Omgevingsrecht vernieuwd

Het omgevingsrecht, inclusief de regels van natuur- en milieurecht en het algemeen bestuursrecht, gaat op de schop. Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) komt met een Raamwet omgevingsrecht waarin de regelgeving op dit punt gebundeld, vereenvoudigd, gemoderniseerd en versoberd wordt. Hoe zij dit gaat aanpakken schrijft zij vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.

Uitgangspunten

Uitgangspunten van het vernieuwde omgevingsrecht zijn:

  • een snellere en goedkopere besluitvorming.  Schultz van Haegen gaat kritisch kijken naar de reikwijdte en voorspelbaarheid van onderzoeksverplichtingen en toetsingskaders in de huidige wetten. Doel is vermindering van de lastendruk voor burgers, bedrijven en overheden.
  • een betere besluitvorming met meer transparantie voor initiatiefnemers en belanghebbenden. De aanbevelingen die de commissie Elverding heeft gedaan voor infrastructuur worden bij het proces van vernieuwing van het omgevingsrecht  betrokken. 
  • vereenvoudiging van regels door aan te sluiten bij wat in Europese regels verplicht is gesteld en schrappen van overbodige regels. Ook met het oog op een gelijk speelveld binnen de EU.
  • meer flexibiliteit en een betere aansluiting op de praktijk. Schultz van Haegen wil bij de vernieuwing van het omgevingsrecht zo veel mogelijk aansluiten bij signalen van andere overheden en maatschappelijke organisaties en hen daarom nauw betrekken.

Planning

Nog voor het zomerreces komt Schultz van Haegen met een uitwerking van haar voornemen. In het voorjaar van 2012 volgt een eerste uitgewerkt wetsvoorstel met een gefaseerde aanpak. 

Achtergrond

Er zijn in de loop der tijd vele wetten, amvb’s en ministeriële regelingen op het terrein van het omgevingsrecht gekomen. Deze wetgeving is vaak versnipperd en mist samenhang. Daar staat tegenover dat projecten tegenwoordig vaker gebiedsgericht van aard zijn en er steeds meer maatschappelijke wensen zijn waarmee rekening gehouden moet worden. De regelgeving is zo onoverzichtelijk en omvangrijk geworden dat er in de praktijk moeilijk meer mee te werken is. Andere knelpunten zijn hoge onderzoekslasten, stroperige besluitvormingsprocessen en het ontbreken van bestuurlijke ruimte om gebiedsgerichte afwegingen te maken. Dat is schadelijk voor alle betrokkenen: ondernemers, burgers, ontwikkelaars, boeren, natuurbeheerders en de overheid. Het schaadt uiteindelijk de duurzame ontwikkeling van Nederland.