Kick-off onderwijsexperimenten in krimpregio’s
In krimpregio’s worden scholen steeds vaker geconfronteerd met een afnemend aantal leerlingen. Om kwalitatief goed en voldoende onderwijs te kunnen blijven aanbieden, is samenwerking tussen onderwijsinstellingen belangrijk. De huidige wet- en regelgeving biedt echter onvoldoende ruimte voor vergaande samenwerking. Minister Van Bijsterveldt (Onderwijs) gaat onderwijsinstellingen in krimpregio’s daarom de ruimte bieden om experimenten te starten. Met deze ‘sleutelexperimenten’ wil de bewindsvrouw een goed en divers aanbod van onderwijs in krimpregio’s stimuleren. Dat heeft de minister vandaag bekend gemaakt op een bijeenkomst over krimp en de gevolgen voor onderwijs in Limburg.
De regio’s Zuid-Limburg, Noordoost-Groningen en Zeeuws-Vlaanderen hebben al enige jaren te maken met een afnemende bevolking. Ook voor het onderwijs heeft dit gevolgen. Een dalende bevolking betekent immers minder leerlingen met als gevolg dat het aanbod en de kwaliteit van het onderwijs onder druk komen te staan. Van Bijsterveldt wil scholen de ruimte geven om samen naar oplossingen te zoeken voor de gevolgen van de krimp. “Juist in een krimpende regio kan het onderwijs een motor zijn voor nieuwe dynamiek en innovatie. Van belang is dat het onderwijsinstellingen in de regio samenwerken om een kwalitatief goed en divers onderwijsaanbod te garanderen,” aldus de bewindsvrouw.
De ‘sleutelexperimenten’ kunnen zowel binnen de onderwijssectoren als tussen de onderwijssectoren plaatsvinden. Bijvoorbeeld tussen het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs of het vmbo en het mbo. Omdat er voor de verschillende onderwijssectoren verschillende wetten zijn, is vergaande samenwerking tussen sectoren vaak omslachtig te realiseren. Van Bijsterveldt gaat het daarom via een wetswijziging mogelijk maken om te experimenteren op de snijvlakken tussen de onderwijssectoren. “Zulke experimenten noem ik ‘sleutelexperimenten’. Het zou namelijk kunnen zijn dat juist innovatie op de snijvlakken tussen onderwijssectoren een sleutel is om ook in krimpgebieden duurzame onderwijskwaliteit te behouden.”
De minister vraagt onderwijsinstellingen in de krimpregio’s met voorstellen voor experimenten te komen. De onderwijsinstellingen worden daarbij geholpen door een expertcommissie. Na de zomer gaan eerst stimuleringsprojecten van start waarvoor geen wettelijke experimenteerruimte nodig is. Vanaf schooljaar 2012/2013 kunnen de ‘sleutelexperimenten’ van start gaan.
Van Bijsterveldt neemt meer maatregelen om scholen die te maken hebben met een dalend leerlingaantal de helpende hand te bieden. Zo maakte zij ook vandaag bekend dat Zuid-Limburg mee mag doen een proef waarbij peuters vanaf 2,5 jaar zich binnen de rijke leeromgeving van de basisschool kunnen ontwikkelen. “Kinderen kunnen vanaf 2,5 jaar naar de basisschool waar ze spelenderwijs in aanraking komen met taal. Zo krijgen kinderen een vliegende start op de basisschool en profiteren kleine scholen van een toenemend aantal leerlingen”, aldus Van Bijsterveldt. Binnenkort wordt bekend gemaakt onder welke voorwaarden scholen zich kunnen aanmelden voor de proef.
Sinds 1 januari 2011 heeft de minister bovendien de mogelijkheid om een basisschool met een te klein aantal leerlingen (minder dan 23) open te houden mits de school kwalitatief goed is en er perspectief is dat het aantal leerlingen weer toeneemt. Begin februari 2011 is een wetsvoorstel samenwerkingsschool aangenomen. Kleine scholen voor basis- en voortgezet onderwijs die met sluiting worden bedreigd vanwege een afnemend aantal leerlingen, kunnen hiermee in de toekomst mogelijk toch blijven bestaan. Zij krijgen onder strikte voorwaarden de mogelijkheid om een ‘samenwerkingsschool’ tot stand te brengen, waar zowel bijzonder als openbaar onderwijs wordt gegeven.