Nieuwe ambities voor nationale veiligheid vastgesteld
De ministerraad heeft op voorstel van minister Opstelten van Veiligheid en Justitie ingestemd met de ambities van het kabinet op het terrein van de nationaal veiligheid.
Deze ambities zijn gebaseerd op de uitkomsten van de Nationale Risicobeoordeling 2010. Het kabinet wil de komende jaren extra inzetten op thema's als de verschuiving van de (economische) internationale machtsverhoudingen, de geopolitieke invloed op energie-, grondstof- en voedselzekerheid en cybersecurity. Daarnaast vindt het kabinet dat blijvende aandacht nodig is voor natuurlijke dreigingen zoals pandemieën en de aanpak van terroristische dreigingen.
Het kabinet zal voor de zomer met een voorstel komen om de regierol van de Rijksoverheid bij (dreigende) crises te versterken. Ook wordt ingezet op verdere verbetering van de crisiscommunicatie. Goede crisiscommunicatie kan bij een (dreigende) crisis helpen de effecten te beperken. De lessen rond de brand bij Moerdijk worden op dit punt in het voorstel meegenomen.
Met behulp van de Strategie Nationale Veiligheid wordt een grote diversiteit aan dreigingen langs één meetlat gelegd op basis van de Nationale Risicobeoordeling 2010. Dreigingscenario's voor bijvoorbeeld overstromingen, pandemieën en langdurige uitval van nutsvoorzieningen worden op een eenduidige manier beschreven en onderbouwd met cijfers. Ze zijn een hulpmiddel om de risico's voor de nationale veiligheid vergelijkbaar te maken en prioritering van maatregelen mogelijk te maken.
In de afgelopen jaren heeft de Strategie Nationale Veiligheid een belangrijke rol gespeeld bij het identificeren van risico's en het omgaan met crises. Zo is in 2008 een mogelijke grieppandemie als één van de grootste risico's voor Nederland geïdentificeerd. Deze inzichten hebben ertoe geleid dat vitale sectoren en overheidsinstellingen zich op een grieppandemie hebben voorbereid.
De ministerraad heeft ermee ingestemd een brief met daarin de ambities op het nationale veiligheidsterrein en de Nationale Risicobeoordeling 2010 aan de Tweede Kamer te zenden.