Opstelten versterkt aanpak identiteitsfraude
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie wil met een aantal wettelijke maatregelen identiteitsfraude verder indammen. Straks is het strafbaar om een identiteitsbewijs zoals een rijbewijs of een vreemdelingendocument van een ander te gebruiken. Nu geldt dit alleen voor reisdocumenten, bijvoorbeeld een paspoort. Door die aanpassing wordt het gemakkelijker de zogeheten lookalike fraude aan te pakken, waarbij iemand zich legitimeert met een identiteitsbewijs van een persoon die op hem lijkt.
Dit blijkt uit een wetsvoorstel dat vandaag voor advies naar verschillende instanties is gestuurd, zoals de Raad voor de rechtspraak en het Openbaar Ministerie.
Opstelten kiest voor één aanpak voor misbruik van alle identiteitsbewijzen waardoor politie en openbaar ministerie bij fraude slagvaardiger kunnen optreden. Een toegangspas voor een bedrijf of overheidsinstelling die tevens de functie van identiteitsbewijs heeft, valt er ook onder.
Nieuw is verder dat iemand strafbaar wordt als hij zelf gebruik blijft maken van een reisdocument of een ander identiteitsbewijs waarvan hij eerder aangifte heeft gedaan wegens diefstal of vermissing om zo te kunnen frauderen. Of iemand blijft zijn oude document gebruiken en verkoopt het nieuwe door aan een ander, die daarmee illegaal de grens kan passeren of van bepaalde voorzieningen misbruik kan maken.
De maatregel is een antwoord op de pogingen van fraudeurs die nieuwe wegen zoeken om een identiteit voor te wenden. Omdat de beveiliging van identiteitsbewijzen sterk is verbeterd, is het daarom aantrekkelijker om (zogenaamd) gestolen of vermiste documenten te (blijven) gebruiken of nieuwe documenten door te verkopen c.q. ter beschikking te stellen in plaats van ze te vervalsen. Bijvoorbeeld om een uitkering of bankrekening aan te vragen of voor zorg in een ziekenhuis.
Verder pakt de bewindsman personen aan die bewust hun vingertoppen verminken waardoor de afdrukken daarvan niet langer geschikt zijn als identificatiemiddel. Of die zich laten opereren aan vingertoppen of gezicht om een nieuwe identiteit te verkrijgen met als doel daar misbruik van te maken. Deze biometrische persoonsgegevens worden steeds vaker gebruikt voor het vaststellen van iemands identiteit, een nieuwe ontwikkeling waar het wetsvoorstel bij aansluit. Het is immers van belang strafrechtelijk te kunnen optreden als iemand met deze gegevens fraudeert.