Toespraak Rutte bij FD-evenement 'Meet the Government'
Toespraak van minister-president Rutte tijdens het symposium 'Meet the Government' in Den Haag.
Dames en heren ondernemers, goed dat we elkaar hier vanmiddag ontmoeten bij 'Meet the Government.' Dat is trouwens wel een grote belofte van de organisatie. Hopelijk bent u niet naar Den Haag afgereisd in de verwachting hier de hele 'Government' te treffen, want dan moet ik u teleurstellen. Ik ben echt in mijn eentje gekomen… Van mij uit gezien had dit evenement dus beter 'Meet the Business Community' kunnen heten. Want kijk eens hoe bevoorrecht ik ben: u moet het alleen met mij doen, terwijl ik vanmiddag mijn voordeel kan doen met de kennis en ervaring van honderden ondernemers.
En daar heb ik me op verheugd, want ondernemers zijn over het algemeen gedreven mensen die positief in het leven staan. Mensen voor wie het glas half vol is in plaats van half leeg. Mensen ook, die altijd vol vuur kunnen vertellen over hun product, hun dienst, hun plannen. Ik krijg daar elke keer weer energie van. Zoals vanmiddag, toen ik tijdens een werkbezoek aan Twente verschillende jonge mensen ontmoette die vanuit de Technische Universiteit gestart zijn met hun bedrijf of daar plannen voor hebben. Je merkt gewoon aan alles dat het kriebelt bij deze mensen. Dat ze er zin in hebben en er vol voor willen gaan. En precies daarom willen we als kabinet ruimte maken voor ondernemerschap. Ruimte om te ademen en ruimte om te groeien. Zodat we met zijn allen, als land, sterker uit de crisis kunnen komen - de kerndoelstelling van het kabinetsbeleid.
En daarbij is ook voor mij het glas half vol. Het CPB voorspelt voor de komende jaren een matige economische groei en een snel dalend financieringstekort. De werkloosheid blijft laag. En de consumptie, de export en de productie trekken aan. Kortom, we doen het niet slecht, zeker niet in vergelijking met veel andere landen.
Maar pas op, zeg ik tegen al die mensen die in elke positieve voorspelling aanleiding zien om meteen weer wat losser om te gaan met het huishoudboekje van de overheid. U trapt weer in de val waar we in Nederland al vaker in getrapt zijn. Want ten eerste moeten de voorspellingen van het CPB eerst nog maar eens uitkomen en daar zijn de kabinetsplannen uit het regeerakkoord toch echt in verwerkt. En ten tweede: groeicijfers van anderhalf procent klinken misschien mooi, zeker na een periode van krimp, maar daarmee dichten we bij lange na niet het enorme gat dat door de crisis is geslagen. Sterker nog, het betekent dat we op een structureel lager groeipad komen dan we gewend zijn - en nodig hebben, voeg ik daar aan toe. De groeiambities van het kabinet liggen in ieder geval hoger. Anders hebben we in de toekomst onvoldoende basis om bijvoorbeeld de zorgkosten te betalen.
Een kleine en krachtige overheid is en blijft een belangrijke voorwaarde voor een sterker Nederland en daarvoor moeten we snoeien. Snoeien in de uitgaven, omdat iedereen snapt dat we niet ongestraft door kunnen gaan met meer uitgeven dan er binnenkomt - nu zo'n 60 miljoen euro per dag. Maar ook snoeien in regels en procedures, in bemoeizucht en bestuurslagen. Zodat de ondernemers in dit land weer kunnen doen waar ze het best in zijn: ondernemen, euro's verdienen en werkgelegenheid creëren. Dat bedoelde ik toen ik in de regeringsverklaring zei: 'We moeten snoeien om te groeien.'
Op dit moment werken we in het kabinet intensief aan de voorbereiding van de begroting voor 2012. Dat wordt een begroting van doorpakken, want we zijn vast van plan alle plannen uit het regeerakkoord uit te voeren en vier jaar zijn zo voorbij. En ja, we komen met maatregelen die pijn gaan doen. Bij iedereen. Ook bij u en mij. Maar zoals ik net al zei: daar komen we niet onderuit, als we tenminste de rekening van de crisis nu willen betalen. En die keuze maakt dit kabinet.
Tegelijkertijd is dat maar een deel van ons verhaal. En op de keper beschouwd niet eens het belangrijkste deel. Want de kern van onze ambitie is dat we willen werken aan groei. Aan een sterkere economie. Aan een land waarin mensen hun eigen beslissingen nemen en met vertrouwen naar de toekomst kunnen kijken.
Daaraan is die kleinere overheid instrumenteel. En daarom is het verstandig het huishoudboekje van de overheid zo snel mogelijk op orde te brengen, zodat Nederland internationaal zijn hoge kredietwaardigheid houdt. Maar we moeten natuurlijk méér doen. We moeten ook blijven innoveren. Blijven investeren in kennis en een hoogwaardige infrastructuur. In aantrekkelijke en veilige steden. In een stabiele euro en een stabiel financieel systeem. En niet te vergeten: in een goed ondernemersklimaat.
Feitelijk zijn dat ook de onderwerpen die hier vanmiddag centraal staan: het vestigingsklimaat in Nederland en het grote belang van kennis, onderwijs en innovatie. Laat ik maar meteen zeggen dat ik het met beide stellingen van vanmiddag bij voorbaat zeer eens ben. Ja, Nederland moet een magneet zijn voor internationale bedrijvigheid en talent. En ja, Nederland moet zeker ook meer eigen talent ontwikkelen. Daarover zullen u en ik het snel eens zijn, schat ik zo in.
Maar waar ik nu zo benieuwd naar ben, is hoe u vanuit de praktijk aankijkt tegen het 'hoe'. Neem nu bijvoorbeeld het innovatiebeleid. Ik ben er heilig van overtuigd dat de weg van kennis via kunde naar kassa niet noodzakelijkerwijs via ambtelijke subsidieloketten loopt. Dat zag ik vandaag ook weer in Twente. Want wat zijn nu de belangrijke schakels om een innovatie succesvol naar de markt te brengen? Dat is een wetenschappelijke onderzoeksomgeving die ondernemerschap stimuleert en ondernemende mensen, vaak jonge mensen, die kansen zien en grijpen. De overheid kan hooguit een opkontje geven, een duwtje in de goede richting. Maar grote innovatieprogramma's - weten we helaas uit ervaring - die leveren onvoldoende op. Ook al worden ze met de beste bedoelingen gestart.
Daarom hebben wij als kabinet gezegd: dat moet anders. We blijven investeren in concrete projecten. Maar dat doen we wel heel gericht in een aantal kansrijke topsectoren en ook op zo'n manier dat de ondernemer aan de bal blijft. Dus geen subsidies die uitnodigen om achterover te leunen, maar een innovatiefonds dat in principe zichzelf bedruipt. En ten tweede hebben we in het regeerakkoord een half miljard aan lastenverlichting ingeboekt dat naar de bedrijven gaat via de vennootschapsbelasting en via de WBSO - de 'Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk', een populaire fiscale regeling. Ook dat is een duwtje in de rug.
Waar ik verder heel benieuwd naar ben, is hoe u aankijkt tegen het fenomeen van de doorgroeiers. Of beter gezegd: het gebrek daaraan. Het is een bekend verhaal. Het aantal ondernemers in Nederland groeit de laatste jaren snel. Sneller dan in de landen om ons heen en zelfs sneller dan in de Verenigde Staten, het mekka van de vrije markt. Dat is positief. Maar veel van die ondernemers lijken als het ware huiverachtig om de volgende stap te zetten. Sterker nog: vaak willen ze dat niet eens, blijkt uit onderzoek. Nederlandse ondernemers willen vooral onafhankelijk zijn. En groot groeien hoort daar niet meteen bij. Vaak willen mensen best nog de stap zetten van eenpitter naar werkgever van een paar medewerkers. Maar dan stokt het. Waar ligt dat aan? En is er een knop - of liever nog een klein knopje - waar de overheid aan kan draaien om hier verandering in te brengen? Dat is een vraag die ik hier vanmiddag graag inbreng.
Ons vestigingsklimaat - het andere grote thema van vanmiddag - hangt natuurlijk van veel dingen af. Maar we weten dat een aantal zaken daarin een belangrijke rol speelt. De haven van Rotterdam en Schiphol bijvoorbeeld, allebei internationale hubs van wereldniveau. Vanuit Nederland ligt heel Europa aan je voeten. Verder tellen de kwaliteit van de Nederlandse scholen en de aantrekkelijkheid van steden als Amsterdam, Leiden en Delft zwaar mee. Net als het internationale karakter en het hoge niveau van onze dienstensector, bijvoorbeeld op financieel en logistiek gebied. En tot slot zijn Nederlanders simpelweg betrouwbare zakenpartners, die hun afspraken nakomen en hun rekeningen betalen.
Een bekend zorgpunt is de bereikbaarheid, met name in de Randstad. En dat is dus precies waarom in het regeerakkoord extra geld vrij is gemaakt voor infrastructuur. Collega Schultz heeft ook net een megabesluit getekend om 4,4 miljard te investeren in de verbreding van 63 kilometer snelwegen op de as Schiphol- Amsterdam-Almere. Dat is echt een project dat zijn weerga niet kent, maar we gaan het wel doen. Want geld verdienen doe je niet door in de file te staan.
Dames en heren, dit even als aftrap. De kern van mijn boodschap is dat we met somberheid niet sterker uit de crisis komen, maar ook niet alleen met optimisme. We hebben nu wel een kans om door te pakken en orde op zaken te stellen, zowel in de overheidsfinanciën als in het woud van regels en procedures. Het kabinet zal die kans met beide handen aangrijpen. En dat doen we vanuit de overtuiging dat de overheid een bescheiden rol heeft en vooral voor een paar dingen moet zorgen: goed onderwijs, weinig regels en lage belastingen. Zodat mensen zoals u de ruimte krijgen om te ondernemen en Nederland sterker te maken.
Dank u wel.