Meesterweek
Toespraak van minister De Jager van Financiën bij Meesterweek op de Erasmus Universiteit Rotterdam over ondernemen en politiek.
Dames en heren,
Als er ergens – zoals hier tijdens deze Meesterweek – het onderwerp ‘politiek en ondernemen’ op het programma staat, dan weet je bij voorbaat al vrij zeker: Jan Kees de Jager is de Sjaak. Nou ja, ik kan niet alle uitnodigingen aannemen. Maar in dit geval deed ik het graag, ook vanwege deze plek - mijn alma mater, het eersteklas publiek en natuurlijk als oud-ondernemer.
Politiek en ondernemerschap zijn onderwerpen waar je nooit over raakt uitgepraat. Maar ik constateer wel dat het nog altijd verre van doodgewoon wordt gevonden dat je als ondernemer de politiek ingaat. Uitwisselingen tussen het bedrijfsleven en de politiek komen weliswaar tegenwoordig wat vaker voor, maar het valt nog altijd behoorlijk op als je je eigen bedrijf verwisselt voor politiek Den Haag. Ik ben natuurlijk blij dat mijn achtergrond over het algemeen als een positieve kwalificatie wordt gezien. Uiteraard zijn er veel verschillen tussen het werk van een ondernemer en een politicus. Maar er zijn ook overeenkomsten. Zo is doelgerichtheid in beide takken van sport onmisbaar. Die doelgerichtheid had ik als ondernemer en die heb ik als bewindspersoon gehouden. Ook als minister van Financiën weet ik wat me te doen staat: Nederland er weer bovenop krijgen, met gezonde overheidsfinanciën en een stabiel financieel stelsel. Een stelsel met financiële instellingen die solide, transparant en betrouwbaar zijn. En dus stel ik mezelf bij elke afweging, in elke situatie, bij alles wat er gebeurt de vraag: wat brengt me dichter bij dat doel? Dat is een typisch ondernemers-trekje. Maar het is mijn ervaring dat je er in de politiek ook ver mee komt. Zeker in deze tijd waarin we met z’n allen keihard moeten werken om sterker uit de crisis te komen.
Om te kunnen nagaan wat er nodig is om mijn doel te bereiken maak ik steeds tussentijds de stand op, de ‘stand van het land’ zoals we dat ook wel noemen. Dit keer doe ik dat graag samen met u. Bij de aanbieding van de Miljoenennota op de derde dinsdag van september 2010 heb ik gezegd:
,,Het gaat beter dan slecht, minder dan goed en veel minder dan goed genoeg.”
Dat, dames en heren, blijft nog wel een tijdje gelden. Het is waar dat er hoopvolle tekenen zijn over onze economie.
Neem de Rotterdamse haven hier, onze mainport, de grootste van Europa, de vierde van de wereld. Vorig jaar zat de overslag van goederen alweer meer dan twee procent boven het niveau van 2008, het pre-crisisjaar. Er kwamen het afgelopen half jaar weer banen bij, vooral in de zorg en voor uitzendkrachten. De werkloosheid daalde eind vorig jaar tot onder de 400.000. Ook heel goed nieuws aan het begin van dit jaar vond ik de komst naar Nederland van de Chinese bank ICBC, de allergrootste bank ter wereld. Zo’n bank brengt bedrijvigheid en werkgelegenheid met zich mee voor Nederland. Het maakt ook het zaken doen met China, de tweede economie van de wereld, veel gemakkelijker. Dat ICBC ook een vestiging in Nederland opent, zegt dat we meetellen, dat we ertoe doen.
Toch is het nog te vroeg om al echt te staan juichen. Er gingen vorig jaar wel 7000 bedrijven failliet. In de bouw gaat het nog altijd slecht. Op de beurs wisselen pieken en dalen elkaar nog altijd af. Een wat minder bericht is al voldoende om de koersen snel neerwaarts te laten gaan. We zijn er dus nog niet. Er is groei, maar ook tegenwind. En tegelijkertijd zie ik dat we het gat dat is geslagen door de enorme en historische krimp van de economie in 2009, niet zomaar goed maken. Dat wil ik uitleggen aan de hand van een vergelijking.
Laten we uitgaan van een sterke, kansrijke renner in de Tour de France. Op zeker moment, midden in de Tour, gaat er met die renner alles mis wat er mis kan gaan. Hij raakt betrokken bij een valpartij, z’n fiets is beschadigd en uiteindelijk struikelt hij met meer dan een uur vertraging over de eindstreep. De renner pept zichzelf op en doet het de dagen erna weer prima. Hij wint zelfs een etappe en wordt uitgeroepen tot de held van de Tour. Maar de gele trui, metafoor voor de economische situatie van vóór de crisis, is onbereikbaar geworden. Want z’n achterstand is te hoog opgelopen. Dat verschil haalt hij nooit meer in. En dat, dames en heren, is de situatie waarin wij ons nu bevinden. En met ons bijna alle landen ter wereld. Want we waren allemaal betrokken bij die valpartij van 2008-2009. Zeker, we kunnen een etappe winnen, maar in het eindklassement lopen we structureel achter. We zijn door de gevolgen van de crisis een heel stuk van onze welvaart kwijtgeraakt. We zijn door de crisis gewoonweg armer geworden. Daardoor komt er bij de overheid minder binnen. Maar met de uitgaven zijn we doorgegaan op het niveau van vóór de crisis. Het Nederlandse tekort ligt daardoor ruim boven de EU-grens van drie procent. We betalen jaarlijks 11 miljard euro aan rente over onze schuld, ondanks de historisch lage rentestand van nu. Dat is meer dan het bedrag dat we per jaar uitgeven aan hoger onderwijs plus studiefinanciering. En zolang het tekort op de begroting voortduurt, loopt onze schuld verder op. Daarom ben ik niet af te brengen van mijn vaste voornemen, mijn doel, om de uitgaven in evenwicht te brengen met de inkomsten van dit land. En het is onvermijdelijk dat iedereen daar iets van gaat merken.
Ik zeg er overigens hier in de zaal bij dat de maatregelen voor studenten, losstaan van de ombuigingen van 18 miljard. Ja, bij lang studeren moeten studenten meer zelf bijdragen aan de totale studiekosten van zo’n elf- tot twaalfduizend euro per jaar. Maar dat geld komt niet in de schatkist terecht. Het betreft een verschuiving van de budgetten. Studenten gaan wat meer betalen, dat valt niet te ontkennen, maar dat komt ten goede aan de kwaliteit van het onderwijs. En op die manier kan ook de basisbeurs behouden blijven. Een goede opleiding is een sterke basis. Straks bent u student af.
Er zitten hier in de zaal vast ook mensen die denken over een eigen bedrijf, sommigen van u zijn misschien al begonnen als ondernemer. Dan weet u intussen ook: je komt er alleen maar wanneer je bijna als een pitbull vasthoudt aan je doel. En dat is een goed bedrijfsresultaat. Daar werk je je drie slagen voor in de rondte. En daarbij hoort dat je vooruit kijkt, inspeelt op veranderingen en de concurrentie voor blijft. Want een goed bedrijfsresultaat nu, zegt nog niks over de komende jaren. Kijk naar een bedrijf als TomTom, dat eerst spectaculaire resultaten boekte op de navigatiemarkt. Intussen zit iedereen op die markt. En als de concurrentie toeneemt, worden de marges kleiner. Voor je ’t weet, heb je ’t nakijken. Maar TomTom gaat verder met nieuwe technologie, zoals systemen die met elkaar praten en daardoor vroegtijdig files signaleren. En daardoor ziet de toekomst er weer beter uit. Ik ben ervan overtuigd dat het de ondernemers in dit land zijn – en misschien ben u straks één van hen – die een heel belangrijke rol spelen bij het inlopen van onze achterstand. Daarom geeft dit kabinet ruimte aan ondernemerschap. De politiek stuurt aan en stuurt bij en schept de voorwaarden. Maar het zijn de ondernemers zelf die in de eerste plaats zorgen voor bedrijvigheid, voor banen, voor handel met het buitenland. Daarom is zekerheid over de euro ook zo belangrijk. Driekwart van onze export gaat naar Europese landen. We hebben in de afgelopen tien jaar veel economische groei en veel werkgelegenheid te danken aan de euro. Het is echt in ons eigen belang om de euro overeind te houden. Tegelijkertijd geven we ondernemers ruimte, bijvoorbeeld door voorschriften, regels en belastingaangiften zo helder en eenvoudig mogelijk te maken. Ik zou iedereen willen aanmoedigen om ondernemer te worden. Dat is na mijn huidige baan misschien wel het mooiste dat je kunt doen in je leven. Maar dan moet je niet tot diep in de nacht bezig hoeven te zijn met administratieve rompslomp. Want dat gun ik niemand.
Dames en heren,
Voor een goede ondernemer weegt één ding altijd het zwaarst: een positief resultaat. Je moet wel; anders kan je nooit het hoofd boven water houden. Luchtfietsers die de prachtigste dingen doen zonder hun balans en de buitenwereld in de gaten te houden, zijn ten dode opgeschreven. En die doelgerichte mentaliteit hebben we ook in de politiek nodig. In deze jaren waarin we een achterstand hebben in te lopen meer dan ooit. De politiek en de ondernemers hebben elkaar nodig om dit land weer in de gele trui te krijgen. We zijn net als de rest van de wereld gestruikeld, maar we richten ons weer op. Samen zetten we onze schouders eronder, samen gaan we recht op ons doel af, samen werken we aan een financieel gezond en welvarend Nederland.
Dank u wel.