Atsma stelt vervolgonderzoek in naar veiligheid risicovolle bedrijven

De veiligheidssituatie bij 71 risicovolle bedrijven, zoals Chemie-Pack is mogelijk niet optimaal, zo blijkt uit de quick-scan, die de VROM-Inspectie heeft uitgevoerd. Staatssecretaris Atsma (Infrastructuur en Milieu) heeft de VROM-Inspectie inmiddels opdracht gegeven nader onderzoek te doen naar de feitelijke veiligheidssituatie bij deze bedrijven. Ook de risicovolle bedrijven waarvan nog geen informatie beschikbaar was, worden in dit vervolgonderzoek meegenomen, zo schrijft Atsma vandaag in een brief aan de Tweede Kamer.  De veiligheid rond risicovolle bedrijven moet optimaal worden geborgd.

De ontwikkeling van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) is van groot belang om te zorgen voor een adequate aanpak van toezicht en handhaving bij risicovolle bedrijven in heel Nederland. Voor risicovolle bedrijven is zelfs specialisatie van enkele RUD’s noodzakelijk. “Dat laat onverlet de verantwoordelijkheid van gemeenten en provincies voor de veiligheidssituatie rondom risicovolle bedrijven in hun gemeente of provincie. Het vereist een uiterste inspanning van gemeenten en provincies om te zorgen dat de vergunningverlening, toezicht en handhaving bij risicobedrijven wordt verbeterd. Ik zal gemeenten en provincies nadrukkelijk op die verantwoordelijkheid aanspreken en indien nodig deins ik er niet voor terug juridische stappen te zetten. De brand bij Chemie-Pack in Moerdijk heeft eens te meer duidelijk gemaakt dat we met de veiligheidssituatie rond risicovolle bedrijven niet zorgvuldig genoeg kunnen zijn”, aldus Atsma in een toelichting. Tegelijkertijd wil de staatssecretaris nagaan wat de mogelijkheden zijn om als rijksoverheid de grip op de veiligheidssituatie bij risicovolle bedrijven te versterken.

Chemie-Pack

Met de quick-scan is ook een feitenrelaas over Chemie-Pack in Moerdijk aan de Tweede Kamer gestuurd. De inspecties van VROM, Verkeer en Waterstaat en de Arbeidsinspectie hebben over de periode 2006-2011 de vergunningsituatie van Chemie-Pack en de uitgevoerde handhavingacties in kaart gebracht. Daaruit blijkt dat Chemie-Pack de veiligheidsregels vooral naleefde onder druk van overheden, terwijl de regels juist uitgaan van het principe dat bedrijven zelf verantwoordelijkheid nemen voor een optimale naleving van de veiligheidsregels.
Uit het feitenrelaas Chemie-Pack blijkt dat in de afgelopen vijf jaar verschillende toezichthouders in totaal zeker dertig toezicht- en handhavingacties hebben uitgevoerd. De rijksinspecties constateren onder meer dat de vergunning op sommige onderdelen onvoldoende duidelijk is en dat de gemeente Moerdijk, verantwoordelijk voor het milieutoezicht op Chemie-Pack, bij overtredingen niet altijd de eigen handhavingstrategie volgt.

Gevaarlijke stoffen

In 2010 hebben gemeenten en provincies toezeggingen gedaan om de vergunningen en de handhaving op orde te brengen bij bedrijven die gevaarlijke stoffen opslaan (PGS-15 bedrijven). Bij dergelijke bedrijven bleek de afgelopen jaren de naleving van de hiervoor geldende regels hardnekkig achter te blijven.
De VROM-inspectie heeft onderzocht of provincies en gemeenten hun toezeggingen uit 2010 zijn nagekomen. In 2010 is de VROM-inspectie daarom bij twaalf gemeenten juridische procedures gestart. In 196 andere situaties hadden gemeenten en provincies toegezegd de vergunning of de handhaving op orde te brengen. Dat blijkt nu in zeker 73 gevallen toch niet te zijn gebeurd. De VROM-inspectie zal ook hier waar nodig juridische procedures starten.