Toespraak bij aanwijzing van Grebbelinie tot Rijksmonument
Op maandag 18 april werd de Grebbelinie tot Rijksmonument aangewezen door staatssecretaris Zijlstra tijdens een bijeenkomt op het Fort aan de Buursteeg bij Renswoude.
• ‘Ze dreven ons de stelling op. Daar moesten we gaan staan en nou zouden we worden doodgeschoten. De meesten van ons liepen versuft naar buiten, één sergeant schreeuwde tegen die Duitsers: “Genade, genade, Heil Hitler, Heil Hitler!” Op de weg stond een veldgeschut: dat moesten wij trekken, als lastdieren, richting Grebbeberg, tegen het vuur in. Zelf liepen ze door de sloot en ze schoten tussen onze benen door. Verderop dreven ze ons het weggetje op. Er viel een granaat en een kameraad van mij raakte zijn been kwijt. Op een gegeven moment kreeg ik een kogel in mijn knie en ik viel in de sloot, tussen de Duitse soldaten in. Dat was weer een gescheld en gevloek, nu werd ik ook erschossen. Er stond er al eentje met een geweer voor mij maar iemand anders, een officier denk ik, die zei: “Immer weiter.” Zij gingen verder en ik bleef daar achter. Ik zat met mijn rug tegen de slootkant. Even later stapte een Duitser over me heen, richting de berg, maar die kreeg een kogel door zijn strot, en het bloed gulpte uit zijn wond. Ik trok hem naast mij neer, hij gaf me zijn hand en hij was dood.’
• Dames en heren, dit is één van de vele verhalen van de Grebbeberg. Het huiveringwekkende relaas van Willem Jagtenberg, die in de meidagen van 1940 diende als telegrafist in een van de voorposten bij Achterberg, niet ver hiervandaan. Zijn herinnering is opgetekend door Jan Blokker junior in zijn boek ‘Oorlog in je achtertuin’ dat vorig jaar verscheen, 70 jaar na de Duitse inval.
• Hiermee is meteen één van de argumenten voor het behoud van de Grebbelinie gegeven: hier is onze geschiedenis tastbaar. Mijn zoontje is er nu nog te klein voor, maar als hij me over een paar jaar vraagt wat oorlog betekent, dan zal ik hem hier het verhaal vertellen van Willem Jagtenberg.
• De Grebbelinie wordt meestal direct geassocieerd met de gevechten rond de Grebbeberg van mei 1940. Die strijd dreunt ook nog steeds na. Zo werd nog maar twee weken geleden bekend dat de laatste onbekende soldaat op het militaire ereveld Grebbeberg is geïdentificeerd door DNA-onderzoek. Soldaat Brummelhuis gaf in mei 1940 als 21-jarige zijn leven voor het vaderland; 71 jaar later is hij met militaire eer herbegraven.
• Maar de oorsprong van de Grebbelinie ligt vér voor de tweede wereldoorlog. Al in 1745 werd er een begin gemaakt met een aarden wal. In de Franse tijd werd de linie verder uitgebreid, en halverwege de 19e eeuw en in de jaren 30 van de vorige eeuw aangepast aan de eisen van de tijd. In 1944 keerden de Duitsers de stelling zelfs nog helemaal om, toen de dreiging voor hen uit het Westen kwam. Pas in 1951 werd de functie als verdedigingslinie voorgoed opgeheven.
• De historische gelaagdheid maakt de Grebbelinie uniek in Nederland. De linie weerspiegelt met al zijn aanpassingen door de eeuwen heen onze militaire historie van 1750 tot 1950. En een groot deel daarvan is nog steeds duidelijk herkenbaar in het landschap. Een fraai landschap, want de 60 km lange waterlinie loopt van de voet van de Grebbeberg bij Rhenen tot aan de Eemmond bij Spakenburg. Een prachtig stukje Nederland, waar het goed toeven is.
• De cultuur- en militair-historische achtergrond, gecombineerd met de landschappelijke betekenis zorgen er samen voor dat de Grebbelinie de status van Rijksmonument verdient. Het is mij dan ook een eer om die aanwijzing vandaag officieel te mogen bekrachtigen.
• De aanwijzing van de Grebbelinie sluit goed aan bij de Modernisering van de Monumentenzorg. Die gaat onder andere uit van een meer gebiedsgerichte benadering, met een plaats voor cultuurhistorie vóóraan in het ruimtelijk proces. De cultuurhistorische waarde moet van meet af aan in bestemmingsplannen worden opgenomen zodat monumentenzorg mee kan doen als opbouwende speler.
• De aanwijzing van de Grebbelinie als één samenhangend stelsel van monumenten moest ook wel op die manier gebeuren. Je kunt de ruimtelijke en culturele opgave van een project met zo’n schaal, dynamiek en complexiteit niet anders dan gebieds- en ontwikkelingsgericht benaderen.
• Een andere pijler onder de Modernisering Monumentenzorg is het stimuleren van herbestemming en herontwikkeling. Heel belangrijk, want de komende tijd zullen door o.a. ontkerkelijking en krimp duizenden industriegebouwen, kerken en andere monumenten leeg komen te staan. Door leegstaande gebouwen met cultuurhistorische waarde een tweede leven te geven, voorkom je leegstand en verval. Dat is een duurzame benadering, zowel uit cultureel als milieutechnisch oogpunt.
• Die herbestemming is ook bij de Grebbelinie volop aan de orde. Zo wordt dit Fort aan de Buursteeg het nieuwe bezoekerscentrum van dit monument. En herbestemming is langs de linie al op verschillende manieren ingevuld, onder andere met recreatieve activiteiten. Bijvoorbeeld met het Grebbeliniepad dat de wandelaar langs de vele werken, sluizen, forten en kazematten van de Grebbelinie voert. Een wandelgids wijst de weg en zorgt ervoor dat de samenhang duidelijk wordt.
• Dat de Grebbelinie de status van rijksmonument verdient, is ook te danken aan de samenwerking van alle betrokken partijen. Namens de twee betrokken provicies, twaalf gemeentes, Staatsbosbeheer, Waterschap Vallei en Eem, bedrijven en tal van belangenverenigingen coördineert de SVGV (Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei) de vele initiatieven voor het herstel en de inrichting van het landschap. Daarnaast zet de Stichting Grebbelinie zich sinds jaar en dag in voor onderzoek en behoud van de linie.
• Deze brede samenwerking van zoveel partijen is opmerkelijk en heeft al tot mooie resultaten geleid. Vandaag is de aanwijzing tot Rijksmonument een voorlopige kroon op het werk, maar u hebt al eerdere successen geboekt. Zo is Fort Daatselaar bij Renswoude in oorspronkelijke staat hersteld, en u bent begonnen met de restauratie van het hoornwerk bij Rhenen.
• De Grebbelinie heeft een nieuwe strategische functie gekregen, als inspiratiebron en vertrekpunt voor nieuwe ontwikkelingen op het raakvlak van natuur, recreatie en de beleving van onze geschiedenis. Ook het boek ‘Oorlog in je achteruin’ waaruit ik het verhaal van Willem Jagtenberg vertelde, is in dit kader in opdracht van de Provincie Utrecht en in samenwerking met het projectbureau SVGV tot stand gekomen. Het publiek wordt vanuit verschillende invalshoeken benaderd. In dat verband noem ik ook graag het ‘Festival boven water’, dat volgende maand op 14 mei wordt gevierd. Tijdens dit Grebbeliniefestival kan men de linie op allerlei manieren bekijken en beleven.
• Ik wil tot slot alle betrokkenen bedanken voor hun bijdrage aan dit prachtige project. Er is weer een grote stap gezet voor de Modernisering van de Monumentenzorg; een reuzenstap van Spakenburg naar Rhenen. Ik hoop dat er velen in uw voetsporen zullen treden. Ik dank u wel.