Financiering opknapbeurt duinen en dijken zeker gesteld
Nederland kan volop blijven werken aan de waterveiligheid, ondanks de noodzaak om de overheidsfinanciën op orde te brengen. Voor alle lopende waterveiligheidsprogramma’s is ongeveer 5,3 miljard euro beschikbaar in het Infrastructuurfonds tot en met 2020. Door gebruik te maken van de verlengde planperiode van het Infrastructuurfonds is ook de financiering van de opknapbeurt van de duinen en dijken, die volgens de laatste toetsronde niet meer voldoen aan de strenge veiligheidsnormen, veiliggesteld. Datzelfde geldt voor andere waterveiligheidsprojecten in voorbereiding, zoals de noodzakelijke herziening van de Afsluitdijk. Dat heeft staatssecretaris Atsma vandaag in een brief aan de Tweede Kamer laten weten.
Vorig jaar kwam uitvoering van het lopende Hoogwaterbeschermingsprogramma onder druk te staan vanwege een dreigend tekort van 900 tot 1300 miljoen euro. Dit probleem is met de afspraken in het Bestuursakkoord Water nu opgelost, omdat de waterschappen voor de helft gaan meebetalen aan de aanleg en verbetering van de dijken en duinen, die zij beheren. De rijkskeringen, zoals de Afsluitdijk, blijven geheel voor rekening van het rijk. Voor het realiseren van alle waterveiligheidsprojecten in voorbereiding, waaronder het vervolg op het lopende Hoogwaterbeschermingsprogramma, extra zandsuppleties voor de kust, de IJsselsprong bij Zutphen en onderzoeken in het kader van het Deltaprogramma, is naar schatting vier miljard euro nodig. Daarbij is dan nog geen rekening gehouden met een investeringsopgave op de lange termijn, als gevolg van een actualisatie van de veiligheidsnormen.
Gegeven de financiële economische situatie is het niet altijd mogelijk om alle projecten in het gewenste tempo uit te voeren. Voor extra projecten is de ruimte beperkt.
Atsma prijst de constructieve medewerking van alle partijen in het Bestuursakkoord Water: “Dankzij de concrete afspraken met provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven is het nu mogelijk om de lopende waterveiligheidsprojecten onverminderd voort te zetten. We zullen het Hoogwaterbeschermingsprogramma, de zwakke kustschakels, Ruimte voor de Rivier, de Maaswerken, de zandmotor, de nadere uitwerking voor het rivierengebied en het herstel van de steenbekledingen Ooster- en Westerschelde solide, slim en sober uitvoeren.”
Nederland is een land dat kwetsbaar is voor overstromingen vanuit zowel de zee als de rivieren. Een veilige Nederlandse delta zal continue vragen om investeringen. In het belang van transparantie en het zonodig stellen van prioriteiten, werkt Atsma de komende jaren toe naar een waterveiligheidsprogramma als onderdeel van het Deltaprogramma. Dit moet uiterlijk in 2014 klaar zijn. Hierin moet de waterveiligheidsopgave en de noodzakelijke financiering voor de komende jaren in beeld worden gebracht en moet gekeken worden naar de gewenste uitvoeringsvolgorde van maatregelen. Ook laat de staatssecretaris onderzoek doen naar alternatieve financieringsbronnen en naar de mogelijkheden van publiek-private financiering binnen de daarvoor afgesproken spelregels.