Modernisering milieuwetgeving stimuleert hergebruik en afvalpreventie
Afvalbeleid staat niet op zichzelf, maar moet bijdragen aan de besparing op grondstoffen, het tegengaan van klimaatverandering en aan verduurzaming van onze productie en consumptiepatronen. Dat is de kern van de wijziging van de Wet milieubeheer waarmee invulling wordt gegeven aan de Europese kaderrichtlijn afvalstoffen. De Europese richtlijn geeft nieuwe definities, brengt nieuwe accenten in het afvalbeleid en legt diverse nieuwe verplichtingen op aan de lidstaten. Met de nieuwe wetgeving wordt een betere afvalpreventie, het efficiënter omgaan met schaarse grondstoffen en een zo hoog mogelijk hergebruik van materialen beoogd.
Voorkomen van afval
Centraal element is de afvalhiërarchie, de voorkeursvolgorde in afvalbeheer. Het voorkomen van afval heeft in de wetgeving de hoogste prioriteit. Verder geldt als uitgangspunt dat afval dat ontstaat, zo goed mogelijk moet worden hergebruikt als grondstof of voor andere nuttige toepassingen zoals energie- opwekking. Meer afvalpreventie en -recycling biedt kansen voor de ontwikkeling van schonere technologieën en producten. Daarnaast zorgt het ook voor een efficiënt gebruik van grondstoffen. Tenslotte is het definitief verwijderen van afval door middel van verbranden of storten, de minst wenselijke optie voor afvalverwerking.
Afvalpreventieprogramma
Afvalpreventie heeft een hoge prioriteit. Daarom moeten de lidstaten uiterlijk in 2013 een afvalpreventieprogramma hebben. Ook moeten ze voor huishoudelijk afval en bouw- en sloopafval een minimale recyclingprestatie te leveren in 2020. Deze verplichtingen zullen voor Nederland in het landelijke afvalbeheerplan (LAP) worden uitgewerkt.
Op naar een Europese recyclingmaatschappij
De Europese Commissie streeft naar het bereiken van een Europese recyclingsmaatschappij, waarbij afval zo veel mogelijk opnieuw wordt gebruikt als grondstof of als vervanger van andere primaire stoffen. Om dit te realiseren hebben lidstaten de verplichting afvalstoffen zo veel mogelijk aan de bron gescheiden in te zamelen. Hiervan kan worden afgeweken als daarvoor goede redenen zijn. Voor het recyclingproces is uiteindelijk alleen de kwaliteit van het ingezamelde of nagescheiden afval van belang.