Groen en groei gaan hand in hand in nieuwe bedrijvenbeleid
‘Groen en groei gaan hand in hand in het nieuwe bedrijvenbeleid van het kabinet.’ Dat zei minister Verhagen van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) donderdag 24 februari 2011 bij de in ontvangstname van een SER advies over de kansen en risico’s van de zogenaamde biobased economy.
Hoogwaardige producten
Het kabinet vroeg de SER om het advies. Bij biobased economy draait het om bijvoorbeeld het gebruik van algen en planten voor de fabricage van hoogwaardige producten. Ook kan (bio)afval worden hergebruikt en kunnen duurzame biobrandstoffen helpen de CO2-uitstoot terug te dringen. 'Zo krijgen we niet alleen een schonere economie, maar ook een innovatievere waar we geld mee verdienen. Door meer met groene grondstoffen te werken verminderen we bovendien onze afhankelijkheid van fossiele grondstoffen,' aldus Verhagen.
Aanvoer van groene grondstoffen
Verhagen komt nog met een kabinetsreactie op het advies van de SER. Wel gaf hij in een korte eerste reactie aan dat dit advies zeer welkom is in het licht van het nieuwe Bedrijfslevenbeleid van dit kabinet. Zo kan een Topsector als de chemie nog meer profiteren van groene grondstoffen. Ook kan de energiesector er door verduurzamen en heeft onze logistiek met bijvoorbeeld de Rotterdamse haven een uitstekende uitgangspositie voor de aanvoer van groene grondstoffen.
Kennis toepasbaar maken
Daarnaast is er volgens Verhagen op Nederlandse universiteiten en vooral ook in Wageningen (WUR) veel kennis waar we nog meer mee kunnen doen. Om die reden investeert Verhagen 5 miljoen euro in de WUR om te zorgen dat zij samen met het bedrijfsleven hun kennis op het terrein van groene grondstoffen sneller naar de markt brengen en toepasbaar maken voor bedrijven. Dit gebeurt in het nieuwe Centre for Biobased Economy.
Nieuwe bedrijvenbeleid
In het nieuwe bedrijvenbeleid van het Kabinet komt er voor alle (MKB) ondernemers meer durfkapitaal voor innovatieve projecten, worden de belastingen voor (innovatieve) bedrijven verlaagd (WBSO, Vpb) en wordt de regeldruk fors verminderd. Daarnaast staan negen topsectoren centraal. Ondernemers, wetenschappers en overheid zitten hierbij samen aan het stuur om de topsectoren tot de top van de wereld te laten horen. Bijvoorbeeld door het aanpakken van hinderlijke regels, het stimuleren van starters/snelle groeiers en beter vakonderwijs. Door te zorgen dat deze sectoren wereldwijd (blijven) uitblinken onderscheidt Nederland zich, wat zorgt voor nieuwe banen en groei. Duurzaam ondernemen is hierbij een belangrijke randvoorwaarde. Voor de nieuwe Topsector aanpak is in totaal meer dan 1,5 miljard euro beschikbaar.