gaan we nu over tot het eigenlijke doel van deze ochtend: de feestelijke opening van het IDV!