Wijziging van de behandeling van valutaresultaten op deelnemingen in de vennootschapsbelasting
Op voorstel van Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft de ministerraad vandaag ingestemd met het treffen van een wettelijke maatregel in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
Deze maatregel heeft ten doel om internationaal actieve ondernemingen die hun valutaverliezen op deelnemingen in aftrek willen brengen op de fiscale winst en daarin gelijk zouden kunnen krijgen in een eventuele procedure voor het Europese Hof van Justitie, te verplichten ook hun valutawinsten tot de fiscale winst te rekenen. De regeling, waarmee voorkomen wordt dat de fiscus mogelijk honderden miljoenen euro’s aan winstbelasting misloopt, gaat in met ingang van vrijdag 8 april 2011 om 17.00 uur.
Onder de huidige wet en jurisprudentie vallen valutaresultaten op deelnemingen onder de deelnemingsvrijstelling van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Positieve of negatieve valutaresultaten hebben daarom geen invloed op de fiscale winst. Gebleken is echter dat een aantal internationaal opererende ondernemingen vindt dat valutaverliezen ten laste van het resultaat kunnen worden gebracht. Zij baseren zich hierbij op een arrest van het Europese Hof van Justitie inzake Deutsche Shell.
Om deze verliezen daadwerkelijk in aftrek te kunnen brengen, zullen zij een gerechtelijke procedure moeten starten. Mochten zij in het gelijk worden gesteld dan zou dit tot gevolg hebben dat valutaverliezen ten laste van het resultaat kunnen worden gebracht, terwijl over valutawinsten niet kan worden geheven. Deze onevenwichtigheid is mede vanuit budgettair oogpunt niet wenselijk.
Staatssecretaris Weekers stelt zich op het standpunt dat de deelnemingsvrijstelling onverkort van toepassing is op de valutaresultaten. Mede gezien het vestigingsklimaat acht hij het niet wenselijk om nu reeds de deelnemingsvrijstelling aan te passen, in die zin dat dan alle belastingplichtigen hun valutaresultaten op deelnemingen in de heffing van de vennootschapsbelasting zouden moeten betrekken.
De Staatssecretaris wil dan ook een wettelijke maatregel treffen die alleen gevolgen heeft voor die belastingplichtigen die valutaverliezen ten laste van de winst brengen en na een eventuele procedure hun standpunt door het Europese Hof van Justitie ook gehonoreerd zien. Daarom is heden aan de ministerraad voorgesteld in te stemmen met een wetsvoorstel dat regelt dat ondernemingen die hun valutaverliezen op deelnemingen in aftrek brengen ook hun valutawinsten tot de fiscale winst moeten rekenen. Op deze winsten zal alsdan de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing zijn. Hierdoor zal een mogelijke onevenwichtigheid worden voorkomen die kan ontstaan nadat een belastingplichtige een eventuele procedure heeft gewonnen.
Deze maatregel zou zeer eenvoudig kunnen worden ontgaan door voor de datum van inwerkingtreding van de nieuwe regeling deelnemingen over te dragen aan een andere concernmaatschappij. Om dit tegen te gaan wordt voorgesteld de deelnemingsvrijstelling ook buiten toepassing te laten op valutawinsten die worden behaald op een deelneming die na het uitbrengen van dit persbericht is overgedragen binnen het concern.
Met het oog op dit aankondigingseffect en de rechtvaardige belastingheffing is de Staatssecretaris van oordeel dat terugwerkende kracht in de onderhavige situatie is gerechtvaardigd.
Het gaat om de valutawinsten die opkomen na het tijdstip van inwerkingtreding van dit wetsvoorstel. De zogeheten compartimenteringsarresten zullen dan ook niet van toepassing zijn. Hierdoor zullen eveneens de valutawinsten die zijn toe te rekenen aan de periode voorafgaand aan het uitbrengen van dit persbericht maar die daarna opkomen in de heffing worden betrokken.
Voorts wordt voorgesteld een bepaling op te nemen die ten doel heeft te voorkomen dat valutaverliezen, mochten deze ten laste van de winst kunnen worden gebracht, onder omstandigheden tweemaal zouden kunnen worden genomen; eenmaal als valutaverlies en eenmaal als deel van een eventueel liquidatieverlies.
Het wetsvoorstel wordt met instemming van de ministerraad ter advies voorgelegd aan de Raad van State. De tekst van het wetsvoorstel en het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.