Aanpak leegstaande kantoren
Leegstaande kantoorruimte een andere bestemming geven. Vraag en aanbod in kaart brengen en beter op elkaar afstemmen. Voorstellen om de kantorenmarkt weer gezond te maken. Dat zijn elementen in de aanpak van leegstaande kantoren in Nederland waarover gemeenten, provincies, banken, beleggers, ontwikkelaars en Rijk het eens zijn. Minister Schultz van Haegen (Infrastructuur en Milieu) stuurde vandaag het Actieprogramma Aanpak Leegstand Kantoren naar de Tweede Kamer.
Zonder maatregelen groeit de kantorenleegstand
In 2010 stond zo’n 14% van de kantoorruimte in Nederland leeg. Op sommige bedrijventerreinen of kantoorparken gaat het zelfs om een derde van de totale beschikbare kantoorruimte. Deze leegstand is voor een groot deel structureel en zal in de toekomst naar verwachting nog toenemen. Oorzaken zijn de stabilisatie van de beroepsbevolking en nieuwe vormen van werken zoals telewerken en flexwerken. Leegstand is verspilling van ruimte en kapitaal. Vanuit een gevoel van urgentie besloten betrokken partijen gezamenlijk het probleem aan te pakken. Het Actieprogramma van gemeenten, provincies, banken, beleggers, projectontwikkelaars en het Rijk dat de groeiende leegstand moet terugdringen, kent drie thema’s. Hierbij vervult elke partij zijn eigen rol.
1.Bestaande leegstand bestrijden
Kantoorruimte die nu al leegstaat, kan op een andere manier worden gebruikt. Bijvoorbeeld voor studentenhuisvesting, zorg, onderwijs, intensieve tuinbouw of als hotel. Voor specifieke locaties kan sloop de beste oplossing zijn. Eigenaren zullen de panden in hun portefeuille kritisch bekijken en voorstellen voor verbetering doen. Gemeenten en provincies op hun beurt kunnen helpen door de mogelijkheden van bestaande wetten en regels te gebruiken of aan te passen. Daarnaast zoekt het Rijk kansen om belemmeringen in wetten en regels voor sloop en transformatie (kantoren gebruiken voor andere doeleinden) weg te nemen, bijvoorbeeld door ruimere mogelijkheden toe te staan om tijdelijk af te wijken van het bestemmingsplan.
Er komen experimenteergebieden, waar marktpartijen en lokale overheden samen zoeken naar de beste oplossing die past in dat gebied.
2.Naar een gezonde kantorenmarkt
Er is in de afgelopen jaren veel gebouwd. Voor ontwikkelaars, banken, beleggers en gemeenten was het lucratief om in kantoren te investeren. Het zorgde voor rendement en opbrengsten op korte termijn. Het aanbod is nu groter dan de vraag. Banken, beleggers en projectontwikkelaars gaan voorstellen doen om de kantorenmarkt weer gezond te maken. Kantoren zijn niet langer een vastgoedproduct waarmee snel geld te verdienen valt. ‘Het systeem’ moet verbeteren, maar dat zal niet van de ene op de andere dag lukken.
3.Betere afstemming van vraag en aanbod: terughoudendheid in nieuwbouw
Alle partijen zullen terughoudend moeten zijn met nieuwbouw, aldus Schultz. Het is aan de regionaal samenwerkende gemeenten samen met provincies om te komen tot afstemming van de kantorenbehoefte inclusief fasering, segmentering en locatiekeuze. Op regionale schaal worden marktvraag en aanbod in balans gebracht, langs de weg van bestuurlijke afspraken eventueel ondersteund met inzet van Wro. Het Rijk biedt daarbij ter ondersteuning een visie op de vraag naar kantoorruimte in de toekomst en een methode die de bestaande vraag en aanbod in kaart brengt. Daarnaast zal de Rijksoverheid de mogelijkheden om planologische, juridische en fiscale regels beter te benutten inventariseren. De eerste resultaten worden in het najaar van 2011 bekend.