Toespraak minister Leers bij ontvangst visiedocument NL2023
Dames en heren, Er zijn van die bijeenkomsten waar je optimistisch van wordt en energie van krijgt en dit is er één van. Uw document is veel meer dan alleen een visie op Nederland in 2023. Het is een knalhard signaal dat Nederland barst van het talent dat zich wil inzetten voor de samenleving. Zo’n signaal is bij tijd en wijle nodig. Laat ik dit illustreren.
Ik kom net als u wel eens in een boekenzaak – in Maastricht zit een prachtige zaak in de Dominicaanse kerk – en natuurlijk loop ik wel eens langs de afdeling sociologie. Wil je optimistisch blijven, kan kun je dat beter niet doen want de planken staan vol met titels als: “De burger is boos”, “Het land van haat en nijd” of: “Dit land is moe”. Het zijn getuigenissen van een land dat zoekende is en het maakt duidelijk dat de wetenschap zich heeft gestort op een analyse van wat tegenwoordig al gauw het onbehagen in de samenleving heet. Natuurlijk ben ik niet blind voor dat onbehagen en hol ik niet gelijk door naar de afdeling fictie. Ik ken de cijfers van allerlei bevolkingsonderzoeken waaruit blijkt dat veel mensen zich zorgen maken over de toekomst, boos zijn op de politiek en zich machteloos voelen. Er is ook een andere kant.
Een kant van maatschappelijke betrokkenheid en aanpakken. Veel mensen doen vrijwilligerswerk. Voorbeeld: twee weken geleden bracht de actie Nederland Doet zo’n 300.000 mensen in beweging. Ook blijkt dat mensen na het eerste snelle oordeel over de samenleving, tot meer genuanceerde opvattingen komen wanneer ze in gesprek zijn met elkaar. Dat is een kant die ook bij Nederland hoort. Er zijn tegen die achtergrond tenminste drie redenen waarom ik enthousiast ben over uw initiatief.
- Vanwege de grondhouding: niet alles neerleggen bij de overheid maar zelf verantwoordelijkheid nemen.
- Er is een concreet product. U doet niet aan luchtfietserij, maar op verschillende terreinen heeft u ideeën gegenereerd die ons land verder kan brengen.
- Vanwege het signaal dat uitgaat van deze nieuwe generatie Marokkaanse Nederlanders die de verbinding zoekt tussen de Nederlandse gemeenschap en de migranten in Nederland.
Over één inhoudelijk punt wil ik graag nog iets zeggen, en dat is de visie op immigratie.
U stelt dat Nederland nu een migratiebeleid voert dat erop gericht is om mensen tegen te houden. Nederland zou meer nadruk moeten leggen op de verworvenheden van immigratie in de zin van arbeidspotentieel en creativiteit. In de kern ben ik het met dat laatste helemaal eens. Uiteraard moeten we onderscheid maken tussen de mensen die hier komen uit nood en hier asiel aanvragen en de mensen die hier komen vanwege bijvoorbeeld werk, studie en gezinshereniging. Bij die eerste groep spelen natuurlijk vooral verantwoordelijkheden op het gebied van mensenrechten een rol en gevoelens van medemenselijkheid.
Maar zijn we echt een land dat vooral tegenhoudt? Vorig jaar kwamen zo’n vijftien duizend asielzoekers naar ons land. Gemiddeld krijgt ongeveer de helft een verblijfsvergunning en een startbewijs voor een nieuwe toekomst. Tegen hen zeggen we: je bent welkom als je meedoet en een bijdrage levert aan ons land.
Zijn we echt een land dat vooral tegenhoudt? Ook op het terrein van reguliere migratie - migratie vanwege werk, studie en de liefde – hebben we cijfers die er mogen zijn. Nederland loopt bijvoorbeeld voorop met de soepele regeling voor kennismigranten. Iemand met specifieke kennis uit Brazilië of India kan binnen drie weken achter een bureau in een Nederlands bedrijf zitten. Ongeveer 3.500 Nederlandse bedrijven maken gebruik van deze regeling. Dat leidde ertoe dat er vorig jaar zo’n 5.440 kenniswerkers naar Nederland werden gehaald. Een stijging van 7% ten opzichte van 2009. Ook het aantal wetenschappelijke kenniswerkers is gestegen: van 210 in 2008 tot 1.410 in 2010.
We hebben niet alleen bollebozen en denkers nodig maar ook doeners. Het arbeidspotentieel binnen Europa willen we op een juiste manier kunnen benutten. We staan open voor arbeidsmigranten die iets kunnen toevoegen en die niet alleen op onze sociale voorzieningen afkomen. Uiteraard mag dit niet ten koste gaan van het benutten van ons eigen arbeidspotentieel. En zeker als ik kijk naar het makkelijker maken van grensoverschrijdende migratie, dan is daar nog een wereld te winnen. Ik heb het dan vooral over complexe regelgeving en administratieve rompslomp.
Geen misverstand. Natuurlijk houden we ook tegen. Tegen kansarme gelukszoekers zijn we streng. Tegen mensen die onheus gebruik maken van asielprocedures zijn we duidelijk. En daar mag wat mij betreft nog best een schep bovenop. Sneller duidelijkheid geven zonder ellenlange procedures. Juist door selectief te zijn, kunnen we mensen een eerlijke kans geven. Dit lijkt me iets voor de paneldiscussie van straks.
Tot slot. Concreet. Ik ben van plan om meer nadruk te leggen op de kansen die immigratie biedt en de kansen die immigranten hier ook pakken, zonder de signalen te negeren van mensen die de problemen in hun wijk zien opeenstapelen.
Alle denkkracht is daarbij welkom en zeker de denkkracht van NL2023. Natuurlijk dank ik jullie zeer voor deze visie op Nederland en ik zal mijn collega’s wijzen op de ideeën op hun terrein. Het signaal is duidelijk: jullie bieden een handreiking voor een gedeelde toekomst. Dat verdient een vervolg.
Dank jullie wel en ik ga graag de discussie in het panel aan.